V.I. Lenin
Wat te doen?
De onderhavige brochure moest — volgens het oorspronkelijke plan van de schrijver — gewijd zijn aan de grondige ontwikkeling van de gedachten, die in het artikel “Waarmee te beginnen?” (“Iskra”, Nr. 4. Mei 1901) zijn vervat. Voor alles moeten wij de lezer onze verontschuldiging aanbieden wegens de late vervulling van de daar gegeven (en bij de beantwoording van vele persoonlijke verzoeken en brieven herhaalde) belofte. Eén van de oorzaken van deze vertraging was de in Juni van het afgelopen jaar (1901) ondernomen poging tot vereniging van alle buitenlandse sociaaldemocratische organisaties. Het lag voor de hand de resultaten van deze poging af te wachten, want bij het slagen daarvan zou het wellicht nodig zijn geweest de organisatorische opvattingen van de “Iskra” van een ietwat ander gezichtspunt uiteen te zetten en in ieder geval zou het slagen van zulk een poging de zeer snelle beëindiging van het bestaan der twee richtingen in de Russische sociaaldemocratie hebben beloofd. Zoals de lezer bekend is, eindigde de poging met een mislukking en kon zij, zoals wij hieronder zullen aantonen, na de nieuwe wending van de “Rabotsjeje Djelo” in nr. 10 naar het economische ook niet anders eindigen. Het bleek absoluut noodzakelijk, tegen deze vage en weinig bepaalde, maar daarvoor des te taaiere en telkens in veelsoortige vormen weer oplevende richting een vastberaden strijd aan te binden. Dienovereenkomstig is het oorspronkelijke plan van de brochure gewijzigd en zeer belangrijk uitgebreid.
Haar voornaamste onderwerp moest uit drie vraagstukken bestaan, die in het artikel “Waarmee te beginnen?” waren gesteld. En wel: de vraagstukken van het karakter en de voornaamste inhoud van onze politieke agitatie, van onze organisatorische taak, van het plan om tegelijkertijd en van verschillende kanten een strijdvaardige algemeen-Russische organisatie op te bouwen.
Deze vraagstukken hebben sedert lange tijd de belangstelling van de schrijver, die ze reeds in de “Rabotsjaja Gazeta” bij één van de mislukte pogingen om het blad weer uit te geven, heeft trachten op te werpen (zie Hoofdst. V). Maar het oorspronkelijke voornemen om zich in de brochure tot de analyse van slechts deze drie vraagstukken te beperken en zijn opvattingen naar mogelijkheid in positieve vorm uiteen te zetten, zonder, of bijna zonder, tot polemiek zijn toevlucht te nemen, bleek om tweeërlei redenen volkomen onuitvoerbaar te zijn. Enerzijds bleek het economisme veel levenskrachtiger dan wij hadden aangenomen (wij gebruiken het woord economisme in ruime zin, zoals het in Nr. 12 van de “Iskra” (December 1901) in het artikel “Een onderhoud met de verdedigers van het economisme” werd uitgelegd, waarin, om zo te zeggen, een ontwerp voor de hierbij de lezer aangeboden brochure werd ontworpen) Het bleek onbetwistbaar, dat de verschillende opvattingen over de oplossing van deze drie vraagstukken in veel grotere mate uit de fundamentele tegengesteldheid van de twee richtingen in de Russische sociaaldemocratie, dan uit de meningsverschillen over bijzonderheden te verklaren zijn. Anderzijds heeft het gebrek aan begrip van de economisten voor de praktische toepassing van onze opvattingen in de “Iskra” met alle duidelijkheid getoond, dat wij dikwijls letterlijk verschillende talen spreken, dat wij het daarom niet met elkaar eens kunnen worden, indien we niet ab ovo[1] beginnen; dat het noodzakelijk is een poging te doen tot een zo populair mogelijke, door uiterst talrijke en concrete voorbeelden verduidelijkte, stelselmatige “opheldering” van alle kernpunten van onze meningsverschillen met alle economisten. En ik besloot zulk een poging tot “opheldering” te doen, waarbij ik mij volkomen bewust was, dat dit de omvang van de brochure zeer sterk zou vergroten en haar verschijnen vertragen, — maar ik zag tegelijkertijd geen mogelijkheid om mijn, in het artikel “Waarmee te beginnen” gegeven belofte op een andere wijze te houden. Aan de verontschuldiging wegens de vertraging moet ik derhalve nog een verontschuldiging toevoegen wegens de geweldige gebreken in de literaire afwerking van de brochure: ik moest in de grootste haast werken en werd bovendien door allerlei ander werk gestoord.
De analyse van de bovengenoemde drie vraagstukken vormt als voorheen het voornaamste onderwerp van de brochure; maar ik moest met twee meer algemene kwesties beginnen: waarom is voor ons een zo “onschuldige” en “natuurlijke” leuze als de “vrijheid van kritiek” een waar krijgssignaal? Waarom kunnen wij het zelfs niet over de fundamentele kwestie van de rol der sociaaldemocratie tegenover de elementaire massabeweging eens worden? Verder werd de uitéénzetting van de opvattingen over het karakter en de inhoud van de politieke agitatie tot een verklaring van het onderscheid tussen trade-unionistische en sociaaldemocratische politiek en de uitéénzetting van de organisatorische opvattingen tot een verklaring van het onderscheid tussen het handwerkersgedoe, dat de economisten bevredigt, en de naar onze opvatting noodzakelijke organisatie van de revolutionairen. Vervolgens houd ik des te sterker vast aan het ‘plan’ van een algemeen-Russisch politiek blad, hoe minder houdbaar de daartegen ingebrachte tegenwerpingen waren en hoe minder zakelijk men mij op de in het artikel “Waarmee te beginnen?” gestelde vragen heeft geantwoord, — op de vraag hoe wij ons gelijktijdig, van alle kanten, aan de opbouw van de voor ons noodzakelijke organisatie kunnen zetten. Tenslotte hoop ik in het slotgedeelte van de brochure aan te tonen, dat wij alles hebben gedaan wat van ons afhing, om de besliste breuk met de economisten te voorkomen, die evenwel onvermijdelijk bleek te zijn; dat de “Rabotsjeje Djelo” een bijzondere, zo men wil: “historische” betekenis heeft verworven, doordat zij het meest volkomen, het meest plastisch, niet het consequente economisme, maar die verwardheid en die weifeling tot uitdrukking heeft gebracht, die de bijzondere trek van een geheel tijdvak in de geschiedenis van de Russische sociaal- democratie zijn geweest; — dat derhalve ook de op het eerste gezicht uitermate uitvoerige polemiek met de “Rabotsjeje Djelo” betekenis verkrijgt, want wij kunnen niet vooruit gaan wanneer wij dit tijdvak niet definitief liquideren.
_______________
[1] Letterlijk: “van het ei af”, waarmee bedoeld wordt: van het begin af.