Geschreven: 28 februari 1935
Bron: Nederlandstalige Trotski Bibliotheek 22. Revolutionair-Socialistische Publicaties, Groningen 2007. Door Karel ten Haaf. Facsimile-uitgaven van teksten van Trotski in het Nederlands
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
Laatste bewerking: 20 juni 2009
Verwant: • Henk Sneevliet-archief |
Waarde Vriend,
Ik ben in het bezit van je schrijven van 21 februari over de conferentie van het Amsterdamse Bureau. Over dezelfde aangelegenheid heb ik nog een tamelijk uitvoerig verslag van de Poolse kameraad Victor die de conferentie als gast bijwoonde. Bovendien heb ik nog een nummer van L’Emancipation voor mij, het orgaan van Doriot, met een artikel en het begin van een verslag over de conferentie. Hoe onvoldoende deze informatie ook is (de tekst der besluiten ontbreekt mij nog volkomen), haast ik mij toch met een voorlopige beoordeling van de resultaten dezer conferentie.
1. De NAB was niet vertegenwoordigd, d.w.z. heeft uit eigen initiatief juist op het door haar gekozen moment, de breuk voltrokken. De NAB was de enige werkelijke massapartij in het Amsterdamse Bureau. De vormloosheid van het Amsterdamse Bureau werd vooral door de noodzakelijkheid van de aanpassing aan de “grote” Noorse partij verklaard en verontschuldigd. Thans voelt Tranmael zich in de haven en zegt tot de waarde Schwab: de moor volbracht zijn plicht; de moor kan gaan. Een onschatbare les voor allen, die beginselloos combineren voor de hoogste kunst van de politiek houden.
2. Tegelijkertijd heeft Schwab met ons zeer vijandig gebroken — juist wegens zijn genegenheid voor de grote Noorse partij. Thans heeft hij rechts de enige werkelijke massapartij verloren en links de verbinding met de IKL verbroken, d.w.z. met een organisatie, die in de huidige chaos der arbeidersbeweging een zeker ideologisch kapitaal vormt. Ook verder zal het hem niet anders gaan, want ons tijdperk is tegenover organisaties, die slechts bijeengehouden worden door een dun plaksel van niets zeggende formules, onverbiddelijk.
3. Met de Zweedse partij schijnt het niet anders te staan dan met de NAP. Alleen dat de Zweden in hun rechtse koers achter Tranmael ten achter zijn en dus op deze etappe nog de vlag van het Amsterdamse Bureau nodig hebben.
4. Dat de ILP met de Tweede Internationale “definitief” gebroken heeft om haar vruchteloos gescharrel met de Derde voort te zetten, beschouw ik niet als een vooruitgang: het is slechts een andere vorm van dezelfde verwarring. Indien Tonner Brookway zich voor het program van de Vierde Internationale zou hebben uitgesproken om daarop in de Labour Party terug te keren, dat zou een werkelijke vooruitgang geweest zijn.
5. In het jaar 1874 schreef Engels aan Serge met betrekking tot een Proudhonistisch-anarchistische conferentie: “Algemene onenigheid over alle belangrijke zaken, die verborgen is, omdat men niet debatteert, doch slechts vertelt en aanhoort”. Deze schitterende karakteristiek past uitstekend op de conferentie van de Arbeidsgemeenschap. Alleen zijn in onze tijd dergelijke “gemeenschappen” nog veel minder levensvatbaar dan zestig jaar geleden.
6. Dat jij en Schmidt zo beslist en scherp met betrekking tot de Vierde Internationale stelling hebben genomen, is verheugend. Doch dat geeft aan de conferentie niet haar stempel. Integendeel. In het eerste artikel, dat mij over de conferentie in handen komt, geeft Doriot onder een stroom van overdreven en volkomen nietszeggende frasen, slechts één enkele concrete en nauwkeurige mededeling, namelijk: “Wij hebben geen nieuwe Internationale gesticht. Dit idee van het trotskisme is formeel door de conferentie veroordeeld.” Alle deelnemers zullen over de conferentie ongeveer op dezelfde wijze geschreven hebben: [onleesbaar] me frases over vernieuwing, eenheid, strijd tegen de oorlog, enz., met één enkele precisering: de Vierde Internationale en de trotskisten heeft men veroordeeld. Door dit “concreet” resultaat voelen de lieden zich boven de leegte van hun andere resultaten verheven. Dat geeft hun een soort morele bevrediging. Als je mijn brief, die ik je anderhalve maand of twee maanden geleden schreef, naleest, zal je de kleine voorspelling vinden: de lieden zullen zich van de Vierde Internationale afwenden en dat zal de “positieve” inhoud van de conferentie zijn.
7. De verwoestende werking der SAP verwarring is in het hoofdartikel van Doriot duidelijk te bespeuren. Hij speelt het klaar in één adem over het volkomen bankroet der Tweede en Derde Internationale te spreken en daarbij de idee der Vierde Internationale “formeel te veroordelen”. Dat is je reinste Walcherschool. De Vierde Internationale moet immers uit het “proces” ontstaan en Walcher met zijn conferenties schijnt met dit proces[1] iets te maken te hebben. Misschien meent Walcher zelfs, dat het voor het “proces” bevorderlijk is, wanneer Walher zich niet in de dingen der Vierde Internationale mengt. En ik kom steeds meer tot de conclusie, dat hij met deze veronderstelling niet eens zo heel ver mis is.
De resolutie van de BAP heb ik, zoals gezegd, nog niet; doch ik ken de muziek en ook de kapelmeester. De historische zending van de SAP documenten bestaat daarin, de ergste verwarringstichters en centristen buikpijnen te besparen.
8. Men heeft getracht met de linksen der tweede Internationale een overeenkomst af te sluiten. Vergeefs! En indien men op dit gebied ook succes zou hebben, dan zou het toch niet lang duren. Onder de druk der grote gebeurtenissen en grote gevaren zoeken de in beweging geraakte centristische elementen óf naar krachtige materiële ondersteuning óf naar ideologische klaarheid. Dezen, meestal sceptici en cynici, zoeken de weg naar Moskou, genen de weg naar ons. De vaan van de SAP kan op langere termijn waarlijk geen massaorganisatie of ernstige richting tot zich trekken. Indien wij het anderhalf jaar geleden afgesloten Pact van Vier standvastig en systematisch ontwikkeld, gemeenschappelijke programmatische documenten uitgegeven, verbindingen onder de banier der Vierde Internationale aangeknoopt hadden, dan zouden wij thans natuurlijk de Spaanse socialistische jeugd, de Oostenrijkse Schutzbunders, enz. aanzienlijk meer imponeren. Met verraad van de SAP heeft slechts aan de stalinistische bureaucratie voordeel gebracht. Dit verraad hoeft veel moeilijkheden teweeg gebracht, doch onze weg niet kunnen veranderen.
9. Men heeft een antioorlogscomité geschapen en voor dit comité heeft men de Belgische linksen gewonnen. De Belgische linkervleugel staat nu echter, zoals kameraad Victor meldt, op zuiver pacifistisch standpunt: “tegen iedere oorlog”, “geen verschil tussen de USSR en de kapitalistische staten in de oorlog”, enz. In een woord, sentimenteel-reactionaire, kleinburgerlijke onzin, die zoals het schijnt door de conferentie in het geheel niet afgewezen is. Waarom ook? Men heeft toch met de veroordeling van de Vierde Internationale genoeg te doen. En dan, indien men de pacifistische filisters klare wijn geschonken had, dan zou het fameuze antioorlogscomité in het geheel niet tot stand gekomen zijn. Vijf eenvoudige arbeiders in een willekeurig kapitalistisch land, die ernstig trouw zweren aan de leninistische beginselen van de antioorlogspolitiek zijn in geval van oorlog honderd maal belangrijker dan deze soort comités, die door de eerste windhoos van de oorlog als kaartenhuisjes omver geblazen zullen worden.
De SAP-lieden hebben in ieder geval de conferentie of liever zichzelf daarmee trachten te troosten, dat ook opportunistische leuzen dikwijls tot revolutionaire acties voeren. Zij zijn waarlijk kostelijk met de resten van hun brandleriaanse wijsheid. In ieder geval stelt Walcher zich voorlopig tevreden met opportunistische leuzen: voor “de revolutionaire acties” zal wel het “proces” zelf moeten zorgen.
10. De moraal der geschiedenis heeft dit keer Zyromski volgens mijn mening zeer juist gesproken, doordat hij de deelnemers de raad gaf: in plaats van ons in uw Bureau uit te nodigen, moet gij zelf terug naar Tweede en Derde Internationale om van binnen uit de vereniging voor te bereiden. Dat is in ieder geval een politieke gedachte: als men niet de wil of de moed heeft voor de Vierde Internationale te strijden, dan moet men in de oude Internationalen terugkeren om ze op die wijze te verbeteren of aaneen te smeden.
11. Ik kreeg zo-even de SAP-resolutie over de Vierde Internationale. Het prul ziet er precies zo uit als het er uit moet zien. Men spreekt over het “échec” van de twee Internationalen en men belast de heilige Nicolaas, d.w.z. het historische “proces” met de taak een nieuwe Internationale — God weet op welke beginselen — op te richten. Men is door de toestand gedwongen (en ook een weinig door ons) “iets” over het netelige thema te zeggen en men past er vooral voor op, dat datgene wat men zegt, in geen enkele richting tot iets verplicht.
Gelijktijdig kreeg ik de verklaring van Brockway, Kilbom en Kruc waarin staat, dat de oriëntatie naar de Vierde Internationale een splitsing in het comité zou betekenen. De fysionomie van de conferentie is dus voltooid.
12. Het belangrijkste bij ieder politiek organisme is de tendens van de ontwikkeling. Beschouwen wij de tijd van augustus 1933 tot februari 1935, dan kunnen wij ondanks de grote gebeurtenissen, die [er] tussen plaats vonden, absoluut geen vooruitgang constateren, noch kwantitatief, noch kwalitatief. Bij de NAP beloofden dezen de top te beïnvloeden, genen de schepping van de linkervleugel, tenminste de toetreding van de Mot Dag; niets van dien aard is gebeurd. Door de verbinding met Tranmael heeft men de kritiek belemmerd en hem daarmee geholpen de oppositie te verstikken. En het verval van de NAP, overtreft verre de kleine nieuwe aanwinsten. Ideologisch heerst dezelfde verwarring, doch tengevolge van de verlopen tijd is zij veel erger en gevaarlljker geworden.
Is er de minste reden om aan te nemen dat de dingen in de toekomst beter zullen worden? Eens in anderhalf jaar komen een paar dozijn mensen bij elkaar, die allen reeds lang hun politieke opvoeding voltooid hebben en het Amsterdamse Bureau slechts als veiligheidsklep tegen de eigen linksen gebruiken. De spits van hun kritiek en vooral van hun diepe haat is naar links gericht, tegen ons. Men slaat geen bindende besluiten, men heeft geen orgaan voor de discussie, de bijeenkomsten en het Bulletin dienen slechts, zoals Engels zegt, om te vertellen en aan te horen. Voor de eigen leden kletst men dan wat bij elkaar op de manier van Doriot. (Geen Vierde Internationale, maar de totale eenheid van de arbeidersklasse). Een schijngemeenschap zonder inhoud, zonder perspectieven, zonder toekomst.
Thans kom ik tot de praktische besluiten. Je hebt mij, waarde vriend, geschreven, dat je uit overwegingen betreffende de op handen zijnde fusie met de OSP mijn kritiek op het ontwerp van de resolutie van de SAP in het orgaan van de RSP niet publiceren kunt. De zaak der versmelting der beide Hollandse organisaties is zo belangrijk, dat ik voor mijn persoon bereid ben aanzienlijke onkosten in de koop toe te nemen. Ik verzoek je dus het volgende in geen geval als verwijt te beschouwen, doch slechts als analyse op grond van een belangrijk symptoom.
De SAP is de leidende organisatie van het Amsterdamse Bureau, niet omdat zij ideeën heeft, doch integendeel, omdat zij de heterogene groepen helpt afstand te doen van ideeën en zijzelf heeft het gemakkelijk, omdat de ideeën voor de heren waardeloos zijn. Juist omdat wij streng aan ideeën vasthouden, haten zij ons. Deze haat is naar aanleiding van de crisis vanwege de toetreding van onze Franse sectie tot de SFIO in de meeat weerzinwekkende vorm tot uitdrukking gekomen: gisteren omarmde men de Kadt tegen de “sektariërs”; thans verbindt men zich met de hysterische sektariër Bauer tegen ons. De lieden generen zich geheel niet ons vóór, op en na de conferentie op de scherpste wijze te bekritiseren. In deze situatie ziet de RSP van Holland zich gedwongen van te voren afstand te doen van de kritiek op een ontwerpresolutie en dit nog vóór de RSP met de OSP gefuseerd is. Werkelijk dit kleine feit verlicht als een bliksemstraal de gehele kwestie van het Amsterdamse Bureau. Er herhaalt zich hier overigens een wet, die men reeds honderden keren in veel grotere omvang waargenomen heeft: de centristen, ook de linksen, hebben steeds respect voor de opportunisten en voelen zich zeer gevleid en aangemoedigd, als deze zich een lachje naar links veroorloven. Tegelijkertijd zijn de centristen zeer verontwaardigd, als de onopgevoede “sektariërs” (d.w.z. marxisten) hun door ontijdige kritiek de vreugde over het lachje van de vrienden op de rechtervleugel vergallen. Als de tentriet zijn grote combinaties maakt, buigt hij altijd naar rechts en sist naar links: houd je mond! En deze druk moest de RSP reeds bespeuren, toen zij bij wijze van voorschot afstand deed van de publicatie van een volkomen rustige, principiële en zakelijke kritiek. Is dat niet symptomatisch?
De Saarstemming was een treffende bevestiging van onze analyse van de toestand der Tweede en Derde Internationale. Men kon zich geen beter laboratoriumexperiment wensen voor de controle van onze internationale oriëntatie. Ook in Frankrijk staat het niet anders. Overwinnen kan het Franse proletariaat alleen tegen de beide officiële partijen. Als het echter bezwijkt, dan zal het voor altijd zowel de socialisten als de stalinisten begraven. Op deze principiële historische feiten moeten wij steunen, als wij ons voor de lange weg willen vastleggen. Om reeds uit de Saarkwestie alleen de belangrijkste lessen te trekken, moeten wij onverbiddelijk de verwarring van een Walcher, van een Doriot, enz., aan de arbeiders tonen. Want deze vormen, juist omdat zij onze gebaren nadoen om zich tenslotte toch tegen ons te keren, de onmiddellijke belemmering op de weg naar de Vierde Internationale. Het hoge recht op de schijngemeenschap met hen te kopen door afstand te doen van de kritiek of ook maar door de kritiek op hen te beperken, lijkt mij een misdaad.
(Notabene: En je moet reeds zelf toegeven, dat de toetreding van onze Franse sectie tot de SFIO niets te maken heeft met een dergelijk afstand doen van de kritiek. Integendeel, nooit hebben onze Franse vrienden de opportunisten zo scherp, zo concreet en zo zakelijk bekritiseerd als juist thans, Want de combinaties met de centristische toppen achter de rug der massa’s, dat is één; iets andere is de arbeid in een massaorganisatie tegen de centristische toppen).
Ik herhaal de samensmelting der beide Hollandse partijen is zo belangrijk, dat wij ook bereid zijn de onkosten te dragen. Doch onder één voorwaarde: de IKL moet zich volkomen bewegings- en kritiek- vrijheid tegenover het Amsterdamse Bureau voorbehouden. Daar de Verenigde Hollandse partij voorlopig tot het Amsterdamse Bureau wil behoren, zie ik absoluut geen reden, waarom onze vriend Schmidt afstand zou doen van het secretariaat. Juist integendeel. Hij zal de ervaring veel consequenter en voordeliger op de post van secretaris kunnen opdoen. Dat wij echter thans na de Parijse conferentie onze houding tegenover het Amsterdamse Bureau zouden veranderen, houd ik, tenminste voor wat mijn persoon betreft, voor zo goed als uitgesloten. Zal het in de toekomst anders zijn? Dat zal ons de toekomst leren.
Wat moet men echter thans doen? Een kleine, doch belangrijke stap in de richting van de nieuwe Amerikaanse Workers Party. In haar beginselverklaring heet het:
Artikel III. Internationale verbinding:
De partij is bij haar ontstaan niet verbonden met een andere groep, partij of organisatie in de Verenigde Staten of elders. Haar Nationaal Comité is gemachtigd broederlijke relaties aan te knopen met groepen en partijen in andere landen en, als zij staan op hetzelfde beginselprogram als haar eigen, samen te werken met haar in de uitwerking van een compleet wereldprogram en de spoedigst mogelijke vestiging van de nieuwe revolutionaire Internationale. Het tot stand brengen van enige organisatorische verbinding moet voorgelegd worden aan een Nationale Conventie van de Partij.
Ik vestig jouw en kameraad Schmidts aandacht op deze hoogst belangrijke paragraaf. Hier gaat het niet om een verwarrende verbroedering met Jan en alleman op grond van een wisjewasje program om de enige reden, dat men noch tot de Tweede, noch tot de Derde Internationale behoort.
Neen, neen! zeggen de Amerikanen, wij willen ons alleen met die organisaties vast verbinden, die op dezelfde beginselgrondslag staan als wij om met haar tezamen een nieuwe revolutionaire Internationale op te bouwen. Dat is een waardige taal. Ik ben er zeker van, dat de verenigde Hollandse partij geen andere zal spreken. Daarom is het de eerste plicht van de verenigde Hollandse partij zich tot de verenigde Amerikaanse partij te wenden met het voorstel, gemeenschappelijk een systematische actie in de richting van de Vierde Internationale te voeren. De oude Verklaring van Vier, voor mijn part omgewerkt, gecorrigeerd, verbeterd, enz., zou als uitgangspunt kunnen dienen. Tezamen met het Internationale secretariaat der bolejewiek-leninisten moet men zich dan voor het laatst tot de SAP wenden: of zij aan onze voorbereidende, niets decreteren willende arbeid deelnemen wil of niet?
Kameraad Schmidt heeft zich, als ik goed geïnformeerd ben, op de Parijse conferentie geheel open en loyaal het recht voorbehouden voor de Vierde Internationale te strijden. Als wij in overeenstemming daarmee een voorbereidende programcommissie scheppen, die over de belangrijkste vragen van de internationale beweging haar ernstig goed gefundeerd woord spreekt, dan zal deze commissie, zonder op welke administratieve rechten dan ook aanspraak te maken, voor alle naar links gerichte groepen en tendensen een onvergelijkelijk grotere aantrekkingskracht uitoefenen dan het Amsterdamse Bureau. In ieder geval het [gaat] niet om een ultimatum: met ons of met Amsterdam. De Hollandse partij kan rustig, als zij het nodig acht, in het Amsterdamse Bureau blijven en gelijktijdig met ons de boven beschreven voorbereidende arbeid beginnen. De ervaring zal ons allen dan leren.
Dat is het praktische voorstel, dat ik doormiddel van deze brief aan alle leden van het plenum gelijktijdig doe. De praktische beslissing ligt echter bij de toekomstige leiding van de verenigde Hollandse partij.
Met beste groeten,
Crux.
Postscriptum:
Ondanks de lengte van deze brief schijnt het mij dat hij met betrekking tot de SAP niet uitvoerig genoeg is en dat in dubbel opzicht: theoretisch en in de feiten. Daarom twee belangrijke aanvullingen:
a) Ik heb onze kameraad Adolphe verzocht een uitvoerig verslag over het Pact van Vier, d.w.z. onze pogingen voor samenwerking met de SAP op grond van authentieke documenten voor onze secties op te stellen. Ook voor de terzijde staanden zal daaruit met absolute zekerheid blijken, dat de SAP vertegenwoordigers geen enkele gelegenheid hadden om zich uit te spreken tegen onze zogenaamde wens de Vierde Internationale in eens van stapel te laten lopen, laat staan te stemmen. De meningsverschillen beperkten zich tot de vraag of men Tranmael & Co dulden, vleien of openlijk bekritiseren moest. Ook deze vraag stelden wij nooit als ultimatum. Wij zelden steeds: dat is onze mening, doen jullie echter je ervaring met Tranmael op; wij houden ons echter het recht van kritiek voor, niet alleen tegenover Tranmael, doch ook tegenover jullie ervaring met Tranmael. De toon van onze kritiek was steeds zeer voorzichtig en vriendelijk. Wat echter de besluiten van beperkte waarde ten gunste van de Vierde Internationale betreft, die werden steeds eenstemmig aangenomen. Om de SAP-mensen gerust te stellen is de eenstemmigheid der besluiten op ons voorstel tot principe verheven. Walcher en de anderen schrokken echter na ieder besluit van hun eigen moed. Na een pas voorwaarts, maakten zij twee passen achterwaarts. Zij weigerden daarbij iedere uiteenzetting of ook slechts een schriftelijke verklaring. Zij beantwoordden eenvoudig de brieven niet en in halfprivate gesprekken beweerden zij, dat wij de Vierde Internationale in een ogenblik wilden improviseren. De werkelijke reden was en blijft dat zij het niet wagen aan een zo geweldige taak te beginnen. Hun indruk na iedere aanraking met ons was de volgende: “Maar deze mensen nemen de zaak geheel ernstig; neen, neen, zo gaat het niet” ...
b) De explosie van de haat tegenover ons naar aanleiding van de crisis in de Duitse sectie verwonderde velen. Waar kwam dit walgelijke leedvermaak vandaan? Waar kwam het bondgenootschap met Bauer vandaan? Deze gevoelens moesten toch diep in de centristische harten gegrift zijn, voor zij in de kolommen van “Neue Front” tot uitdrukking kwamen.
Walcher c.s. stammen uit de Brandlerschool. Tezamen met Brandler-Thalheimer hebben zij de revolutionaire situatie in 1923 laten voorbijgaan. Zij vonden niet de moed tot actie. Zoals thans met de Vierde Internationale, zo wilden zij destijds bij de Duitse revolutie, dat het historische “proces” hen van de plicht bevrijdde grote besluiten te slaan en de verantwoordelijkheid te nemen. Daarin bestaat juist het wezen van het linkse centrisme, welke meest betekenende vertegenwoordiger de Rus Martov was. In het perspectief accepteerde hij de dapperste beslissingen. Waar het er echter om ging de beslissende stap op de weg van deze beginselen te doen en zich dus praktisch te verbinden, is hij steeds opzij gesprongen. Hij gaf hiervoor echter in ieder geval veel geestiger verklaringen dan Walcher, c.s.
In de loop van de Chinese revolutie hebben de brandlerianen, met inbegrip van Walcher, de misdadige politiek van Stalin tegen ons ondersteund. Ook in de geschiedenis van het Anglo-Russische comité begrijpen Walcher en zijn mensen ook thans nog niet, waarin de misdaad van Stalin-Tomski bestond, die in een hoogst kritieke situatie de Generale Raad over de moeilijkheden heen hielp. Overigens is de houding van de SAP in het Amsterdamse Bureau slechts een verwaterde uitgave ven dezelfde politiek. Ook in de Russische kwestie ging Walcher met Brandler tot 1930, als ik mij niet vergis. Dat alles kon toch geen toeval zijn. In het jaar 1933 hebben wij een volkomen eerlijke en oprechte poging ondernomen om de lieden uit het centristische drek te helpen. Zij hebben echter door hun gehele wijze van handelen laten blijken, dat zij buiten dit drek niet kunnen leven.
Daarmee wil ik absoluut niet zeggen, dat alle leden of ook maar alle leiders definitief verloren zijn. Het bovengenoemde “proces” doorboort dikwijls niet zonder succes de hardste schedel. Wij willen echter tegenover de SAP-leiders niet dezelfde passieve politiek volgen, die zij tegenover hun rechtse vrienden toepassen. Wij moeten in de richting van de Vierde Internationale handelen en door de volbrachte daden de SAP voor de keuze stellen: met ons of tegen ons. Dat is de enige juiste politiek.
_______________
[1] De gehele geschiedenis van de strijd tussen bolsjewieken en mensjewieken is met dit woordje “proces” doorspekt. Lenin heeft altijd taken geformuleerd en de overeenkomstige methoden voorgesteld. De mensjewieken hebben zich in het algemeen voor dezelfde “doelen” uitgesproken, doch hun verwezenlijking aan het historische proces overgelaten. Niets nieuws onder de zon.