Friedrich Engels

Engels aan Friedrich Adolf Sorge


Geschreven: 8 juni 1889
Bron: Tegen het reformisme, Uitgeverij Progres, Moskou 1990. Een bundel teksten (extracten) rond het thema reformisme
Vertaling: Uitgeverij Progres
Deze versie: Spelling - Voetnoten zijn niet overgenomen
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, februari 2009

Laatste bewerking: 09 februari 2009


8 juni 1889

Met uitzondering van de Sociaal-Democratische Federatie hebben de possibilisten in heel Europa niet één socialistische organisatie aan hun kant. Hen blijft dan ook niets over dan terug te keren naar de niet-socialistische trade-unions en ze zouden er alles voor over hebben als ze tenminste de oude trade-unions, Broadhurst en de zijnen, voor zich konden winnen, maar die hebben hun buik al vol van wat hier in Londen in november gebeurd is. Uit Amerika krijgen ze slechts één gedelegeerde van de ‘Ridders van de Arbeid’.

Het komt hierop neer — en voor mij was dit de oorzaak om me zo vast in deze zaak te bijten — dat de oude scheuring in de Internationale en de vroegere strijd in Den Haag opnieuw actueel worden. We hebben dezelfde tegenstander, met dit verschil, dat de banier van de anarchisten is vervangen door de banier van de possibilisten; dezelfde verkwanseling van de eigen principes aan de bourgeoisie voor gedeeltelijke concessies en vooral voor warme plekjes voor de bestuurders (leden van de municipaliteit, de Arbeidsbeurs e.d.). En helemaal dezelfde tactiek. Het ‘Manifest van de Sociaal-Democratische Federatie’ dat duidelijk van de hand van Brousse is, dat is een nieuwe uitgave van de circulaire van Son villier. En Brousse weet dat: hij bestookt nog steeds het autoritaire marxisme en met dezelfde leugens en laster en Hyndman praat hem na. De hoofdbron van zijn informatie over de Internationale en de politieke activiteiten van Marx vormen de hier aanwezige ontevreden elementen in de Generale Raad — Eccarius en Jung & Co.

De samenstelling van de possibilisten en de Sociaal-Democratische Federatie moest de kern gaan worden van de nieuwe Internationale, die in Parijs moest worden opgericht ofwel samen met de Duitsers, als zij zich zouden aansluiten als ‘derde bondgenoot’ [Schiller, De borg. Red.], ofwel tegen hen. Vandaar al die kleine congressen die elkaar voortdurend opvolgen; vandaar ook de onverzoenlijkheid, waarmee de bondgenoten alle andere Franse en Engelse stromingen voor gefingeerd verklaren; vandaar de intriges, in het bijzonder met de kleine naties, waar ook Bakoenin steun bij zocht. Het ageren in deze trant werd problematisch toen de Duitsers, na het besluit van Sankt Gallen, in alle naïveteit — zonder ook maar enig idee te hebben wat zich om hem heen afspeelde, — deelnamen aan de agitatie voor het congres. En aangezien dat grut liever tegen de Duitsers optrok dan samen met hen — want ze vonden hen al te zeer doordrenkt met het marxisme — werd een strijd onvermijdelijk. Je hebt er geen idee van hoe naïef de Duitsers zijn. Het kostte me geweldig veel moeite om uit te leggen, zelfs aan Bebel, hoe de vork nu eigenlijk in de steel zat, terwijl de possibilisten het glashelder begrijpen en dat dagelijks luid van de toren schreeuwen. Met al deze vergissingen op het oog had ik weinig hoop op een goede afloop op het feit dat het immanente verstand, dat zich in de loep van de geschiedenis geleidelijk ontwikkelde naar zelfkennis, nu wel zou zegevieren. Des te meer ben ik blij met het bewijs dat vandaag tenminste dat soort zaken als in 1873-74 niet meer mogelijk zijn. De intriganten zijn nu al verstrooid en de betekenis van het congres — of er een tweede van komt of niet — berust hierin, dat de unanimiteit van Europa’s socialistische partijen voor de hele wereld een feit zal zijn en enkele intriganten, als ze niet terugkrabbelen, met lege handen zullen achterblijven.

Vertaald uit het Duits


Zoek knop