Eerste publicatie: 14 juni 1924, Pravda
Vertaling: Peter den Haan, voor LSP, december 2005
HTML: Maarten
Vanheuverswyn, voor het Marxists Internet Archive, januari
2006
Deze versie: Spelling aangepast
Deze toespraak, gegeven aan onderwijsstudenten van het Sokolniki[1] district op 10 juni 1924, werd op 14 juni afgedrukt in de Pravda en daarna als hoofdstuk in Zapad I Vostok (West en Oost), uitgegeven in juni 1924 door de Krasnii Nov Uitgeverijen in Moskou onder de titel Miy i Vostok.
Deze toespraak werd gegeven tegen de achtergrond van de nederlaag in de Duitse revolutionaire opstand de herfst daarvoor, waardoor het gevoel van isolement door de revolutionaire machtshebbers in de Sovjet-Unie toenam. Omdat Lenin in begin 1924 was overleden, was Trotski de leider met het meeste aanzien geworden in de wereld. Hij gaf deze lezing uit hoofde van zijn functie als Volkscommissaris van Oorlog en Bevelhebber van het Rode Leger. Maar binnen de leiding van de Sovjet-Unie kwam Trotski steeds geïsoleerder te staan. Hij stond in oppositie tegenover Jozef Stalin, die meer en meer de vertegenwoordiger werd van een groeiende laag van bureaucraten, die vooral bezig waren hun eigen machtspositie en privileges te versterken. Het gevecht binnen de Communistische Partij op dat moment ging met name over partijdemocratie en de beweging naar rechts, terug naar het kapitalisme.
In deze toespraak had hij waarschijnlijk twee doelen. In de eerste plaats het bestrijden van illusies in de linksreformistische regeringen die in Frankrijk en Engeland aan de macht waren gekomen, als voorbode van aanstaande revolutionaire ontwikkelingen aldaar. Iets waar velen op hoopten na het debacle in Duitsland. En het tweede doel was om zijn tegenstanders te waarschuwen geen vertrouwen te geven aan deze nieuwe ‘linkse’ regeringen als zogenaamde bolwerken tegen buitenlandse agressie gericht tegen de Sovjet-Unie of uitgesproken tegenstanders van het imperialisme. Al betoogde hij wel dat het een extra adempauze voor de Unie op zou leveren.
Om zijn betoog te ondersteunen plaatste Trotski een specifieke aanval op de machteloosheid van de zogenaamde Amsterdamse (of Twee en een halve) Internationale, een internationaal orgaan van reformistische vakbonden om het gevaar van een nieuwe imperialistische oorlog tegen te gaan. Deze waarschuwing ontstond waarschijnlijk omdat enkele weken eerder onderhandelingen waren opgestart tussen de Britse vakcentrale TUC, de kartrekker van de Amsterdamse Internationale en de Sovjet vakbonden, om tot politieke overeenstemming te komen. De uiteindelijke overeenkomst had verstrekkende dramatische gevolgen voor de Britse Algemene Staking in 1926.
Trotski gebruikt het voorbeeld van China om zijn punten over het pro-imperialistische beleid van deze nieuwe linkse regeringen in West Europa te onderstrepen. In die periode was er toenemende onrust in China, wat ook tot uiting kwam op de 1 mei viering in Sjanghai, waar zo’n 100.000 mensen demonstreerden. Dat was de eerste publiekelijke aankondiging van de zich ontwikkelende Chinese Revolutie, die een jaar later uitbrak. De heldere voorbeelden die Trotski gebruikt om de brutale rol van het ‘democratische’ Britse Imperialisme te beschrijven, vertonen duidelijke parallellen met het optreden van de “Anti-terreurcoalitie” van de Verenigde Staten en haar medestanders in Irak en Afghanistan van vandaag de dag.
Het is voor het eerst dat deze tekst in het Nederlands verschijnt, in juni 2004 is hij voor het eerst in het Engels verschenen, vertaald door Pete Dickenson. Het is op basis van zijn werk, dat deze vertaling heeft kunnen verschijnen. Waar ronde haakjes () in de tekst verschijnen, stonden die ook in de originele publicatie. De rechte haakjes [] geven redactionele toevoegingen ter verduidelijking aan.
Peter den Haan, december 2005.
Kameraden, men heeft voorgesteld dat ik een inleiding over de internationale situatie zou geven. Om eerlijk te zijn is het bijna onmogelijk om dit onderwerp in één toespraak in zijn
geheel te behandelen, met name omdat er veel hierover is gezegd op
verschillende congressen en bijeenkomsten. Ik hoop dat jullie in staat
zijn geweest de verslagen hiervan te lezen. Daarom zal ik wat
specifieke, maar wel kenmerkende kwesties uit de algemene situatie
belichten, die volgens mij het beste de internationale situatie
weerspiegelen.
Wat op dit moment het meeste opvalt in de internationale situatie is de vervanging van burgerlijke regeringen in de verschillende landen, meestal van rechts naar links, alsof de lente een ‘democratische’ vernieuwing met zich mee bracht. Het begon in Groot Brittanië, nog in de winter, waar de MacDonald-regering[2] verscheen als ware het een krokus, die de lente aankondigde. In Frankrijk probeert de nieuwe ‘linkse’ regering een nieuwe radicale regering in het zadel te helpen, een tamelijk pijnlijk proces. De nieuwstelegrammen van vandaag spreken van de onverwachte verschijning op deze aardkloot van een regering geleid door Marsal,[3] een onbekend politicus, maar een belangrijke geldschieter en voormalig minister van het kabinet Poincaré.[4] Dit vreemde feit (de opkomst van een nieuwe Poincaré regering, het Nationale Blok, maar zonder Poincaré), is te verklaren uit de noodzaak voor Millerand[5] om een legale manier te verzinnen zich als President terug te trekken, zonder helemaal aan de zijlijn [van de macht] te komen staan. Helemaal verklaren kan ik het niet, maar het lijkt erop dat President Millerand eerst een regering creëert dat hem legaal afzet, om daarna, enkele dagen later, zelf te vallen. En dit alles met als doel om parlementaire legaliteit af te dwingen. Wij zullen er in ieder geval niet over redetwisten. Hoe dan ook, onze oude vriend Millerand zal uiteindelijk terugtreden, dat is tenminste wat de kranten ons beloven.
Als we inderdaad eens terugdenken aan de onderliggende rol die hij speelde in de verhouding tot de Sovjet-Unie, dan is de meest parlementaire uitdrukking waar we ons tot kunnen beperken (om geen hardere woorden te gebruiken): “Opgeruimd staat netjes!” (applaus). Dit betekent natuurlijk helemaal niet dat we werkelijk fundamentele veranderingen van een nieuwe radicale regering kunnen verwachten, maar in ieder geval zullen we niet slechter af zijn dan onder Poincaré en Millerand. En dat is op zich al wat waard.
Hoewel Duitsland ook een nieuw parlement heeft, gaat daar de beweging van de officiële politiek in tegenovergestelde richting; van links naar rechts. In dat opzicht neemt Duitsland een unieke plaats in, niet alleen in Europa, maar in feite in de hele kapitalistische wereld. Uiteraard is dit omdat ze door een diepe revolutionaire crisis is gegaan waaruit, voorlopig althans, de bourgeoisie als overwinnaar te voorschijn is gekomen en naar rechts is opgeschoven. Maar zij proberen hun dictatuur op een democratische basis te vestigen. In Berlijn hadden ze waarschijnlijk een nog rechtsere regering verwacht, maar in feite bleek de uitkomst eenzelfde regering onder leiding van Marx[6] op te leveren, waarvan de kranten zeggen dat die er nog geen week zal zitten. Zoals je kunt zien, niet echt een lange periode, of dit nu komt door het veranderlijke lenteweer, of om andere redenen. Maar het leven van burgerlijke regeringen in Europa wordt gemeten in weken. In Frankrijk zeggen ze van de Marsal regering dat deze het maar een week uit zal houden en Marx’ regering in Duitsland maar zes weken. Zelfs als deze voorspelling niet uitkomt, zijn zulke verwachtingen kenmerkend voor de heersende stemming. Hoe lang de andere regeringen in Europa het uithouden kan ik niet zeggen, maar in Japan heeft de Kiyoura[7] regering, die een onverzettelijke vijand van ons was, haar ontslag al ingediend. De regering van de extreem militaristische vleugel is na nieuwe parlementaire verkiezingen vervangen door Kato’s[8] burgerlijke regering, wat waarschijnlijk zal resulteren in een succesvolle uitkomst in de onderhandelingen met onze vertegenwoordigers, oftewel wederzijdse erkenning en de evacuatie van noordelijk Sakhalin.[9] Dus al met al lijkt het erop dat de ontwikkelingen niet ongunstig zijn: in de belangrijkste kapitalistische landen zien we positieve veranderingen, van rechts naar links. De bourgeoisie, recentelijk nog leunend op de fascistische vleugel [zie 16], is zich aan het herbewapenen en steunt op of de linker, de radicale of regelrecht mensjewistische[10] vleugel. Deze nieuwe oriëntatie is heel natuurlijk, wij hebben dit 2 jaar geleden al voorzien.
In essentie heeft een fascistisch regime, als regime van openlijke burgeroorlog, van nature een tijdelijk karakter. In zoverre dat de scherpe crisis ten einde is gekomen en de bourgeoisie aan de macht blijft, moet ze proberen haar basis te verbreden en een stabieler karakter te krijgen, door een meer ‘normaal’ regime naar voren te schuiven. De parlementaire reformisten moeten het werk van de fascisten bekronen. In andere woorden, het financierkapitaal brengt de kleinburgerij aan de macht, maar houdt deze wel volledig onderworpen. Wat ons betreft, het voordeel is dat een mensjewistische of reformistische regering van de bourgeoisie in het algemeen minder goed in staat is agressieve activiteiten te ontplooien en in het bijzonder tegen ons. Dus op dit moment zijn we aan de winnende hand, in dit opzicht dat we de extra adempauze die we zo hard nodig hebben, nu ook hebben weten te verlengen.
Een opvallende kwestie! Los van het feit dat de veranderingen in de burgerlijke landen van rechts naar links is, naar de kant van reformisme en pacifisme, het feit zelf van deze verandering, met het oog op de onstabiele situatie in Europa en de wereld, geeft voeding aan een toestand van buitengewone onzekerheid en nervositeit. De imperialistische media van de gehele wereld staat tegenwoordig weer vol met alarmerende berichten, bedreigingen en monsterlijke leugens, waarvan de meerderheid tegen de Sovjet-Unie is gericht. In dat opzicht levert elke dag weer wat nieuws op. Zulke verzinsels zijn eigenlijk zinloos, alsof het nog steeds 1918 is. De meeste van jullie zullen wel gelezen hebben hoe we van plan zijn eerst Bessarabia in te nemen, om zo de weg te openen naar Constantinopel (Istanbul) en de Bosporus.[11] Ik heb kort kennis genomen van deze telegrammen toen ze in de krant verschenen op 8 juni, maar toen ik vandaag [de tekenaar] Den’s gemoedelijke spotprent zag, waarbij ik gebogen over de minaretten van Constantinopel stond, begreep ik niet helemaal wat er aan de hand was en heb navraag gedaan. Ik herinner jullie er nu aan omdat het een levendige weergave van de burgerlijke publieke opinie is. Het telegram uit Parijs stelt dat de bron van alle Franse burgerlijke media het (semi-officiële nieuwsagentschap van de [Franse] Republiek) Gavas uit Bern is (waarom uit Bern?) uit Trotski’s toespraak in Podolsk (waarom in Podolsk?). “Bessarabia”, volgens de toespraak in Podolsk, “zal de eerste stap op weg naar Constantinopel zijn… . De Bosporus zal vroeger of later tot de Sovjet-Unie behoren”. En nog meer van die onzin. Dat staat in het telegram uit Parijs.
Uit Londen lezen we een bericht dat stelt dat alle pers over datzelfde telegram discussieert, verstuurd door Reuters (het semi-officiële Britse persagentschap). Kameraad Rakovski[12] heeft snel een officieel tegenbericht uit laten gaan, maar die werd door de meerderheid van de kranten niet geplaatst. Waarom een leugen tegenspreken als de mogelijkheid bestaat hem te verspreiden? De Daily Telegraph, een van de reactionaire Britse kranten, probeerde een verband te leggen tussen de toespraak (die ik in Podolsk gaf) en een explosie in Boekarest (gelach). Jullie hebben misschien in de krant gelezen dat een Britse ingenieur een manier heeft uitgevonden –nog niet bevestigd om met behulp van straling op afstand een ontploffing tot stand te brengen. Maar ik wist niet dat er ook toespraken zijn die op afstand een wapenarsenaal in de lucht kunnen laten springen. Hoe dan ook vind ik het bijzonder spijtig dat ik dat geheim niet bezit (gelach). Natuurlijk kunnen we zeggen dat dit weer zo’n opgeblazen verhaal uit de krant is, dat journalisten graag overdrijven, etc. Maar een telegram van vandaag uit Londen vertelt dat Lloyd-George[13] in het parlement uitlatingen deed over ons verlangen om Bessarabia met geweld in te nemen, als een stap naar Constantinopel en de Bosporus. In het Parlement notabene en niet in een of andere openbare bijeenkomst en niet door de eerste de beste voorbijganger in de straten van Londen, maar door de voormalige Premier Lloyd-George! Wat betekent dat? Laat me jullie in de eerste plaats vertellen dat ik afgelopen jaar niet in Podolsk ben geweest, noch in het Moskouse Podolsk, noch in het Podolsk van Kamenetz. En als ik daar al was geweest, dan had ik nooit zo’n toespraak gehouden, zelfs niet als zo’n belachelijk idee als het met geweld innemen van Bessarabia en daarna Constantinopel in te pikken bij mij was opgekomen. Omdat regeringen die zoiets doen zichzelf niet verraden door er vooraf over te praten. Het is duidelijk dat, als ik de Bosporus in wilde nemen, ik dit niet hardop zou zeggen en al zeker niet in Podolsk, waar ik sowieso niet ben geweest. En er speelt nog een andere factor, geen reële, maar daarom niet minder belangrijk: omdat een plan om de Turkse Bosporus in te nemen volledig haaks staat op ons beleid, kon ik zo’n toespraak niet geven, het idee is zelfs nooit bij me opgekomen. Wij proclameren en implementeren niet voor niets het recht van naties op zelfbeschikking, om daarna Turkije te kraken of, om dezelfde reden, haar te helpen Constantinopel te heroveren.
Ik heb mijzelf wijsgemaakt dat deze monsterlijke verzinsels het gevolg zijn van een hittegolf, of een zonnesteek, een omstandigheid waaronder honden dol worden en de bijna hondsdolle burgerlijke journalisten de straten afschuimen naar, ja wat eigenlijk? Maar wanneer zulke zotte verzinsels worden herhaald door een voormalig Premier, dan zijn overwegingen ten aanzien van het weer ontoereikend (applaus). De zaak is iets serieuzer. De absurde en monsterlijke beschuldigingen tegen ons – en dit alles na 7 jaar sovjetmacht – herhaald door alle semi-officiële nieuwsagentschappen van de twee machtigste landen in Europa, in de ene MacDonald’s mensjewistische regering en in de andere het snel aan de macht komende Linkse Bloc, rieken niet naar Juli kolder als gevolg van de hitte, maar naar klassewoede, die maar met moeite door de burgerij kan worden onderdrukt.
De reden achter deze gewelddadige haat is dat we niet zoals hen zijn, we niet op ze zullen gaan lijken en we hen niet geruststellen door in de toekomst zoals hen te worden. We blijven een grote Sovjetdoorn in de vlees van de kapitalistische wereld. Een van de redenen achter deze haat en niet de minst belangrijke, is onze relatie met de landen in het Oosten. Een dag terug hebben we een overeenkomst met China gesloten. Op zichzelf zal deze overeenkomst geen grote veranderingen in de economische orde brengen. Jullie weten dat China wordt verscheurd door allerlei oorlogsheren, waarvan elk van hen, of bijna allemaal, dient als een agent van een of andere buitenlandse mogendheid en op wiens kosten hun halfverhongerende troepen steunen. Boven alles hebben wij belang bij een verenigd China, die een onafhankelijke macht zou vormen en zich zo tegen imperialistische aanvallen kan verdedigen. Jullie weten dat de onderhandelingen in het geheim moesten worden gevoerd, om zo de regeringen van Frankrijk, Amerika of Japan niet in de gelegenheid te stellen zich er mee te bemoeien en zo deze onderhandelingen te torpederen. Deze werkwijze is succesvol geweest – er is een overeenkomst gesloten die voor het eerst, vanuit China’s oogpunt, was gebaseerd op gelijke rechten en gelijkwaardigheid. Dit feit is van een enorm principieel belang, zowel voor China als de andere volken in het oosten. De overeenkomst is op geen enkele wijze een directe of onmiddellijke dreiging voor een van de Machten, maar toch gaf het aanleiding tot een stroom van leugens, achterklap, haat en kwaadaardige vervolging tegen ons. De kapitalisten laten zich wederom uit de tent lokken door een levend voorbeeld dat we onverzoenlijk van hen verschillen.
Ik wil hier even kort uitweiden over een gebeurtenis dat heel duidelijk het beleid van de beschaafde barbaren van het imperialisme in verhouding tot het Oosten karakteriseert en tot ons, als vrienden van het Oosten. Aan de vooravond van de Eerste Mei sprak ik, niet in Podolsk en niet over de inname van Bessarabia, maar in Moskou in het Bolsoï theater, over het plunderen van China door de imperialistische machten. En ik las voor uit een telegram dat recent was binnengekomen, van de hand van een Chinese soldaat, Lee Yuan. Pas gisteren herkende ik die naam, die in sommige Engelse kranten die in China worden uitgegeven, werd gepubliceerd. Naar het bleek was deze soldaat schuldig aan het feit dat hij aan het wandelen was geweest in dat deel van Peking, waar alleen de Britten en andere geprivilegieerde buitenlanders worden toegelaten. Jazeker, er is een deel van Peking, de hoofdstad van China, waar Chinese burgers niet worden toegelaten, waar alleen de nieuw gearriveerden, de uitbuitende, bourgeois schurken het recht hebben de lucht in te ademen (applaus). Soldaat Lee werd gearresteerd en, als ik me niet vergis, tot 40 stokslagen werd veroordeeld. Hij zwoer 40 Europeanen te vermoorden. Hij slaagde erin een Engelsman, een Amerikaan en een Italiaan neer te slaan. Voordat hij de vierde wist te bereiken, werd hij opgepakt in opdracht van de Britse autoriteiten, die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de Chinezen, die door dit deel van de stad, toegewezen aan de bevoorrechten, moeten reizen. In mijn toespraak zei ik dat onze sympathie en steun van ieder van ons volledig bij die Chinese soldaat, Lee Yuan, lag (applaus). Toen ik dat zei, ging het niet over onze doelstellingen van onze internationale politiek, maar reageerde simpelweg op het telegram.
Het is echt moeilijk iets schandaligers voor te stellen dan het feit dat buiten-landers naar het oosten komen, naar China, met haar bevolking van een half miljard en hoofdstad Peking, op zoek naar macht en winst en een poster ophangen “Hier Geen Chinezen”. Voor een moment stelde ik mij voor dat we er niet in zouden zijn geslaagd van Engeland en Frankrijk te winnen in de burgeroorlog en dat zij op de muren van het Kremlin een poster zouden ophangen “Geen Russen Hier”. Ik herhaal, ik denk niet dat mijn woorden dan zo’n indruk zouden hebben gemaakt op de overheersende buitenlanders in China. Maar desalniettemin is er toch een stormachtige campagne ontstaan als gevolg hiervan. Alle buitenlandse pers in China en de gecontroleerde interne pers, beschuldigde ons met veel omhaal van inmenging in de aangelegenheden van een ander land en het ophitsen van Chinezen tegen de Europeanen. Maar van de andere kant hebben Chinese arbeiderskranten bericht dat onze groet aan soldaat Lee vanuit het Bolsoï theater een krachtige weerklank vond in de harten van de Chinese arbeidende massa’s, want op zijn beurt de lastercampagne tegen ons weer aanwakkerde.
Laten we de “Peking en Tienzin Times” eens nemen. Het is maar een exemplaar, maar kijk eens hoe dik hij is. De Britten zijn een rijk volk, de Britse bourgeoisie dan, en haar pers is zelfs in Peking welvarend. Ik zal wat passages aanhalen uit het hoofdartikel over de “Sovjet propaganda in Peking”. Op de eerste plaats weerspreekt het artikel het verslag dat ik gaf in het Bolsoï theater. Het artikel stelt zelfs feitelijk dat de soldaat bij zijn eerste poging om door het verboden deel van het ambassade gebied te lopen, tegen werd gehouden en naar het dichtstbijzijnde politiebureau werd gestuurd. Maar dan stelt de krant, dat bleek dat de soldaat geestesziek was, buitenlanders aanviel en er werd bevolen dat hij 400 stokslagen moest krijgen en in het gevang worden gezet. Opmerkelijk! Toen soldaat Lee in opstand kwam tegen buitenlanders werd hij “geestesziek” verklaard en gaven ze hem 400 stokslagen – 400 en geen 40, zoals ik had gezegd, op basis van dat ene telegram. Zo groot is hun weerzin! En zo blijkt dus, naar de mening van deze beschaafde heren, dat een geestesziek iemand met de stok behandeld dient te worden. De onderliggende leugen is duidelijk voor iedereen. Het is het een of het ander – als deze soldaat echt abnormaal is, dan moet hij behandeld worden, maar door hem met een stok te behandelen, betekent dat hij gezond genoeg is en een gevaar voor jullie. De enige correctie die ik accepteer betreft het aantal stokslagen. Blijkbaar was er in het doorgeven van het bericht via de radio een nul weggevallen.
In de ogen van de Britse koloniale bourgeoisie, vol van arrogantie, is een Chinese soldaat die stelt dat hij het recht heeft om door zijn eigen stad te lopen al een geesteszieke. Deze gekte proberen ze te genezen met stokslagen, zo hun christelijke, beschaving brengende missie doorzettend onder de barbaren en heidenen. De groeten die wij aan de Chinese soldaat overbrachten verder besprekend, stelt het artikel: “het is nu duidelijk wat buitenlanders te wachten staat als de Sovjetmacht op enig moment in China wordt gevestigd”. Zo, dus het begint ze te dagen. Prima, we zullen er voor zorgen dat het ze duidelijk wordt gemaakt, voor eens en voor altijd (applaus).
Ja, wanneer de Chinese bevolking haar eigen sterke volksregering vestigt, wee de buitenlanders die een vinger in de Chinese pap wilden krijgen. “Maar kameraad Rakovski, (ze zeggen ‘kameraad’ Rakovski, dat moet wel subtiele ironie zijn) Rakovski dus, verklaarde tijdens de onderhandelingen met MacDonald dat wederzijdse non-interventie in binnenlandse aangelegenheden een van de noodzakelijke voorwaarden is om ‘vertrouwen’ te scheppen”. Ze beschuldigen ons ervan onze belofte van non-interventie in binnenlandse aangelegenheden niet na te komen. Wiens aangelegenheden? De Britse of de Chinese? Jullie weten dat China haar eigen interne aangelegenheden heeft. Jullie kwamen onuitgenodigd naar China en staken jullie Britse imperialistische vingers in de Chinese pap. Zo zit het in elkaar! Maar eerlijk, waren wij niet verplicht om op bijeenkomsten van arbeiders hier in Moskou nooit onze mening te geven over de excessen, de verraderlijke trucs en het geweld van het Europese imperialisme in China? Wij hebben zoiets nooit beloofd en zullen dat ook nooit doen! Neem kennis van deze psychologie van de slavenhouder, dat zich over eeuwen heeft gevormd: hij plundert de Chinezen, zet ze onder druk, zet ze de knie op de borst. En dat is de norm, de normale gang van zaken, internationale wetgeving. Maar als we hierover onze mening naar voren brengen, dan begint het gejammer dat Rakovski “wederzijdse non-interventie” heeft beloofd. Jullie kunnen hiermee beginnen, geachte heren slavenhouders, door China te verlaten en China aan de Chinezen te laten. Dat is non-interventie in de aangelegenheden van andere volken (applaus).
Maar hoe dan ook, dit [buitenlandse agressie] zal ten einde lopen, omdat de grond ze te heet onder de voeten wordt. Een verslag in hetzelfde hoofdartikel over een demonstratie in het Centrale Park van Peking tegen buitenlandse agressors is hier een bevestiging van. De demonstranten, zo bleek, eisten de aftocht van de Britse delegatie en een verontschuldiging door hen over de Lee Yuan-affaire, het schrappen van oneerlijke verdragen, openheid over de Britse samenzwering in Tibet en dergelijke. Kortweg kwamen ze met een serie volledig redelijke eisen. In de rapportage over deze demonstratie die de Chinezen zelf organiseerden in het Centrale park (ik weet niet of daar ook een aankondiging hing “Alleen Voor Britten”), schreef de krant dat het duidelijk is dat dit een bewuste campagne was om vijandigheid tegen buitenlanders op te wekken. Maar wie wekt hier wat op? Wie veroorzaakt vijandigheid? Inderdaad, de agressoren zelf, de onderdrukkers, de slavenhouders!
De krant klaagt verder dat “de beweging zal leiden tot een explosie tegen alle buitenlanders als er geen stokje voor wordt gestoken. De Chinese autoriteiten dragen een groot deel van de verantwoordelijkheid voor de gevaarlijke stemming die zich begint te verspreiden in de Chinese militaire en politieke kringen. Ze spelen met vuur…”. Dus we hebben geleerd dat in de militaire en politieke kringen in China zich een gevaarlijke stemming verspreidt voor zover het de agressors betreft. “Ze spelen met vuur”. Ja, ze kunnen het vuur voelen, maar liegen over wie er mee speelt. Dat zijn niet de Chinese autoriteiten, maar de Amerikaanse en Europese imperialisten. Voor ons is het duidelijk dat hun spel onvermijdelijk zal eindigen in een grootse catastrofe omdat we de ABC’s van de geschiedenis en de politiek kennen. Hun haat tegen ons komt voort uit het feit dat wij niet samenspannen met de slavenhouders tegen de slaven, dat is waar onze grootste schuld ligt, onze ergste misdaad.
Belangwekkend genoeg eindigt het artikel met de woorden van een Britse diplomaat, dat de redding ligt in zeer strikte eenheid, omdat de Chinezen elke onenigheid in de rijen der Europeanen bestuderen en dit dan tot hun voordeel gebruiken. Wij doen niet mee aan deze samenzwering van de slavenhouders, in deze eenheid van de Europeanen, in feite de Europese imperialisten, tegen de onderdrukte massa’s van China en de volkeren van het Oosten in het algemeen. Dat is de reden dat we in hun ogen worden gehaat en wat hen dwingt om via hun semi officiële persagentschappen zinloze leugens te publiceren. In dat opzicht zijn de telegrammen van vandaag ook heel interessant…. Omdat ik nu toch tegen leraren sta te praten, wil ik graag van de gelegenheid gebruik maken op te merken dat onze Volksleraren moeten leren deze telegrammen te interpreteren, hoewel ze soms bol staan van droge diplomatieke taal. Want hoe dieper je erin duikt, hoe ingewikkelder ze vaak worden. Ze zijn buitengewoon instructief omdat ze feiten vermelden. Te leren deze telegrammen te begrijpen, ze een plaats weten te geven in de loop der dingen en dat aan anderen uit te leggen, dat betekent een hogere en betere politieke scholing!
Het telegram van vandaag over de Sino-Sovjet overeenkomst, waarvan wordt gesteld dat het insloeg als een bom, weerspiegeld de mening van een van de Japanse kranten dat “de Sovjet enclave in Peking een constante bron van onrust zal zijn en een splijtzwam in de huidige overeenstemming van de diplomatieke corpsen over de verschillende kwesties aangaande China”. Ze zijn bang dat de jammerkreten van het Chinese volk, genadeloos afgerammeld met stokken voor de meerdere glorie van de beschaving, de fijne melodie van het diplomatieke concert zal verstoren en verpesten. Ze hebben helemaal gelijk. Wij zijn van verschillende afkomst en wij zijn niet van plan te veranderen en gaan dat dus ook niet beloven.
We komen nu tot een verklaring waarom deze of gene diplomatieke overeenkomst of erkenning voor ons geen garantie op vrede is. Wij zullen natuurlijk iedereen halverwege tegemoet komen in zulke onderhandelingen, zullen elke vorm van erkenning trachten te verwerven en ons consciëntieus aan elke overeenkomst houden die met ons wordt afgesloten. Maar tegelijkertijd behouden we ons revolutionaire zesde zintuig en zijn er ons goed van bewust dat de fundamentele tegenstelling tussen ons en de imperialistische wereld, ondanks alle verdragen, nog steeds van kracht is en bij de eerste de beste historische gebeurtenis, zich met een verschrikkelijke scherpte kan openbaren.
Hoe groot is het gevaar dat deze dolle haat van de imperialisten de vorm aan zal nemen van een openlijke oorlog in de nabije toekomst? Kameraden, ik denk dat er geen onmiddellijk gevaar is, dankzij de algemene situatie in Europa en boven alles, die van onze naaste buren. De bourgeoisie probeert uit alle macht een economisch evenwicht te creëren, om de Europese markt te herstellen en de sociale tegenstellingen te verzachten. Om dit te bereiken maken ze gebruik van de reformisten en pacifisten, wat ons een extra adempauze oplevert of lijkt op te leveren. Maar het reformistisch-pacifistische beleid van de bourgeoisie stevent op een onvermijdelijke ondergang af. De bourgeoisie wil en kan geen enkele democratische toezegging hard maken. Pseudo pacifisme kan daarom tot nieuwe bloedige conflicten leiden. In welke mate vormen de “democratische” partijen een garantie tegen de mogelijkheid van een bloedige botsing? Een democratische partij in Europa is bovenal een kleinburgerlijke mensjewistische partij. Ze is georganiseerd op de wijze van de 2e Internationale en de Amsterdamse Vakbondsinternationale.[14] Op dit moment is de 2e Internationale aan de macht in Groot Brittanië. Haar beleid ten opzicht van China hebben we al ervaren en toont aan dat het Imperialisme in staat is haar beleid, goedgekeurd en wel, door de mensjewistische Internationale te loodsen!
In welke mate vormt deze Internationale een obstakel tegen een nieuw militair conflict in Europa? Dat is geen onbelangrijk vraagstuk, omdat de 2e Internationale, samen met de Amsterdamse, in aantallen nog steeds groter is dan de Komintern – met dit verschil dat de 2e Internationale systematisch zwakker wordt en de onze groeit, om nog maar te zwijgen over het feit de militante voorhoede van de klasse al met ons is. Dus, in precies welke mate is de mensjewistische Internationale in staat ons te helpen een militaire wurggreep van de bourgeoisie af te weren? En kameraden, als er een nieuwe oorlog uitbreekt, zal dat de overblijfselen van de Europese cultuur en de Europese economie vernietigen.
Jullie, als docenten, weten hoe catastrofaal de organisatie van het onderwijs in elkaar is gestort in de afgelopen jaren in Europa, in het bijzonder de voorzieningen in de scholen en de salarissen … en ik weet dat onze situatie triest is, heel triest. Maar hier zien we een langzaam proces van ontwikkeling, erg langzaam, maar toch ontwikkeling, terwijl daar het verval doorgaat; niet alleen in Duitsland, maar ook in Frankrijk, België en Italië…. Het verslechteren van de materiële omstandigheden op de scholen; de vermindering van het aantal leraren in geheel Europa is wel het duidelijkste teken van de neergang van cultuur als gevolg van de imperialistische oorlog en van de aanhoudende crisis van de Europese economie. Als er een nieuwe oorlog zou komen, dan is er de onafwendbare angst dat Europa van het [wereld] toneel zal verdwijnen en een kerkhof van de beschaving zal worden. Met dit gevaar voor ons, laten we ons de vraag stellen wat het meest waarschijnlijke gedrag zal zijn van het internationale mensjewisme in geval van een oorlog?
Een paar dagen geleden liep het congres van de Amsterdamse Internationale in Wenen af. Op dit congres werd over het vraagstuk oorlog gediscussieerd. Voormalige, huidige en toekomstige ministers van burgerlijke regeringen en hun wapenbroeders zagen zichzelf op het congres gedwongen, onder druk van de arbeidende massa’s, die zich wederom grootschalig gealarmeerd voelden, de kwestie van verzet tegen het militaire gevaar aan te roeren. Kameraden, in het begin van de oorlog woonde ik in Frankrijk. De plaatselijke mensjewieken mobiliseerden de arbeiders tot steun aan de bourgeoisie in de oorlog en de belangrijkste slogan was dat dit de laatste oorlog zou zijn. Door het Duitse militarisme te vernietigen, vernietigen we de oorlog. Onze burgerlijke pers schreef in dezelfde trant, alleen bouder. En hier, tien jaar na het begin van de imperialistische oorlog, zijn het dezelfde mensen die de Europese arbeiders beloofden dat dit de laatste oorlog was, diezelfde mensen zien zich gedwongen in Wenen te verzamelen om te praten hoe ze zich tegen het gevaar van een nieuwe oorlog te weer kunnen stellen. En wat stellen ze voor? Ze zeggen dat in geval van een bourgeoisie die met oorlog dreigt, dit gepareerd moet worden met een algemene staking. En wat stelden ze 12 jaar geleden voor? Letterlijk precies hetzelfde; woord voor woord, in geval van oorlogsdreiging – dreigden ze- zullen we met een algemene staking antwoorden. En ze gingen bankroet.
Wat is oorlog? Oorlog is een hele serieuze zaak. Er zijn twee hele serieuze zaken op de wereld; oorlog en revolutie. In beide gevallen wordt het bestaansrecht van een klasse aan de orde gesteld, of ze overwint, of ze verliest en wordt verpletterd. Als de bourgeoisie besluit om het land, de staat, het leger in oorlog te storten, dan maakt ze geen grappen, maar pakt de zaak bloedserieus aan. Ze mobiliseert al haar kracht en invloed. Het begint met een dolgedraaide chauvinistische campagne en via de pers en de burgerlijke scholen, kerken en universiteiten, bedriegt ze de mensen, slaat ze helemaal lam. Om deze politieke ‘gasaanval’ te completeren, wordt het hele apparaat in beweging gezet; de rijkswacht, de politie, de rechtbanken en de beulen. Op dat moment bereikt de bourgeoisie het hoogtepunt van haar macht. En als de 2e Internationale zegt dat ze een algemene staking tegen de oorlog gaan houden, vragen wij, wat voor staking? Zo’n staking moet de wil van de bourgeoisie verpletteren; jullie, de bourgeoisie, willen oorlog gaan voeren en dus beginnen wij een staking om dat tegen te houden. Zo’n staking betekent in feite revolutie, want om de heersende klasse te dwingen een oorlog af te laten blazen is alleen mogelijk door revolutie. En dus verklaren de heren mensjewieken, bijeen in Wenen op hun internationale congres, dat in het geval dat hunbourgeoisie een oorlog wil voeren, zij de revolutie uit zullen roepen. Een uitstekende belofte! Maar waarom het uitstellen? Als je ziet dat de bourgeoisie weer in staat is een oorlog te beginnen, waarom dan dit onbepaalde uitstel? Is het dan niet beter om ze nu alvast omver te werpen, voordat ze eventueel weer een slachting over ons uitroepen? Des te meer omdat het organiseren van een revolutie op het moment dat de bourgeoisie voor oorlog kiest, onmogelijk is. Oude en ervaren revolutionairen hebben geen vertrouwen in dit soort bedreigingen en dat is geen wonder, omdat ze weten dat de bourgeoisie een voor haar gunstige tijd kiest om een oorlog te beginnen en de tijd die voor de bourgeoisie gunstig is voor oorlog, is precies die tijd die het proletariaat het slechtste uitkomt voor revolutie.
Als het staatsapparaat van de bourgeoisie sterk is, als het gemilitariseerd is, als ze erin is geslaagd de kleinburgerlijke massa’s en delen van het proletariaat te misleiden en de meest bewuste elementen van de arbeidersklasse weet te isoleren, dan kan de bourgeoisie het risico nemen. En dan, als de bourgeoisie alles heeft gecontroleerd, nagelopen en voorbereid en dan een hondsdolle oorlog ontketend, dan beloven deze blijkbaar zeer kleine en dappere mensjewieken zo snel mogelijk een revolutie tegen de oorlog beginnen – alsof het niets is. We geloven er niets van, nog geen woord, omdat we maar al te goed de ABC’s van de geschiedenis en de politiek kennen, en het ABC van de revolutie nog beter.
Revolutie groeit uit een buitengewone ontplooiing van de klassenstrijd. Alleen die partij kan leiding geven aan de revolutie die, dag in dag uit, elk uur en elke minuut, die revolutie wil en er in actie voor komt. Alleen zo’n partij is in staat de revolutie tot overwinning te brengen. Maar als we naar de mensjewieken kijken, wat zien we daar dan voor personen? In vredestijd zijn het loyale vertegenwoordigers en ministers, ze stemmen voor de burgerlijke budgetten en steunen het versterken van het kapitalistische leger. MacDonald in Engeland bouwt kruisers, tanks en ontwikkelt de militaire vliegtuigindustrie. Voor wie? Voor de bourgeoisie, omdat de staat van de bourgeoisie is, omdat in feite de werkelijke macht nog steeds in de handen van de kapitalisten is. De 2e Internationale bouwt een leger en een vloot voor haar bourgeoisie in vredestijd, maar op het congres verklaren ze dat wanner de bourgeoisie al deze speeltjes wil gaan gebruiken, zij, de mensjewieken, daartegen onmiddellijk een revolutie zullen beginnen! Kameraden, dit is klinkklare onzin. Wie gelooft dit?
Ik heb over de partij van MacDonald gesproken. Laten we nu de Franse Socialistische Partij als voorbeeld nemen. De Franse mensjewieken besloten om voorlopig niet openlijk tot de regering toe te treden, maar stemden wel voor de begroting. Maar die begroting, zoals jullie weten, betreft ook de kosten van het Franse leger. Waarvoor wordt dit leger in stand gehouden. Je zou zeggen; om oorlog te voeren. Nee, zeggen deze socialisten, wij roepen de arbeiders op zich aan te sluiten bij het leger en de opofferingen te dragen ter verdediging van het vaderland. Maar als de bourgeoisie inderdaad besluit om het leger te mobiliseren te verdediging van het vaderland – en de bourgeoisie voert nooit een oorlog anders dan ter verdediging van het vaderland! – dan zullen we onmiddellijk de revolutie afroepen. O jee, wat verschrikkelijk! Wat een dreigementen! Maar begin toch wat gemakkelijker, stem tegen het militaire budget. Neem daarna een volgende stap. En een derde… Maar op afroep een revolutie te regelen, zonder voorbereiding, op het moment dat er oorlog uitbreekt is tamelijk moeilijk. Er zijn dan twee mogelijkheden; ofwel de revolutie was zich al aan het ontwikkelen en elimineert de oorlog of ze komt voort uit de loop van de oorlog. Maar wat zeker niet zal gebeuren is dat de revolutie zal ontspringen aan een oproep van de mensjewieken op het moment dat de bourgeoisie de oorlog begint. Dat is onzin, kletspraat, je reinste charlatannisme.
Om je voor te bereiden op het moment dat een revolutionaire situatie ontstaat is het noodzakelijk om op ieder moment stelling tegen de bourgeoisie te nemen. Dat is even simpel als onweerlegbaar. Dus, opdat een partij een winnende opstand kan leiden, moet ze eerst alle banden met de bourgeoisie verbreken, de massa’s tegen de bourgeoisie opzetten, weigeren om vertrouwen te geven aan de bourgeoisie, in de begroting, in haar mooie kantoren, een niet te stuiten vijandigheid tegen hen zaaien, ‘pijnprikkels’ afgeven op die plekken waar de bourgeoisie het meest gevoelig is, in het leger, bij de spoorwegen… Is dat niet toegestaan? Natuurlijk niet! Maar een revolutie maken is nooit toegestaan. Waar het overduidelijk onmogelijk is [het op een andere manier te doen], doe het clandestien. Maar handel niet zodanig dat je liegt en opschept ten aanzien van toekomstige revolutie, omdat jullie dreigden met revolutie voor 1914 en toen de oorlog voorbij kwam sloten jullie je aan bij je regering. Waarom zou het nu anders gaan? En waar ligt dat dan aan? Natuurlijk, het mensjewisme van vandaag ten dag is veel meer gecompromitteerd, verkracht en besmeurd met modder als gevolg van de imperialistische oorlog. Hieruit volgt maar één ding, haar politiek zal honderd keer meer basaal zijn dan het toen was.
Kameraden, hieruit volgt dat we niet kunnen vertrouwen of hopen op de huidige beweging naar links van de bourgeois heersende klasse of van de mensjewistische oppositie. De enige tegenhanger tegen de imperialistische kracht is de Communistische Internationale en de Sovjet-Unie met haar Rode Leger. We moeten, zoals gewoonlijk, het culturele en economische werk met voortdurende aandacht voor onze revolutionaire verdediging verenigen, want als we op dit gebied mogelijkheden mislopen, zullen we ook mogelijkheden op culturele en economische ontwikkeling verliezen. We kunnen geen omstandigheden toestaan, waarbij er op het Rode Plein een plakkaat hangt: “Verboden voor Russische Arbeiders”. We zijn niet van plan ons te laten wegvagen en zullen ook niet weggevaagd worden (applaus). Daarom is het noodzakelijk kameraden om, ondanks onze zwakte, dat we niet vergeten een vaccinatie tegen de imperialistische dolle honden in reserve te hebben. Ja, er worden in onze laboratoria inentingsmiddelen geproduceerd. Op dit moment zijn we Dobrokhim[15] aan het opzetten als een van de remedies tegen de mogelijke angelsteken van het wereldimperialisme. Politiek bewuste leraren zullen, daar ben ik van overtuigd, ons helpen te bepalen in welke mate culturele taken kunnen worden gecombineerd met de defensieproblemen.
Op dit moment gaat de kwestie precies over verdediging. We willen niet ten oorlog trekken, niet over Constantinopel, waar we geen aanspraak op hebben, noch over Bessarabia. Tegen onze onderdrukte broeders in Bessarabia, die bij ons terug willen keren, zeggen we; heb geduld, jullie staan niet alleen. Er zijn koloniale volkeren die allen lijden onder het juk van het imperialisme. Jullie lot, arbeiders en boeren van Bessarabia, is verbonden met die van het proletariaat in heel Europa. Om over Bessarabia de oorlog in te gaan zou veel grotere opofferingen en rampspoed betekenen dan de huidige ellende in Bessarabia. Het uur van de vrijheid naakt! Bessarabia zal vrij zijn als de revolutie niet alleen de politie en rijkswacht in Bessarabia omver werpt, maar meer dan dat. In Europa en in de hele wereld is een hele verzameling ontstaan, van zaken die omver moeten worden geworpen, waarvoor het tijd is dat ze omver worden geworpen. We kunnen en willen geen enkele stap zetten die ons dichter bij een oorlog brengt, maar tegelijkertijd zijn we er ons goed van bewust dat we worden omringd door diepe vijandigheid en de gevaren die dat met zich meebrengt. Daarom werken we haastig en volhardend aan onze nationale verdediging en roepen onze leraren op om aan die arbeid deel te nemen. Defensie is samengesteld uit twee componenten, de technische en de menselijke. De technische is een kwestie van uitrusting, de menselijke een kwestie van scholing. Maar scholing impliceert leraren. Het culturele werk van docenten is, op zichzelf, al een van de basisfactoren in de verdediging van de staat. Geef ons geschoolde jongeren en ons land zal onoverwinnelijk zijn. Geschoold, niet alleen op de manier dat ze kunnen lezen en schrijven, wat op zichzelf al een kolossaal resultaat zou zijn in ons half analfabete en analfabete land zou zijn, maar ook in politieke zin geschoold.
Een van de meest schadelijke burgerlijke leugens is dat scholing los van politiek kan staan. Scholing is waar dan ook nog nooit los gezien van politiek en dus ook hier niet (applaus). In het aartsrepublikeinse en democratische Frankrijk weet ik uit persoonlijke ervaring – en mijn ervaring is maar beperkt – dat minimaal 15 leraren zijn ontslagen vanwege hun opvattingen. Waarom? Omdat de educatie ondergeschikt is aan de politiek van de bourgeoisie. Jullie weten wat er op dit moment gebeurd onder het regime van Mussolini[16] in Italië, in de zin van uitsluitingen en de reorganisatie en onderwerping van de scholen aan het fascisme. In Beieren en in België is de scholing ondergeschikt aan het kapitalisme, het dient als een van de politieke instrumenten van de heersende klasse. En dit is overal en altijd het geval. Is het denkbaar dat in ons land, de enige die probeert een nieuwe cultuur op te bouwen op basis van arbeidersmacht, de scholing geen bewust, actief en fervent deel uitmaakt van de opbouw? Maar om zo’n rol te spelen is het nodig om bewust het socialisme te bereiken. Om een revolutie te kunnen maken moet de partij elke minuut van de dag een vijandige houding tegen de bourgeoisie hebben. Leraren moeten weten wat er vooraf is gebeurd en om een nieuwe cultuur op te bouwen, moeten ze alle zeilen bij zetten om die ook te kunnen scheppen. Dat is communistische politiek!
Het omzetten van het educatieve werk naar het communisme is daarom een zeer belangrijke kwestie volgens ons begrip van politiek en cultuur. Na aarzelingen, reflectie, twijfel, fouten, is het onderwijs nu de spil aan het worden waarom onze activiteiten draaien, al ons opbouwwerk, in het bijzonder defensie. Jullie culturele werk is van onmisbaar belang, kameraden leraren, als we onze kracht berekenen vanuit het oogpunt van verdediging van de staat. Toen Pruisen in oorlog met Oostenrijk was en haar versloeg in de Slag van Sadowa,[17] werd er gezegd dat de Pruisische leraren de overwinning hadden geboekt. Wat betekende dat? De Duitse bourgeoisie, die toen nog in enige mate een progressieve klasse was, probeerde een verenigd Duitsland te creëren. De Pruisische docenten waren vervuld van dit verlangen niet alleen de bourgeoisie, maar het gehele volk – naar nationale eenheid. De Pruisische leraren gaven scholing aan de jonge generatie van arbeiders en boeren dat overeenkwam met dit verlangen en op die manier wonnen ze de slag bij Sadowa.
De taken die ons allen wachtten zijn honderd keer groter dan welke ooit onder ogen moesten worden gezien door de klassen en alle volken (applaus) en onze leraren, die hun taken leren beheersen, deze begrijpen en die overdragen, dag in dag uit, aan de jongere generatie van ons land, nemen een buitengewone plaats in in dit historische werk. En als het nu aan ons is, kameraden, om te vechten en te overwinnen op de velden van de grote revolutionaire gevechten – en dat zal gebeuren – dan zal de geschiedenis ons zeggen dat deze overwinningen in grote mate schatplichtig zijn aan de leraren van de Sovjet-Unie (applaus, zingen van de Internationale).
_______________
[1] Sokolniki is een district van Moskou.
[2] James Ramsey MacDonald (18661937). Premier van de eerste 2 labour regeringen in Engeland, 1924 en 1929-31. Verried de arbeidersbeweging om een ‘nationale’ regering met de conservatieven te vormen in 193135.
[3] Frederic Frans – Marsal (1874-1958). Premier van Frankrijk onder President Millerand (zie onder), van 8 tot 15 juni 1924. Trotski’s voorspelling over de duur van de Marsalregering bleek accuraat.
[4] Raymond Poincaré (1860-1934). Conservatief politicus. Drie keer premier van Frankrijk, President van de Republiek van 1913 tot 1920.
[5] Alexandre Millerand (1859-1943). Eerste socialistische vertegenwoordiger die toetrad tot een kapitalistische regering in Frankrijk in 1899, ontwikkelde zich tot burgerlijk politicus. President van Frankrijk van 192024.
[6] Wilhelm Marx (1863-1946). Leider van de Katholieke Centrum Partij in Duitsland. Kanselier van november 1923mei 24, juni 24 december 24 en mei 1926december 26.
[7] Keigo Kiyoura (1850-1926). Premier van Japan van januari tot juni 1924.
[8] Takaaki Kato (1860-1926). Premier van Japan van juni 1924januari 1926.
[9] Sakhalin is een Russisch eiland in de Stille Oceaan. Het werd bezet na de Russisch-Japanse oorlog van 1905.
[10] Van origine waren mensjewieken aanhangers van de rechtervleugel in de Russische Sociaal Democratische Arbeiderspartij, die ontstond als tegenhangers van Lenins bolsjewieken in 1903. Later een algemene term voor reformisten.
[11] Bessarabia is onderdeel van het huidige Moldavië. Tot de 1e wereldoorlog deel van het Russische Rijk, daarna door Roemenië bezet. Op het Weense congres van 23 maart 1924 werden de RoemeenseSovjet relaties verbroken vanwege de weigering van Roemenië over de status van Bessarabia te praten.
[12] Christian Rakovski (1873-1941). Vooraanstaand leider in de revolutionaire beweging, voor, tijdens en na de 1e Wereldoorlog. Voorzitter van de Oekraïense Sovjet in 1918. Tijdens deze toespraak was hij diplomatiek vertegenwoordiger voor de Sovjet-Unie in Londen. Stierf in de stalinistische zuiveringen.
[13] David Lloyd George (1863-1945). Liberaal politicus en na voormalig radicalisme, een vaste verdediger van het Engelse Rijk. Premier van 1916-22. Leidde samen met de Franse Premier Clemenceau de campagne om de Sovjetregering omver te werpen na de revolutie van 1917.
[14] De 2e Internationale werd opgericht in 1889. Ze stortte in als gevolg van de 1e Wereldoorlog, omdat de aangesloten partijen in bijna alle gevallen hun eigen regeringen steunden en hun internationalisme afzworen. Na de oorlog heropgericht door de reformistische partijen en tegenhanger van de Komintern.
[15] Dobrokhym is een afkorting van het Genootschap van Chemische Verdediging, een professioneel wetenschappelijk orgaan.
[16] Benito Mussolini (1883-1945). Fascistische dictator van Italië. In 1924 was het volledige karakter van Mussolini’s fascisme nog niet helemaal duidelijk geworden; in feite de complete vernietiging van organisaties van de arbeidersklasse en volledige onderdrukking van democratische rechten. Het leek toen een extreme vorm van een militaire politiedictatuur, maar nog steeds onder directe controle van de kapitalistische heersende klasse.
[17] De Slag om Sadowa werd op 3 juli 1866 gevoerd.