Leest u dit met een smartphone?
Met (enkele) smartphones moet u zelf uitmaken welke modus voor u geschikt is
Het gaat in dit stuk niet over onze intenties in de brede zin van het woord, namelijk de doelgerichtheid die alle lagen van ons meer ontwikkeld gedrag beheerst, maar over de intentieverklaringen, die we voor onszelf en de buitenwereld formuleren en bekendmaken. Onze goede voornemens, noemen we dat.
Er zijn gelegenheden waarop mensen die voornemens openbaren. Bij de overgang van oud naar nieuw, op feestdagen, verjaardagen, bij de opening van een academisch of parlementair jaar of van de Olympische Spelen. Vooral aan het begin van een nieuwe periode hebben we de neiging onze beste bedoelingen kenbaar te maken. Partijen doen dat ook met nieuwe programma’s en ministers met hoopvolle beloften, denk maar aan de ronkende intentieverklaringen over de toekomst van Europa, de vrede in het Midden-Oosten, de strijd tegen kanker of het einde van de watervervuiling.
Wat is er eigenlijk aan de hand? Omdat het verleden in een of andere zin is tegengevallen, stellen mensen de toekomst als het betere voor. Ze formuleren mooie perspectieven. Dat doen we allemaal omdat we doelgerichte wezens zijn en vooruitgang willen. Het begint al bij kleine kinderen: ik zal het nooit meer doen, papa.
Is zo’n bedoeling, die mezelf en soms ook anderen behaagt, in se waardevol. Levert zij wat op? Nee, op zichzelf is zij pure wind met een innemend geurtje. Om valabel te zijn moet een intentie verbonden worden met een inzet, een wil om de mooie aankondiging waar te maken. De stap van een gemakkelijk en goedkoop voornemen naar een hardere belofte, die je moet houden. Bovendien moet er een actie aan gekoppeld worden. Je moet doen wat je zegt, je plan uitvoeren. Daarvoor is, naast vrijheid en geloof in eigen kunnen, vaak volharding nodig. Zonder inzet, uitvoering en doorzettingsvermogen zijn intenties lucht. Mensen gaan gebukt onder de lasten van het dagelijks bestaan en goochelen uit zelfverdediging met andere werkelijkheden. Ze creëren woorden, beelden, klanken die het reële moeten vervangen, maar dat niet kunnen. Ze jongleren met de toekomst die niet, zoals heden en verleden, vaststaat; gelukkig maar. Hoe ellendiger het echte leven is, des te zonniger moet de dag van morgen worden. Met de toekomst doen we wat we willen, zo lijkt het: kies maar uit wat je wenst.
Wat voornemens zo fascinerend maakt is het feit dat je ze, omdat ze nog geen werkelijkheid zijn, niet onmiddellijk kunt testen. Je moet ze aanhoren. Degene, die een voornemen uit, kan rustig overdrijven want zijn hele of halve leugens kunnen pas later aan het licht komen. Je kunt niet ogenblikkelijk invallen met ‘Nee, daar komt niks van’ want dat weet je doorgaans niet zeker en bij twijfel kiezen nette mensen voor de mooiste uitkomst. Nu eens hebben we vertrouwen want het zou kunnen kloppen, dan weer zijn we extra sceptisch want we werden al zo dikwijls bedrogen.
De ervaring leert ons dat goede voornemens vaak weinig betekenen. Mijn vrouw heeft al honderden intentieverklaringen van mijn kant moeten aanhoren, die niet werden bewaarheid. Elk geslaagd familiefeestje eindigt met de unanieme afspraak om elkaar wat vaker te ontmoeten, maar dat gaat niet door. Sinds twintig jaar beloven alle burgemeesters van Europa’s grote steden dat ze zich onmiddellijk gaan inzetten voor de strijd tegen de toenemende verkrotting van hele wijken, maar het blijven woorden. Geef toe dat jezelf en de wereld veranderen, ook niet zo simpel is. Waar halen we de kracht om gewoonten die jaren meegingen, af te leren? Wat vermogen goede voornemens van progressieve groepen, die ingaan tegen eeuwenlange tradities?
Goede voornemens zijn soms uitingen van onmacht, soms vormen ze het begin van een diepgaande transformatie. Het kan ook een methode zijn om anderen en soms ook onszelf te bedriegen. Ik denk aan communiqués die niet dienen om de hangende problemen op te lossen maar om de geesten te bedaren, zeg maar sussen. Intentieverklaringen kunnen bewust als misleiding bedoeld zijn. Ze fungeren dan als uitvlucht, excuus, of om de auteurs van het bericht beter voor te stellen dan ze zijn of om anderen te vleien of om de werkelijkheid met mist te omhullen.
Gelukkig komt af en toe boontje om zijn loontje. Wie na voortdurend falen niet tot efficiënte daden komt maar telkens in gemakkelijke voornemens vlucht, verliest in zijn omgeving alle geloofwaardigheid.
Herinnert u zich de schitterende intenties van onze soldatenleiders aan de IJzer in 1918 om nooit meer oorlog te voeren? Toch trok een niet onaanzienlijk aantal kinderen van de fronthelden in 1941-1942 naar de hel van Rusland. Herinnert u zich Jean-Luc Dehaene, die zo overtuigd was dat hij het aantal verkeersongelukken drastisch zou kunnen reduceren? Wat is ervan terecht gekomen? Geloofde hij zelf wat naïef in zijn plannen of wist hij heel goed dat hij blufte? In ieder geval verloor hij krediet.
De voormalige premier Martens had een kwarteeuw misschien wel nobele bedoelingen met zijn unionistisch federalisme maar nu dreigt de hele constructie in te storten. Verkeerde berekeningen of onechte beloften, wie zal het zeggen? De CVP-jongeren zijn in ieder geval zo teleurgesteld dat ze op hun boegbeeld schieten.
Het is me wel een labyrint, de wereld van de goede voornemens, die het leven fleuriger maken. Een boeiend terrein omdat intenties enerzijds nooit de graad van volkomen geloofwaardigheid bereiken en anderzijds niet uit ons leven zijn weg te denken. Dit keer heb ik tegen misbruiken geen eenvoudige en efficiënte recepten op zak.
Na de uitzending roepen Els en Karen vanuit de keuken: ‘Een verheffend verhaal was dat, Jacob.’ Maar bij het herlezen van wat ik op papier heb gezet, klinkt het stuk als een speciale bijdrage van het Vaticaan. ‘Misschien is er bij KTRC nog een plaats voor u,’ zucht Ruth.
Tekst voor de VPRO, programma De Vlaamse Connectie
Opgenomen op 15 december 1991