Bron: La Gauche nr. 27, 2 juli 1960
Vertaling: Valeer Vantyghem
Oorspronkelijke titel: Le premier gouvernement de la république Congo
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
Laatste bewerking: 27 september 2009
Verwant: • Patrice Lumumba |
De Republiek Congo heeft haar eerste regering. Patrice Lumumba, een uiterst handige tacticus, heeft al zijn potentiële concurrenten willen onderdak verschaffen. Hij is daar (bijna) in geslaagd. Kasavubu is president van de republiek; Tshombe leidt de regering van Katanga; Kamitatu de provincie Léo; Gizenga, Bolya, Delvaux, Kachamura, Bomboko zijn minister, Iléo is president van de Senaat.
Enkel Bolikango en Kalonji bekleden geen belangrijke post. Er bestaat nog een kans dat Bolikango ergens wordt ‘heropgevist’ (bijvoorbeeld als voorzitter van de Kamer). Rest dus enkel Kalonji als ‘chef van de oppositie’. Laten we duidelijk stellen dat deze niet zwaar weegt.
De regering telt enkele authentieke linkse mensen. Alphonse Nguvulu is staatssecretaris voor economische coördinatie en het plan. Gizenga is ondervoorzitter van de Raad. Kashamura en Busikiro zijn minister. Zullen deze kameraden een brede politiek van economisch planning en sociale vooruitgang kunnen voeren? Dit is weinig waarschijnlijk.
Het valt eerder te voorspellen dat de banden tussen de koloniale maatschappijen en het nieuwe Congolese bewind hecht zullen blijven, en dat men slechts langzaam los zal komen van de bevoogding, die, hoewel indirect, niettemin reëel blijft.
Het is het drama van het onafhankelijke Congo – we hebben het al eens gezegd en herhalen het nog eens – dat er op nationaal vlak geen algemeen erkende partij bestaat die echt bij het volk over autoriteit beschikt. Lumumba doet inspanningen om zulk een partij op te richten. Het enige wapen waarover hij nu beschikt is de Force Publique. Dit is de reden waarom hij snel de portefeuille van landsverdediging op zich heeft genomen. Terecht.
Daar er geen dergelijke partij bestaat, evenals geen voldoende aantal gepolitiseerde kaders – de koloniale mogendheid is verantwoordelijk voor deze leemte daar ze met alle mogelijke middelen geprobeerd heeft om tot op het laatste ogenblik ! Congo te ‘depolitiseren’ – hebben de tribale reflexen, op een bepaald moment, de overhand gehaald. Zelfs de manifestaties van de oppositie van Kalonji en Bolikango hadden een meer etnisch dan politiek karakter. Lumumba heeft om, de separatisten door het buitenland gesteund, de wind uit de zeilen te nemen, een noodzakelijk compromis met Kasavubu gesloten. De Congolese eerste minister zal ongetwijfeld proberen om de grenzen van de provincies te herschikken en die in de mate van het mogelijke te laten samenvallen met de etnische grenzen. Het aantal provincies zal groter moeten worden. Al deze maatregelen om de gemoederen te bedaren zijn nuttig voor zover ze de integratie van de verschillende etnieën binnen een enkele Congolese natie in de hand werken.
Een oplossing voor de economische problemen zal dan voor later zijn. Dit is spijtig, doch gezien de huidige omstandigheden waarschijnlijk onvermijdelijk. Het kapitalistische volk heeft zich niet verkeken, de koloniale aandelen (Union Minière op kop), toen de eerste regering was gevormd, hebben een sensationele heropleving gekend.
De financiële problemen kunnen niet tot morgen zonder oplossing blijven. Lumumba heeft reeds beloofd dat de dividenden naar het moederland zullen terugvloeien. Dit ontneemt aan de staat een van zijn essentiële wapens om het structurele tekort op de betalingsbalans te lijf te gaan. Komt er een devaluatie? We zullen het weldra weten.
De Belgische socialisten kunnen maar één iets wensen: dat hun Congolese broeders zich zo snel mogelijk aaneensluiten in een brede en machtige Partij van de Arbeid of Socialistische Partij van Congo. Het stichten van een authentieke volkse en socialistische partij is ‘sine qua non’ de voorwaarde opdat de problemen van de tweede fase van de emancipatie zouden kunnen opgelost worden.