Politiek Bureau

PL: een stap naar een revolutionaire partij


Bron: De Internationale, orgaan van de Nederlandse sectie van de IVe Internationale, 1972, nr. 1, jg. 15
Copyright: De Internationale
Deze versie: Spelling aangepast
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !

Qr-MIA

       


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:


Verwant
Strijdsyndicalisme en revolutionaire partij
Vaarwel aan de revolutie?
Links heeft het dagelijks leven nooit goed begrepen

Toen de PSP in 1958 werd opgericht was dat een positieve politieke gebeurtenis, hoe zwak socialistisch gezien de opzet ook was. In een stagnerend politiek klimaat waarin de arbeidersklasse werd verlamd door de bureaucratieën van PvdA en CPN, werd een kleine ruimte geschapen, waarin niet alleen door pacifistisch-verontruste kleinburgerlijke elementen tegen oorlogsdreiging kon worden geprotesteerd, maar waar ook linkse socialisten elkaar konden ontmoeten en konden discussiëren. Van daaruit kon met vallen en opstaan, heel langzaam, een linkse oppositie groeien die een zelfstandig karakter kreeg en een element, een bouwsteen kon worden voor de revolutionair-socialistische partij van de toekomst.

Ten onrechte hebben allerlei kameraden illusies gekoesterd omtrent de mogelijkheid dat de PSP als zodanig in linkse richting zou kunnen worden opgestuwd, en eventueel zo al geen revolutionaire dan toch wellicht een links-centristische partij zou kunnen worden. Bij het overzien van zo’n 10 à 15 jaar West-Europees centrisme (PSU, PSIUP, Deense Larsen partij, ILP enz.) is het langzamerhand toch wel duidelijk geworden dat zo’n mogelijkheid er gewoon niet inzat en er ook niet ingezeten heeft. Ook als men de positieve kanten van deze organisaties ten volle waardeert, bleken en blijken veel serieuzer partijen dan de PSP zoals de PSU en de PSIUP niet in staat te zijn zich om te vormen tot de revolutionaire voorhoedeorganisaties of partijen waarin zich alle revolutionaire elementen hadden kunnen verenigen. De prerevolutionaire situaties van mei-juni 1968 in Frankrijk en van najaar 1969 in Italië, hebben de beperkingen van deze organisaties goed gedemonstreerd. Waarmee wij overigens niet willen zeggen dat in toekomstige revolutionaire samenbundelingsprocessen delen van dergelijke organisaties niet een zeer positieve rol zouden kunnen vervullen.

De PSP nu lag en ligt op de uiterste rechtervleugel van het West-Europese centrisme. Zozeer dat het zelfs de vraag is of er hier eigenlijk wel van centrisme in de klassieke zin sprake is: een positie tussen het reformistisch socialisme en het revolutionaire communisme in. Het gaat meer om een merkwaardige mengeling van kleinburgerlijke pacifisten, democraten en wereldhervormers, samen met ex-sociaaldemocraten en andere reformistische socialisten en ten slotte ook staliniserende elementen. Een steeds meer uitsluitend parlementaristische organisatie die er naar tendeert de linkervleugel te worden van de kleinburgerlijk-democratische volkspartij-in-wording (PvdA, D’66, PPR). Een organisatie verder die zo weinig ideologisch en organisatorisch gedefinieerd was, dat zij op betrekkelijk onbureaucratische wijze ruimte schiep voor een geleidelijke samenbundeling van links-socialistische krachten.

Ontstaan PL

Toen in dat laatste proces enige tekening kwam met de vorming van Proletarisch Links dat voor de PSP een alternatieve oriëntering op de arbeidersklasse en het socialisme wilde ontwikkelen, was het gauw met de partijdemocratie gedaan. Rechts, centrum en staliniserende tendenties kwamen in beweging om elk op hun wijze, de nieuwe socialistische tendens te liquideren of althans monddood te maken. Hierdoor werd het ware karakter van de PSP eerst goed geopenbaard voor een aantal aanhangers van PL. In de partijstrijd ontstond een escalatie die uitmondde in het dilemma voor PL: capituleren of uit de PSP gezet worden. Gelukkig koos PL ervoor te blijven bestaan en dat hield in dat zij nu buiten de PSP een nieuw bestaan moest opbouwen en een socialistische oriëntering ontwikkelen. Want op dit laatste punt is PL nog niet duidelijk uit de verf gekomen. In de strijd binnen de PSP heeft zij zich jammer genoeg door de tegenstander laten verleiden het gevecht voornamelijk op organisatorisch plan, op het niveau van het tendensrecht, te voeren in plaats van op politiek niveau.

De vraag kan worden gesteld hoe het komt dat sinds de eerste aarzelende pogingen tot oppositievorming in de PSP, het ettelijke jaren geduurd heeft, voordat er een duidelijke uitkristallisering van een links-socialistische vleugel kon plaats vinden. Dit heeft te maken met de hele sfeer van de periode waarin de PSP opkwam: een tijd van desillusies ten aanzien van de mogelijkheden van de klassenstrijd der arbeiders, van theorieën die de arbeiders afschreven; een tijd die pas goed werd beëindigd met de grote wending in de West-Europese politieke ontwikkeling die met mei 68 in Frankrijk is ingezet en die een heroriëntering van de socialistische intelligentsia op de arbeidersklasse en een opleving van het socialistisch bewustzijn heeft mogelijk gemaakt. In dit ruimer kader houdt het probleem van deze langzame ontwikkeling verband met de langdurige zwakte van de socialistische beweging in het algemeen in Nederland en in het bijzonder van zijn revolutionaire vleugel. Het ontbrak en ontbreekt nog steeds aan een krachtige en vruchtbare wisselwerking tussen een revolutionaire voorhoedeorganisatie, en zich naar links ontwikkelende tendensen niet alleen in de PSP maar ook in andere organisaties en politieke sferen, zoals het maoïsme in de breedste zin, de studentenbeweging en het meer socialistisch bewuste activisme daarbuiten.

Dat het differentiatieproces in de PSP uiteindelijk toch tot concrete resultaten is gekomen in de vorm van PL, hangt samen met de versterking van de revolutionair-marxistische beweging op wereldschaal, en met de nog sterkere toename van het prestige van revolutionair-marxistische ideeën; iets wat natuurlijk ook de kleine revolutionaire beweging in Nederland ten goede gekomen is.

En verder

Het gaat er nu om, mede gestimuleerd door internationale revolutionaire impulsen op elk gebied, in Nederland de samenwerking tussen revolutionaire en links-socialistische elementen, in alle daartoe geëigende vormen, verder te ontwikkelen, in het kader van de voorbereiding eerst van een revolutionaire voorhoedeorganisatie en uiteindelijk van een revolutionair-socialistische arbeiderspartij.

Het tot stand komen van PL als zelfstandige organisatie moet zonder meer als een belangrijke stap in de richting van die voorbereiding worden begroet. Het is ook een demonstratie van een zekere versnelling het uiterst langzame proces van politieke bewustwording in Nederland, lopend van zwakke pogingen om de bestaande bureaucratische en reformistische organisaties van de arbeidersbeweging te hervormen en van (iets later) een eerst nog nauwelijks politiek activisme, naar het zich bewust worden van de noodzaak van serieuze socialistische organisatie en van het antikapitalistisch richting geven aan de strijd van de arbeidersklasse.

Tot nog toe waren de revolutionaire en links-socialistische elementen nog te zwak en versnipperd om tot een doeltreffende concentratie van krachten te komen, die een voorwaarde is voor het ontwikkelen een overtuigend socialistisch alternatief voor alle socialistische elementen en klassebewuste arbeiders; een voorwaarde is, ook voor het vervullen van de taak – zij het in het begin nog maar op kleine schaal – een rol te spelen in de klassenstrijd; en dat op zo’n wijze dat aan de arbeiders een perspectief wordt geboden om zich uit de verlammende greep van de vakbondsbureaucratie en haar bondgenoten PvdA en CPN, te bevrijden. PL kan een eerste doorbraak zijn naar zo’n concentratie. Vooral als alle werkelijke revolutionairen de weg naar deze organisatie weten te vinden, juist door het stimulerende optreden van PL. Natuurlijk mogen we van PL geen wonderen verwachten. Of PL het uitgangspunt wordt van de revolutionaire partij van de toekomst, althans een beslissende bouwsteen daarvoor zal worden, hangt af van de inspanning van alle revolutionaire en links-socialistische stromingen en elementen binnen en buiten PL. Want het proces dat in die richting moet worden gestuwd zal beslist niet automatisch verlopen.

Op korte termijn is nodig – nu in bredere kring belangstelling voor PL is gewekt – dat een nadere concretisering van PL als socialistische voorhoedeorganisatie tot stand komt; een organisatie die zich zeer duidelijk onderscheidt van de PSP en van alle vage bureaucratische hervormingsstromingen, zowel op het vlak van ideologische oriëntering en program, als op dat van de actie. De leiders van PL zijn te bewuste socialisten om daarbij te vervallen enerzijds in de verleiding van een verdrinken in activisme, anderzijds in die van een sektarische cultus van principes. Het vinden van de juiste wisselwerking tussen doeltreffende actie en principiële revolutionaire verduidelijking in ideologische lijn en program is overigens ook voor de allerbeste socialisten steeds een buitengewoon moeilijke opgaaf. Daaraan kan alleen worden voldaan door de reeds genoemde samenwerking van alle revolutionaire tendensen en elementen. Nodig is daartoe: de opbouw van een democratisch centralistische organisatie, met – in tegen stelling tot de PSP – echt tendensrecht; de ontwikkeling van een revolutionair overgangprogram voor Nederland dat de schakel kan vormen tussen de veelheid van dagelijkse economische, sociale, technisch-hygiënische en culturele eisen van de massa, en de oriëntering op de strijd voor de omverwerping van het kapitalisme.

Wij, Nederlandse Sectie van de Vierde Internationale, zijn bereid, aan de doeleinden die PL zich in die richting stelt, onze medewerking te verlenen.
Pol. Bureau