Geschreven: 13 oktober 1868
Bron: Tegen het reformisme, Uitgeverij Progres, Moskou 1990. Een bundel teksten (extracten) rond het thema reformisme
Vertaling: Uitgeverij Progres
Deze versie: Spelling - Voetnoten zijn niet overgenomen
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, februari 2009
Laatste bewerking: 07 februari 2009
13 oktober 1868
Allereerst wat betreft de lassalleaanse Bond: deze was opgericht ten tijde van de reactie. Lassalle — en dit blijft zijn onsterfelijke verdienste — heeft opnieuw de arbeidersbeweging in Duitsland opgewekt na een vijftienjarige sluimering. Maar hij heeft grove fouten gemaakt. Hij gaf teveel toe aan de invloed van de directe omstandigheden van die tijd. Een kleinzerig uitgangspunt — het meningsverschil tussen hem en een pygmee als Schulze-Delitzsch, — stelde hij centraal in zijn agitatie: staatshulp in tegenstelling tot zelfhulp. Aldus kwam hij met de leuze op de proppen, die Buchez — het hoofd van het katholieke socialisme — etaleerde in 1843 en de jaren erna, tegen de echte arbeidersbeweging in Frankrijk. Te slim als hij was om deze leuze te beschouwen als iets groters dan een transitkaartje naar een roemloos einde, kon Lassalle hem slechts goedpraten door zijn onmiddellijke (dacht hij) realisatie. Voor dit doel moest hij beweren dat deze leuze realiseerbaar is in de naaste toekomst. De ‘staat’ als zodanig veranderde aldus in een Pruisische staat, waardoor hij gedwongen was concessies te doen aan de Pruisische monarchie, de Pruisische reactie (de feodale partij) en zelfs aan de klerikalen. Aan Buchez’ leuze over staatshulp aan associaties koppelde hij de chartistische leuze van het algemeen kiesrecht. Hij zag over het hoofd dat de condities in Duitsland en Engeland verschillend zijn. Hij trok geen lessen uit het bas empire [keizerrijk in tijden van verval (definitie van het laat Romeinse ofwel Byzantijnse keizerrijk); hier — het Tweede Keizerrijk in Frankrijk. Red.] in de kwestie over het algemeen kiesrecht in Frankrijk. Daarom heeft hij zijn agitatie sinds het prille begin een religieus, sektarisch karakter meegegeven, net als een ieder, die beweert dat hij een panacee heeft klaarliggen tegen het leed van de massa’s. In werkelijkheid is elke sekte religieus. Voorts wees hij, als stichter van de sekte, elke natuurlijke band met de voormalige arbeidersbeweging, zowel in Duitsland als in het buitenland, af. Hij verviel tot de vergissing van Proudhon, die hierin berustte, dat hij geen reële grondslag zocht voor zijn agitatie in de reële elementen van de ontwikkeling der klassen, maar de loop van deze laatste wilde sturen volgens het ene of andere recept van een doctrinair.
Vertaald uit het Duits