Geschreven: een datum of jaar
Bron: Links, nr. 10, 19 maart 1960
Transcriptie: Valeer Vantyghem
Deze versie: spelling
HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
Laatste bewerking: 27 september 2009
‘Weeral een staking in de Borinage’. De openbare opinie begint onverschillig te worden in Wallonië. In Vlaanderen reageert ze op doorgaans vijandig manier, hetgeen niet alleen wordt aangewakkerd door bladen als ‘De Standaard’ (die hun patronale belangen trouw blijven), maar zelfs door ‘Het Volk’, dat op schandalige manier de Vlaamse tegen de Waalse arbeiders tracht op te ruien.
De Borains staken voor een zaak, die de Vlaamse arbeiders bijzonder nauw aan het hart ligt: werk in eigen streek. Hoe kunnen we smalend op die strijd neerkijken ... terwijl we toch hetzelfde eisen voor de duizenden doppers en mobielen van de Westhoek, van de streek van Lokeren en Sint-Niklaas, van het Hageland, van de Noorderkempen, enz.? De werkende klasse van de Borinage verzet zich tegen de economische teloorgang van haar gewest; kunnen wij haar dit ten kwade dulden? Moeten wij niet eerder toejuichen en eisen dat onze Vlaamse mensen eindelijk even zo strijdvaardig en even zo bewust zouden worden, wanneer het erom gaat voor arbeid en brood in eigen streek te vechten?
In de Vlaamse patroonskringen, en in de rangen van de ACV leiding, wil men de dingen voorstellen als zouden de stakers van de Borinage nieuwe subsidies eisen, wat tot gevolg zou hebben dat er nog meer gedeeltelijke werkloosheid zou ontstaan in het Limburgse kolenbekken. Die stelling houdt geen steek.
In de eerste plaats strijden de Borains niet alleen voor hun eigen particularistische streekbelangen. Jarenlange opvoeding en propaganda vanwege het ABVV, de linkse socialisten en nadien officieel de BSP en de Gemeenschappelijke Actie hebben hen ervan overtuigd, dat een werkelijke, afdoende en duurzame oplossing voor de kolencrisis alleen mogelijk is langs de weg van de structuurhervormingen, d.w.z.:
- door de nationalisatie van de steenkoolnijverheid en de hele energiesector onder een stelsel van medebeheer door de arbeiders op elk vlak van het beheer;
- door een algemene economische planning, die o.a. tot een vlugge en gelijkmatige economische expansie voert;
- door het oprichten van nieuwe bedrijven en nieuwe bedrijfstakken in alle onderontwikkelde of wegkwijnende gebieden, dus ook in de Borinage en Limburg.
Wij zien niet in waarom de strijd van de Borains voor die algemene eisen de belangen van de Limburgse mijnwerkers zou treffen. Integendeel, hadden de Limburgse mijnwerkers, die in hun meerderheid in het ACV zijn georganiseerd, op een even hardnekkige en stelselmatige wijze de gedeeltelijke werkloosheid in hun streek door rechtstreekse actie bestreden, zoals het de Borains doen, dan hadden we vandaag waarschijnlijk geen zieke steenkoolnijverheid meer, dan zouden de Limburgse arbeiders vandaag geen offers meer brengen op het altaar van de Société Générale en van de Franse financiële groepen, die de Limburgse mijnen beheersen, maar dan waren ze baas in eigen huis, en dan zou de Belgische kolennijverheid reeds voor en door de gemeenschap bestuurd worden.
Achter het hatelijke gestook van sommige katholieke vakbondsleiders tegen de Borains steekt een dosis schuldbesef!
Want het is hun schuld en niet de schuld van de Borains dat de Vlaamse arbeiders, en in de eerste plaats de mijnwerkers, onderdanig en gedwee de gedeeltelijke werkloosheid, het ‘economisch noodlot’ ondergaan, in plaats van zich daartegen te verzetten, van daartegen in opstand te komen, van in te zien dat dit lot geenszins onvermijdelijk is, maar enkel een gevolg van een economisch stelsel dat door de mensenhand geschapen, ook door mensenhand en mensenwil veranderd kan worden.
Meer dan wie ook hebben de Vlaamse arbeiders er belang bij de Borains toe te juichen en te steunen, wanneer deze uitroepen: ‘Wij aanvaarden de werkloosheid niet meer! Wij aanvaarden geen stelsel meer waarin mensen die willen werken gedwongen worden de armen te kruisen, enkel en alleen omdat de heren die tot nu toe ons lot bepalen te enggeestig, te egoïstisch, te vadsig of te onbekwaam zijn om de kolen- en energiesector op rationele manier te reorganiseren’.
De Borains eisen geen nieuwe subsidies. Zij eisen niet dat ‘met het geld van de gemeenschap’ de kolen uit de Borinage de ‘afzetmarkten van de Limburgse kolen zouden gaan beperken’. Zij eisen alleen werk in eigen streek!
Zolang de regering en het patronaat niet in staat zijn, aan de mijnwerkers van de Borinage werk in eigen streek te verschaffen; zolang de werkende klasse van ons land – in de eerste plaats door de schuld van de leiders van het ACV – niet eensgezind voor structuurhervormingen strijdt en deze ook afdwingt, zolang verzetten zich de Borains met de moed der wanhoop tegen hun veroordeling tot werkloosheid. De staking kan daarbij nauwelijks als een volwaardig middel worden beschouwd om drukking uit te oefenen op het patronaat. Want een staking in een mijn die men gaat sluiten treft het patronaat niet meer.
Maar waarom zouden de Borains niet eisen, dat zij zelf de productie in hun bedrijf voortzetten, wanneer het patronaat de pijp aan Maarten geeft? Waarom zouden ze niet eisen dat, zonder een centiem subsidie, maar zonder ook verder een centiem te betalen aan de aandeelhouders, afgevaardigden beheerders of banken, de mijnwerkers zelf hun kolen delven en verkopen, met behulp van de plaatselijke bevolking, van de arbeidersorganisaties en de coöperatieven?
De kolen van de mijn ‘L’Epitté’, waar de staking nu al meer dan een week duurt, zijn halfvette kolen voor huishoudelijk gebruik. Zij voeren dus geen concurrentie met de industriële kolen van de Kempen, en daarmee valt heel de argumentatie van ‘De Standaard’ en c.s. in duigen. Maar die kolen zou men goedkoper kunnen verkopen dan de huidige prijsbarema’s, en nog verder de lonen, de elektriciteit, het hout en allerlei bijkomstige uitgaven kunnen dekken.
Zou dit geen bewijs leveren dat de arbeiders in staat zijn zelf hun bedrijven te beheren?
Zou dat de campagne voor structuurhervormingen, voor het vervangen van het ontoereikend privaat initiatief door de gemeenschap, niet een nieuwe vlucht doen nemen?
Op het ogenblik dat wij dit schrijven, weten we niet of de Borains deze weg zullen opgaan. Maar moest dit gebeuren, dan verdienen zij de volle steun van de Vlaamse werkende klasse, en moeten we de hoop uitspreken dat dit voorbeeld zou worden gevolgd.
Niet opdat de gemeenschap bankroete bedrijven zou doen voort werken en alleen de verliezen zou nationaliseren. Maar opdat het Recht op Arbeid als het eerste en voornaamste recht zou worden erkend, en zou worden vastgelegd dat de arbeiders besloten zijn zich tegen elke sluiting van bedrijven te verzetten, zolang men hen niet tezelfdertijd elders werk in eigen streek verstrekt.
Wanneer de patroons en de bezitters onbekwaam zijn, hun bedrijven zelf verder in gang te houden, dan hebben zij geen recht er zich tegen te verzetten dat de arbeiders zelf dit ‘eigendom’ in beheer nemen, tot de openbare besturen een duurzame oplossing voor het probleem der volledige te werkstelling hebben gevonden.
En misschien zullen de enen en de anderen een beetje vlugger handelen, onder de zweepslagen van de rechtstreekse actie, en gedreven door de vrees dat de arbeiders wel eens in de praktijk zouden kunnen gaan bewijzen dat kapitalistische economie en kapitalistisch beheer vandaag meer en meer ondoelmatig en gemakkelijk te vervangen zijn.