Bron: De staat in de kapitalistische maatschappij, Amsterdam, Van Gennep, 1976, 270 p. vert. van: The state in capitalist society, London, Weidenfeld & Nicolson, 1969
Copyright: Erven Miliband
Deze versie: Spelling Nederlands aangepast
Transcriptie: Wim Seegers
Vertaling: Benjo Maso
HTML en contact: Adrien Verlee voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren?
Leest u dit met een smartphone?
Met (enkele) smartphones moet u zelf uitmaken welke modus voor u geschikt is
Inhoud:
Voorwoord
1 Inleiding
2 Economische elites en heersende klasse
3 Het staatssysteem en de staatselite
4 Functie en rol van de regering
5 Overheidsfunctionarissen
6 Onvolmaakte concurrentie
7 Het legitimeringsproces - I
8 Het legitimeringsproces - II
9 Hervorming en repressie
Zoals de titel aangeeft, gaat dit boek over de aard en rol van de staat in de zogenaamde ‘hoog ontwikkelde kapitalistische maatschappijen’. Op grond van overwegingen, die in de inleiding nader uiteen zullen worden gezet, ben ik van mening dat deze maatschappijen, ondanks al hun onderlinge verschillen, voldoende fundamentele overeenkomsten vertonen om een algemene context te bieden voor een studie over de rol die de staat in een dergelijk maatschappijtype speelt. Andere maatschappijtypen werpen wat de functie van de staat betreft, geheel andere problemen op, en worden in deze studie daarom buiten beschouwing gelaten.
De indeling van dit boek is als volgt: Hoofdstuk een bestaat voornamelijk uit een overzicht van de belangrijkste sociaaleconomische kenmerken van hoog ontwikkelde kapitalistische maatschappijen. Hoofdstuk twee gaat wat dieper in op de structuur van de economische macht in dergelijke maatschappijen. Hoofdstuk drie geeft een overzicht van de voornaamste instellingen van het ‘staatssysteem’ en de sociale samenstelling van de ‘staatselite’. Hoofdstuk vier bespreekt de functie en de rol van de regering in een hoog ontwikkeld kapitalistisch systeem. Hoofdstuk vijf houdt zich bezig met de overheid, het leger en de rechterlijke macht. Hoofdstuk zes gaat over de rol van de staat in de strijd tussen de verschillende ‘belangen’ in de kapitalistische maatschappij. De hoofdstukken zeven en acht bespreken de diverse ‘legitimeringsmiddelen’, zoals partijen, massamedia en onderwijs. Hoofdstuk negen tenslotte geeft enkele richtingen aan, waarin de politieke machtsstelsels van het hoogkapitalisme zich bewegen.
Ik zou graag mijn dank willen uitspreken aan een aantal vrienden en collega’s die zo vriendelijk zijn geweest het ontwerp van dit boek door te willen nemen, en die nuttige op- en aanmerkingen hebben gemaakt. Dit zijn: Ernest Gellner, H.G.R. Greaves, J.A.G. Griffith, W.L. Guttsman, Marcel Liebman, Robert Looker, John Saville, John Westergaard en Ernest Wohlgemuth. In de eerste plaats wil ik echter mijn vrouw bedanken, haar suggesties en aanmoediging zijn van onschatbare waarde geweest.
Ik dank hierbij ook de Research Afdeling van het Government Department van de London School of Economics, die mij in staat heeft gesteld voor mijn onderzoek vier maanden lang gebruik te maken van de hulp van Ann Marcus; ik dank tevens Ann Marcus zelf voor het waardevolle werk dat zij in die periode heeft verricht, de Louis M. Rabinowitz Stichting die mij een kwartaal van mijn docententaak heeft ontheven, mevrouw Linda Snowdon die het manuscript met buitengewone bekwaamheid en geduld heeft getypt en opnieuw getypt, en tenslotte de staf van de British Library of Political and Economic Science voor zijn behulpzaamheid.
Omdat de opvattingen in dit boek tamelijk controversieel zijn, is het misschien nuttig om met nadruk te verklaren dat alleen ikzelf verantwoordelijk ben voor alles wat op de volgende bladzijden geschreven staat.
Ralph Miliband, The London School of Economics and Political Science, juli 1968