Ron Blom

Wie was Paul Lafargue?


Bron: De Internationale, Nederlandstalig theoretisch orgaan van de IVe Internationale, 1997, winter (nr. 60), jg. 41
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren?

Qr-MIA

       
Leest u dit met een smartphone?
Met (enkele) smartphones moet u zelf uitmaken welke modus voor u geschikt is


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:


Verwant
Paul Lafargue-archief
Marx/Engels-archief
De Franse Revolutie


Paul Lafargue was één van de leidende figuren in de Franse socialistische beweging ten tijde van de Eerste en de Tweede Internationale. Als vriend en collega van Marx en Engels verwierf hij zich een internationale reputatie als schrijver en propagandist. In zijn grafrede zei Lenin dat de arbeiders en alle sociaaldemocraten van Rusland “een groot respect hadden voor Lafargue als zijnde één van de meest begaafde verspreiders van de marxistische ideeën, ideeën die zo geweldig bevestigd werden door de klassenstrijd ten tijde van de Russische revolutie en contrarevolutie” (van 1905).

Lafargue werd in 1842 te Santiago da Cuba geboren in een Cubaans plantergezin. Onder zijn directe voorouders bevonden zich een vluchteling van de Franse Revolutie, een Franse jood, een mulat en een Caribische indiaan. In 1851 vertrok het gezin naar Frankrijk alwaar hij Franse scholen doorliep om daarna naar de Universiteit te gaan om medicijnen te studeren. Hij ontmoette Marx voor het eerst in 1865 en in datzelfde jaar geraakte hij in moeilijkheden met de autoriteiten vanwege het organiseren van een internationale studentenconferentie in Luik. Bestempeld als een opponent van het regime van Napoleon III werd hij drie jaar later gedwongen Frankrijk te verlaten. Hij pakte in Londen zijn medische studie weer op.

Proudhon


In die periode stond Lafargues visie dicht bij die van de Franse radicale democraten en tot ongenoegen van Marx stond hij onder invloed van het gedachtegoed van Proudhon en de positivisten. Als regelmatig bezoeker van het gezin Marx verloofde hij zich in 1866 met Marx’ jongste dochter Laura, waarna zij in april 1868 trouwden. De wat jaloerse Marx had zijn twijfels bij deze toekomstige schoonzoon en stond erop dat hij zou bewijzen dat hij in staat was om zijn dochter te onderhouden. Over het algemeen beklaagde Marx zich over Lafargues koppigheid waardoor hij ervan verdacht nog steeds sympathie te hebben voor de ideeën van Proudhon. Soms kwam Lafargue op een nogal grove manier aan bod in de brieven van Marx: “Die verdomde Lafargue verveelt me met zijn proudhonisme, en hij zal me niet met rust laten voordat ik hem zijn creolenhersens heb gekraakt”. Toch bleken ze goed met elkaar op te kunnen schieten en hij werd de favoriet van Engels die hem bijna als een zoon behandelde.

In de maalstroom


Tegen het einde van 1868 keerde hij terug naar Frankrijk; hij werkte daar als arts en journalist. Na actief te hebben deelgenomen aan de Commune van Parijs vluchtte Lafargue naar Spanje, waar hij actief was in de kleine socialistische partij. Tegen het einde van 1872 keerde hij weer naar Londen terug en verbleef daar vervolgens tien jaar. Hij verdiende de kost als fotograaf, waarbij hij tegelijkertijd artikelen en pamfletten schreef; met Marx en Guesde nam hij deel aan de voorbereiding van het program van de Franse partij. Na de amnestie van de Communards, in de lente van 1882 keerde hij naar Frankrijk terug. Hij werkte als employé en was tegelijkertijd de actiefste verspreider van het marxisme in Frankrijk; hij schreef veel, hield overal in Frankrijk lezingen en werkte met Guesde samen in de leiding van de partij. Eenmaal in 1891 werd hij als afgevaardigde gekozen. Samen met Laura pleegde hij in 1911 zelfmoord, niet uit wanhoop, maar om bijtijds de gebreken van de ouderdom te ontvluchten.

Rijk oeuvre


Lafargue schreef verhandelingen over bijna alle gebieden van de maatschappelijke kennis: filosofie, geschiedenis, etnologie, taalkunde, godsdienstwetenschap, literatuurkritiek (bijvoorbeeld zijn bekende pamflet tegen Victor Hugo), economie – alles lag binnen het bereik van zijn pen.

De belangrijkste schriftelijke producten van Lafargue zijn de verhandelingen over die betrekking hebben op de algemene theorie van het historisch materialisme (Le déterminisme économique: La méthode historique de Karl Marx, 1907), de populaire brochure onder de titel Het recht op luiheid (Le droit à la paresse, 1883), het samen met Guesde geschreven commentaar op het partijprogram (Le Programme du Parti Ouvrier, 1883) en de discussie uit 1895 met Jaurès over het historisch materialisme.

Vanuit vrouwenstandpunt


Minder bekend zijn Lafargues geschriften over de positie van vrouwen. Sinds kort is er een Duitstalig boek uitgegeven waarin vele teksten gebundeld zijn, die ingaan op de verhoudingen tussen de seksen. Hij maakte gebruik van etnologische studies, mythen, religies, volksgebruiken en in die tijd actuele teksten en gegevens, waarin vaak weer dezelfde rode draad te vinden is: de ontwikkeling van het eigendom wordt in eerste instantie in verband gebracht met de verhoudingen tussen de seksen om daarbinnen weer de logica van het kapitalistische produceren te onthullen. “De machine die de vrouw in haar gezinsfuncties vervangt, die haar wegtrekt van huis en haard, die haar weghaalt van de wieg van haar kinderen, die haar in de kapitalistische gevangenis werpt en haar foltert, waarmee ze gedwongen wordt aan de industriële productie deel te nemen, die haar op die sociale functies terugwerpt, die zij ten tijde van het primitieve communisme vervuld had; juist deze machine dwingt haar, de grootse rol van leidster weer op te nemen die ze in de eerste periode van de mensheid gespeeld heeft. Een rol waarvan de herinnering voor ons bewaard is gebleven in de sagen en legenden van de oorspronkelijke religies.”

Speurtocht


Het is vooral een zoektocht naar de strijd achter alle veranderingen. Lafargue schrijft bijna werkelijk vanuit het standpunt van vrouwen. Dat breng hem daarmee dan ook tot andere methoden van empirisch onderzoek en tot ander materiaal uit de geschiedenis. Zo zoekt hij in mythen en legenden de strijd tussen de geslachten. Eén van zijn meest interessante teksten is een verzameling van bruiloftsliederen en -gebruiken, waarin hij aantoont dat men zich al vroeg bewust was van de positieverslechtering die vrouwen ondergingen als echtgenoten en als toekomstig moeder van een gezin. De liederen laten zich lezen als een levende ideologiekritiek.

Paul Lafargue zoekt de revolutionaire omwenteling van moeder- naar vaderrecht en ontdekt in de geschiedschrijving de nivellering en harmonisering van elke revolutie naar zijn vreedzame overgang. “In de tijd van Homerus staat de vrouw in het middelpunt van de sagen; overal grijpt ze eigenhandig in. De overlevering die hoofdzakelijk via de mannen doorgegeven wordt, heeft niets bewaard dan de herinnering aan haar misdaden... De getrouwde vrouwen verdwijnen uit het openbare leven in Athene, uitgeschakeld door de nieuwe organisatie van het gezin, beschimpt in het theater door de onbeschaamde en ruwe spot van Aristophanes, hetgeen welgevallen navolging krijgt door de kerkvaders, de moraalfilosofen en de geletterden.”

Oercommunisme


Uitgangspunt voor Lafargue is de primitieve communistische gelijkheid. Echter de idylle van de ‘gelukkige wilde’ was bij hem eerder een kritiek op de industriële maatschappij dan een reëel voorstel voor een ‘terugkeer naar de natuur’. “Het is bewezen dat de mens in de communistische gemeenschap geen gevoelens van afgunst noch van ouderliefde kent. Mannen en vrouwen leven in polygamie, de vrouw neemt zoveel mannen als haar schikt, en de man zoveel vrouwen als hij kan; reizigers berichten desondanks dat deze brave lieden meer tevreden en eensgezind leven dan de leden van het treurige en egoïstische en monogame gezin”, zegt hij in een discussie met Jaurès.

Lafargues marxisme


Ofschoon Lafargue overvloedig schreef over marxistische theorie voor de Franse socialistische pers evenals voor Der Neue Zeit, hét gezaghebbende tijdschrift voor marxistische studies in die dagen, bestaat er geen twijfel over dat hij het op een nogal dogmatische en ietwat mechanische wijze interpreteerde, op de manier van Karl Kautsky. Hij zag het historisch materialisme te beperkt als een vorm van economisch determinisme en hij was niet in staat de dialectische kant van de marxistische filosofie te bevatten. Hij dacht bijvoorbeeld dat de moderne industriële technieken de arbeidersklasse er vanzelf toe zou brengen te breken met de religie en dat er daarom dus geen behoefte was aan atheïstische propaganda. Toch heeft Paul Lafargue in een tijd van weliswaar numerieke groei van de socialistische beweging in Frankrijk, maar waarbij de theorievorming sterk achterbleef, enige bijdrage aan de theorie geleverd. Het werk van Lafargue vormt daarom ook een fase in de ontwikkeling van de marxistische theorie.


Bibliografie

Het recht op luiheid (met een inleiding van A.L. Constandse), P. Lafargue, 1974 Amsterdam.

The Evolution of Property en Social and Philosophical Studies, P. Lafargue, 1975 Londen.

Geschlechterverhältnisse, ausgewählte Schriften (uitgegeven door F. Keller en met een inleiding door F. Haug), P. Lafargue, 1995 Hamburg.