Jan Cap
In naam van mijn klasse
Hoofdstuk 13


III. Van strijdsyndicalist tot marxist

‘Het marxisme is meer dan een uitnodiging geworden.
Voor ieder die een oplossing wil zoeken, voor de donkere tunnel zonder eind, waarin het kapitalisme de mensheid heeft gebracht.’

13. Het kapitalisme biedt geen oplossing

Eens begint een mens te mijmeren, de zaken te overwegen, op basis van zijn ervaringen, zijn studie, zijn kennis. Wat is er toch allemaal gebeurd? Hoe moet het nu verder?

Eén zaak stond mij heel duidelijk voor: handen en geest van de werkende mensen hebben een leefbare wereld kunnen maken. Dank zij die handen en die geest is er vooruitgang, is er ontwikkeling, ja zelfs rijkdom. Maar rijkdom voor wie? Dat voel ik aan als het grootste drama. Rijkdom, vooruitgang, maar voor wie? Komt dit alles ten goede aan ons allen? Of wordt het geroofd door enkelingen? Als ik daaraan denk, aan die roof door enkelingen, dan zie ik altijd twee mensen voor me: André Leysen, voorzitter van het VBO en Saverijs, mijn eigen baas: die twee figuren betekenen niet eens zoveel binnen het kapitalisme op wereldvlak. Maar toch.

Neem nu Leysen. SP-parlementslid De Batselier doet in 1986 een interpellatie over het feit dat Leysen een operatie uitvoert om zijn rijkdom te verdelen onder zijn kinderen, nog voor hij sterft. Zo zal hij nooit erfenisrechten moeten betalen. Dat betekent dat hij miljoenen erfenisrechten ontduikt. Maar dat is legaal. Het mag. Er komen echter wel een aantal dingen bij kijken die op het randje van het wettelijke zijn. Want de staat participeert in de holding van Leysen. Met andere woorden: de Nationale Investeringsmaatschappij is bij heel die operatie betrokken. Ze kunnen Leysen niet pakken als individu. Hij heeft zogenaamd het recht zijn geld te verdelen onder zijn kinderen voor hij sterft. Maar de staat, als participant, deelt mee uit. Er komt een hele rel in de pers en Leysen daagt De Batselier voor het gerecht. Tv-journalist Van Rompaey haalt de twee voor de camera. Op het einde van het gesprek raakt Leysen in paniek, trekt hij aan de noodrem en zegt: ‘Het is mijn geld. Ik heb er eerlijk voor gewerkt en ik doe er mee wat ik wil’. Die laatste woorden van Leysen, dat was om in de grond te zinken van schaamte en om er van woede weer uit te komen. Dan wordt het je zwart voor de ogen, dan trilt iedere vezel die je als arbeider in je lijf hebt. En toch, we moeten het toch maar weer ondergaan. Dat is dan de andere kant. Dan denk ik: ‘Wat voor een ongestrafte dief ben jij?’ Hoe durf jij die zin uit te spreken? Het gaat om een bedrag van 450 miljoen. Nu vraag ik je: hoe kan iemand met werken 450 miljoen overhouden om aan de kinderen uit te delen.

En dan figuur nummer 2: Saverijs. Die aan zijn zoon, misschien 30 jaar oud, zo maar een kasteel geeft van 30 miljoen. Die kan dan ook zeggen: ‘Het is mijn geld, ik heb er eerlijk voor gewerkt en ik doe er mee wat ik wil.’ Hoe kan dat allemaal? Hoe kun je, zomaar, 30 miljoen weggeven aan een van je zonen? Hoe is het mogelijk zo’n industriële kasteelheer op de troon te zetten? En dan nog te durven zeggen: ‘Kijk, het is van mij...’ Dan zeg ik: ‘Het is gestolen van de arbeiders’. Die diefstal gebeurt doordat zij de productiemiddelen bezitten. Door het eigendomsrecht en het erfenisrecht dat ze natuurlijk met hand en tand verdedigen. In naam van de vrijheid wordt er geroofd en uitgebuit. Vrijheid voor wie? Vrijheid voor wat?

Daartegenover staat een klasse, met handen, met een geest, die werkt, arbeidt. Die klasse moet zijn arbeid verkopen. Daardoor wordt de arbeid koopwaar. Die buitengewone menselijke creativiteit, nodig om alles te verwezenlijken, wordt plots koopwaar. Dat alleen leidt al tot uitbuiting. Maar uit die arbeid komt meerwaarde voort, door het feit dat er van alles aan toegevoegd wordt. De arbeid geeft immers een meerwaarde aan de dingen. En het is die meerwaarde die door de patroons in hun zakken gestopt wordt. Dat noemen ze: ‘Tja, ik moet toch met winst kunnen werken.’ Je kan stellen dat de werven en de fabrieken het rechtmatige eigendom zijn van de arbeiders. Want wie anders zorgde voor die rijkdom en de kapitalen, waarmee een patroon als Saverijs een imperium kon opbouwen, waarmee hij zijn bedrijf op kon splitsen in nv’s, enzovoort?

Mijn begrip over arbeid is dat die nooit kan dienen om winst te maken. Arbeid kan alleen maar zijn: de grootste creativiteit van een persoon en een volk om in een eerste fase te voorzien in alle elementaire en primaire behoeften. Eens die voldaan, dan kunnen we met ons allen verder, en gelijke tred houden. Daar dient arbeid voor. Niet uit principes van winst en winsten verzamelen. Want dat stoelt op uitbuiting en die winst dient slechts enkelen. Op die manier krijg je hier, binnen dit Westerse denken, binnen dit kapitalistische systeem onvermijdelijk ‘het recht van de sterkste’.

De cowboys werden multinationals

Als ik daar verder over denk, dan denk ik onwillekeurig aan Reagan. De man die uitpakt met vrijheid, de vrije concurrentie en noem maar op. Maar in feite missen ze die cultuur en blijven het de goudzoekers en cowboys van weleer. De vrije concurrentie is een moordend tuig. Onder het mom van diezelfde vrije concurrentie kunnen ze ons steeds verder doen buigen. De goudzoekers en de cowboys van vroeger zijn nu, onder Reagan, wel wat moderner geworden: het zijn de multinationals en de holdings van nu. Maar in wezen is er niets veranderd. Union Carbide is één van de grootste multinationals van Amerika. Zij zijn verantwoordelijk voor de ramp in Bhopal. Aan die fabriek was niets veilig. En zelfs de schadevergoeding aan de slachtoffers komt er niet. Alleen al over de vraag waar het proces door moet gaan, in India of Amerika, hebben ze het al twee jaar.

Duizenden mensen hebben ze vermoord of verminkt. De natuur hebben ze vernietigd. Neem de multinational Nestlé. In de Derde Wereldlanden maken ze reclame voor melkpoeder. Terwijl de enige oplossing voor de kindersterfte de moedermelk is, lanceren zij de Nestlé poedermelk. Die wordt dan aangelengd met onzuiver en vaak besmet water. Hun grootscheepse campagnes zijn campagnes die de dood in zich dragen. En daarna moeten duizenden gezondheidswerkers komen om de mensen te overtuigen vooral geen melkpoeder te gebruiken. Ondertussen werd de dood al gezaaid.

De cowboys en de goudzoekers hebben het land en het leven van de Indianen kapot gemaakt. De multinationals doen hetzelfde op wereldschaal. Kijk hoe Reagan Nicaragua probeert te wurgen, kijk hoe hij Botha blijft steunen...

In feite is er niet veel veranderd. Alles is alleen meer geconcentreerd en grootser geworden. Het zijn bergen geworden waar je bijna niet meer overheen kunt kijken. En daartegenover zie je de bergen van de miljoenen armen, verstoken van de meest elementaire zaken. Daarom zeg ik: door het kapitalistische systeem worden er honderden miljoenen mensen onvrij, onderdrukt, uitgebuit...

Toen ik 32 jaar was, was ik dermate begaan met de Derde Wereld, dat ik plannen maakte om naar daar te vertrekken als mijn kinderen groot zouden zijn. Ik stelde het me al concreet voor. Mijn vrouw was verpleegster, dus die zou daar goed werk kunnen leveren. Maar vandaag denk ik: menselijke waarden brengen geen fundamentele oplossing voor de werkenden, voor de man in de hut, voor de gefolterde, voor de man die nog miskend wordt en nog als slaaf en loonslaaf door het leven moet. Hoe meer ik ontdek hoe de volkeren in de wereld afzien, al die aangrijpende dingen over Ethiopië op de tv zag, hoe meer ik inzie dat het kapitalisme moet verdwijnen. Neem de Smoggy Mountain rond Manilla, waar 45.000 mensen bovenop de vuilnisbelt wonen, in schamele krotten. Hun leven bestaat er in alles wat bruikbaar is uit de massa vuil te sleuren. Het is een smeulende berg, door het vuilnis, maar ook door het verzet dat er smeult omdat dit niet langer gepikt kan worden. Zo is er voor mij meer dan één reden om dit kapitalisme te verwerpen en er zeker van te zijn dat dit systeem nooit een oplossing zal zijn voor mens en maatschappij. Iedere dag opnieuw willen ze mensen terug oppeppen om dit systeem toch weer aanvaardbaar te maken. Maar dat gaat niet. Hier is het wit of zwart. Hier kan geen grijs zijn. Ofwel zet je u achter dit systeem, ga je dat met hand en tand verdedigen. Dat is dan klaar. Dan ben je een tegenstrever. Ofwel sta je aan onze kant. In deze kwestie kun je maar één kant hebben.

Kun je tegen een deel van het kapitalisme zijn?

Je ontmoet duizenden mensen die tegen een deelaspect van het kapitalisme zijn. Maar dat kan eigenlijk niet. Je kunt er geen deeltje uit nemen en zeggen: ‘Dat gaan we nu eens gezond maken.’ En zelfs al zou het kunnen, dan bood het nog geen oplossing want miljoenen mensen worden dan weer met een ander deelaspect geconfronteerd. Neem al die deeltjes samen en je kunt niet anders dan tegen het geheel zijn. Een mens heeft altijd veel te maken met zijn gezondheid en met de vraag: hoe kun je gezond blijven? Ik heb veel progressieve mensen gekend, ook in de christelijke beweging, die daarrond zeer goede opvattingen hadden. Ze namen zich dat deeltje van de mens, zijn gezondheid, ter harte. Ze zeggen: ‘In dit systeem wordt de gezondheid verloederd. Al die pillenfabrikanten, die dokters met hun vrij beroep die zeker hun job niet doen maar werken voor het geld, ...’ en zo komen ze tot een aantal ideeën wat er allemaal moet veranderen. Ik heb vaak met die mensen gediscussieerd en gezegd: ‘Dat klopt’. Ik voelde ook hun eerlijke wil om iets te veranderen. Maar toen ook besefte ik al, dat je dat ene, zo belangrijke deel, niet uit een hele logische, kapitalistische productie en denkwijze kunt lichten. Niet alleen omdat de kapitalisten hun zaken nooit zomaar af zullen geven, want het is niet omdat je wat progressief bent dat die mensen hun zaken afgeven of op de loop gaan. Dat hangt samen met al de rest, dat maakt hun ‘zijn’ uit. Dat is ook een wetmatigheid binnen een geheel. Zij controleren alles, zowel de mensen, de natuur als de dieren en ze verloederen alles. Als je rond je kijkt en je ziet wat er allemaal aan de hand is, rampen, vervuiling... Het is een goede zaak daar tegen op te komen. Maar niet zien wat nu precies de oorzaak is van die milieuverloedering, dat is waarschijnlijk de grootste natuurramp van allemaal. Meer en meer mensen lijden honger terwijl er boterbergen vernietigd worden. Honger, terwijl het bewezen is dat er voldoende voedsel is om de wereld te voeden. Daarom zeg ik: dat is één geheel, dat is één kant. Die kant bracht de wereld onderwerping, onvrijheid, oorlog en honger. In de betere landen kwamen, na de welstand, de kruimels. Ook hier zitten we aan de vooravond van de grote duidelijkheid. Het kapitalisme betekent werkloosheid. Kijk naar het half miljoen werklozen bij ons, of naar de drie miljoen in Engeland. Dan zeg ik: het kapitalisme is veroordeeld, het kan geen oplossing bieden. We moeten vechten om het weg te krijgen want vanzelf zal het niet weg gaan. Als arbeider moet je weten aan welke kant je staat. Dikwijls krijg je dan te horen: ‘Ja maar, je moet de andere kant ook eens bekijken’. Ik kan daar niet vaak genoeg op antwoorden: ‘Er is geen andere kant’. Dat moet onvoorwaardelijk zijn: hier is mijn kant, voor die kant vechten wij.