In de geschiedenis van de mensheid heeft nog nooit een staat
zoveel macht over de wereld gehad als de Verenigde Staten van Amerika
aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. En geen wereldmacht heeft zo
snel als de VS haar absolute suprematie weer verloren: ‘de
eeuw van Amerika’ duurde nog geen tien jaar. Sinds de val van
het regiem van Tschiang Kai Chek op het vasteland van China en na het
doorbreken van het Amerikaanse atoommonopolie door de Sovjet-Unie, is
er in Amerika onafgebroken een brede discussie gaande, hoe het tot dit
verrassend snelle einde van de absolute wereldheerschappij heeft kunnen
komen. De meeste Amerikaanse geleerden en politici echter weigeren
historische gebeurtenissen te beoordelen vanuit het standpunt dat
ontstaan, opkomst en verval van staten en samenlevingen uiteindelijk
door objectieve wetten worden bepaald. Daarom blijven de oorzaken van
de relatieve achteruitgang van Amerika als grote mogendheid in de
laatste vijftien jaren voor hen verborgen. Zij zoeken de verklaring van
het raadsel óf in de rol van ‘communistische
agenten’, die het atoomgeheim en de heerschappij over China
aan de ‘roden’ hebben uitgeleverd, óf in
het afnemen van de pioniersgeest van het Amerikaanse volk, dat nu door
een ‘new frontier’ tot nieuwe energie moet worden
geprikkeld. Maar noch de leer van de demonen noch de apodictische
psychologie der volkeren zijn in staat de kluwen van technologische,
economische, militaire en sociaal-revolutionaire omwentelingen, die
zich de laatste twintig jaar op wereldschaal hebben voorgedaan, te
ontrafelen. En alleen deze ontrafeling kan tot een verklaring van het
afbrokkelen van de Amerikaanse heerschappij leiden.