Qr-MIA
       
Leest u dit met een smartphone?
Met (enkele) smartphones moet u zelf uitmaken welke modus voor u geschikt is


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:

MOZART EN DE COMMERCIE

Mozart in 1991, tweehonderd jaar na zijn overlijden, met veel geweld vieren: moet dat nou? Nergens voor nodig. Als het over zijn geboortejaar zou gaan, zou je nog even kunnen aarzelen. Hij kreeg al zoveel steuntjes, de wonderboy uit Salzburg. Andere grote componisten, ik noem maar Monteverdi, Schumann, Moussorgski, Franck, Ravel, Bartok, worden door de media veel minder verwend. Het is blijkbaar een wet van de commercie dat wie goed in de markt ligt een extra steuntje verdient. In de Verenigde Staten worden Marilyn Monroe en Elvis Presley meer dan ooit bejubeld.

Moeten we ons nu, in 1991, van januari tot december op radio en televisie verdiepen in de kleinste evenementen in Wolfgangs leven? Daar gaat het niet om. Alleen zijn muziek telt. De laatste biografische details zijn koopwaar voor voyeurs. De verhalen over zijn onbeleefd gedrag mogen enige waarheid bevatten, zijn muziek is soms wel te glad maar nooit lomp.

Rond Mozart is al decennia lang een onsmakelijke barnumreclame actief. Ik was een paar keer in Salzburg en bij het station begon het gezanik over Amadeus al. Religieuze zeloten gaan naar Lourdes, Fatima of Chestokova, liefhebbers van grootheidswaanzin kiezen Bayreuth, logebroeders prefereren Salzburg. Bach, Beethoven en Brahms missen dergelijke bedevaartsoorden, gelukkig maar.

Mozart componeerde als een razende, soms te vlug. Hij schreef te veel. Er moest geld in het laatje komen, had Vader hem geleerd. Ik wacht op een diepgaande studie over de zwakke bladzijden in zijn oeuvre. Geen gebrek aan materiaal.

Mozart wordt in allerlei populaire transcripties verkocht terwijl de oorspronkelijke zetting van hemzelf de beste is en blijft. De commercie weet het altijd beter.

Mozart werd geïndustrialiseerd: alle pianosonaten in één pakket, of alle symfonieën, opera’s, concerti, strijkkwartetten. Bij het beste moet je ook het minste nemen. Alles even waardevol want het is van Wolfgang.

En de oorlog tussen de uitvoerenden, wat een kluif voor onverzadigbare perfectionisten! Pietje, die de Poolse Chopinwedstrijd won speelt eigenlijk toch nog ietsje beter dan Jantje, de nummer één van de laatste Elisabethwedstrijd, vind je niet? Frans volgt een verouderde interpretatie en Karel gebruikt hier en daar verkeerde tempi. Paul moet een nieuwe cello kopen en de aanslag van Marguerite bevalt me niet. Maar Vladimir, die is geniaal, ik heb gisteren alle andere uitvoeringen van het Wohltemperierte Klavier weggegooid.

Mozart, zonder twijfel een muzikaal genie, was zelf een apostel van de commercie. Hij kon razend snel geraffineerde maar oppervlakkige bladzijden produceren, Jan met de Pet bekoren. Wie nu zijn schouders durft ophalen wordt het zwijgen opgelegd. Bij Brahms, Franck, Debussy, Bartok, ik noem zomaar enkele andere groten, vind je dat soort routinewerk veel minder.

Als ik in onze postmoderne tijd een studie over Mozart zou schrijven, zou ik veel aandacht besteden aan zijn fenomenale handigheid. Hij was een meesterlijk charmeur, een verleider, die zijn publiek snel wist in te palmen met lieftallige wendingen en ontroerende trillers. Een meester ook in het gebruik van clichés, je moet al zijn pianosonaten er maar eens op naspelen.

Het gebruik van clichés in de westerse muziek sinds de Renaissance is een onderwerp dat me erg boeit. Het is in ‘betere’ kringen ‘bon ton’ de barokmuziek te vereren. Bach en Händel gebruiken veel clichés, maar slagen er desondanks meestal in die dikwijls goedkope procedés in een geslaagd groter geheel te integreren. Mindere goden die tegenwoordig ook in het zonnetje worden gezet, missen vaak die synthetische kracht en verwekken daardoor, ondanks de uitstekende uitvoering, een hopeloze verveling. Instrumenten, die miljoenen waard zijn, kunnen de goedkope procedés niet doen verdwijnen. Dat mag op een avond van het festival vanzelfsprekend niet gezegd worden.

Sinds de opkomst van de popmuziekindustrie is er wat het clichématig componeren betreft geen houden meer aan. Nooit, sinds het ontstaan van de mensheid, hebben muzikanten zoveel gestolen van elkaar en van hun voorgangers. Nooit hebben duizenden ensembles zoveel keer hetzelfde herhaald. Nooit werd er, met andere woorden, zoveel rommel op de markt gegooid.

Er zijn bij Mozart uiteraard ook de grote kanten. De meeste handige muziekproducers worden zo zelfingenomen dat ze op den duur slechts middelmatige of minderwaardige kwaliteit leveren. Dat is niet het geval bij Wolfgang. Hij was buitengewoon begaafd, had op zeer jonge leeftijd al een enorm succes, maar bleef niet hangen, integendeel, hij verbeterde zijn kunnen tot aan zijn dood. Hij wist gemakkelijk clichés commercieel te exploiteren, maar kon ze op andere momenten ook omtoveren in prachtige vondsten.

Mozart creëerde onwaarschijnlijk mooie melodieën, adembenemende muziekconstructies. Hij beheerste alle belangrijke mogelijkheden van zijn tijd: stukken voor solo, kamermuziek, orkestmuziek, opera, kerkmuziek. Wat hij de laatste drie jaar van zijn korte leven schreef, is fenomenaal. Hoogtepunten in zijn oeuvre zijn voor mij de grote opera’s, de laatste symfonieën, concerti, kwartetten en kwintetten. Het laatste deel van de Jupitersymfonie is misschien wel het summum.

Het wordt tijd dat de platte commercie wordt gestopt. Wie zich tegenwoordig verzet tegen pulp, noemen ze elitair. Wat er in 1991 met Mozart gebeurt, is beneden peil. Een onwaardige uitverkoop.

Tekst verschenen in De Morgen van 18 januari 1991, p. 23
Uitgewerkte versie