David Wijnkoop

Vijf minuten speech van David Wijnkoop


Uitgesproken: 1937
Bron: Grammofoonplaat 1937
Transcriptie: Fred de Kok voor het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid
HTML: Paul Benschop
Contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive

Laatste bewerking: 14 november 2009


Verwant:
De wording van het communisme in Nederland 1907-1925

Transcript van de digitaal gerestaureerde beschadigde plaatregistratie uit maart 1937. De restauratie was noodzakelijk om de speech beter verstaanbaar te krijgen — Voetnoten en tekst tussen haakjes van Fred de Kok en behoren tot het artikel Geluidsregistraties ten behoeve van Tweede Kamerverkiezingen 1937

KANT 1:

(Aanhef ontbreekt)

(Als, ...volgens) “de Amerikaanse Lee Jobb(?), het christendom een bondgenootschap sluit met het fascisme, om tegen het communisme te strijden, dan graaft het zijn eigen graf. En van het fascisme zei hij, dat heeft geen werkelijke levensmogelijkheden. Het draagt zijn eigen verderf in zich. Het is voort(s) in plaats van (onverstaanbaar)...

Hoe gelijk deze dominee met dergelijke uitspraken heeft, is weer eens onweerlegbaar gebleken door de verzoening van Herr Hitler met de oude Duitse houwdegen Ludendorff [1], welbekend uit de Wereldoorlog. Voor Ludendorff - die nu weer door Hitler vrij baan heeft gekregen - is Godsbesef, althans Duits Godsbesef, hetzelfde als de idee van een onbarmhartige Totale Oorlog. Ludendorff meent dat Duitsland, om in een toekomstige oorlog zegevierend te kunnen optreden, moet beginnen met het christendom[2] te winnen. Het christendom, zo zegt hij, is te zachtaardig.

Zie hier dus – door de heren nationaal-socialisten zélf toegegeven – wat wij eenvoudiger uitdrukken met de woorden: ‘Fascisme, Nationaal-Socialisme, hetzij van de Duitse Nazi’s of van Mussert en de NSB, is vernietiging en voorbereiding tot moord; ook op geestelijk en godsdienstig gebied.’

Als we nu verder bedenken, hoe het Nazi-optreden in Spanje[3] reeds getoond heeft direct tot de oorlog daar over te gaan, zelfs in een vreemd land. En hoe het in koelen bloede bereid is met de hulp van plaatselijke fascisten een overval te doen op een vreedzaam democratisch volk. Dan begrijpt men, dat het ons wel één ouder woord is als de communistische partij een politiek verdedigt, die er op gericht is de vrede te bewaren en de onafhankelijkheid te handhaven, natuurlijk in de eerste plaats in Nederland.

Nazifascisten in Duitsland hebben nog onlangs de Nederlanders tot “Grensduitsers” verklaard. Dan begrijpt U wel, wat dit beduidt.

En in Nederland staat de NSB reeds klaar – om evenals in Spanje de Franco-mensen deden – ook híer vrij baan te maken voor, en de voorpost te vormen van, een Duits Nazi-overval op dit land.”

Affiche van 1933

KANT 2

“Het gevaar voor oorlog en voor onze onafhankelijkheid dreigt vooral van Nazi-Duitsland en van de NSB; in Indonesië bovendien van het met de Nazi’s verbonden fascistische Japan[4]. Tegen dit gevaar komt de Communistische partij daadwerkelijk op, vóór een vrij en onafhankelijk Nederland en voor een democratisch veerkrachtig Indonesië. En om dit Duitse en Japanse – trouwens élk oorlogsgevaar – af te wenden, om in één woord de vrede te verdedigen zoals ook de Nederlandse massa’s dat willen, is het nodig dat – zowel binnen als buiten – een politiek wordt gevoerd van samenwerking, zowel met de ook door Duitsland en Japan bedreigde Sovjet-Unie, als met alle democratische staten der wereld.
Een politiek dus, van collectieve veiligheid. Dat wil zeggen: het stellen van een gezamenlijke, verenigde macht van allen die werkelijk de vrede willen, tegenover de fascistische en Trotskistische misdadigers[5], die bezig zijn een aanvalsoorlog voor te bereiden.
Met vereende krachten, (en ... klaar) binnen en buiten de Volkenbond, is het de democratische volken zeer wel mogelijk de fascistische oorlogsdreiging – hun misdadig spel – onmogelijk te maken.

Dan ook moet het Nederlandse volk in zijn Weermacht een sterke democratische macht krijgen, in staat aan fascisme en nationaal-socialisme – hetzij van binnen of van buiten komend – effectief weerstand te bieden. Dat wil zeggen: het Nederlandse leger moet het leger zijn van een democratische regering. Dus geen reactionaire regering meer, als die van Colijn. En het moet een democratische legerleiding geen optiendel (?) of dergelijke (zijn). Het moet onmogelijk zijn dat het leger voor fascistische doeleinden (ingezet wordt), zoals in Spanje het geval is. De bevelvoering in het leger en vloot moet democratisch zijn. En Weermacht en Staatsbestel moeten gezuiverd worden van alle fascistische en fascistisch gezinde kaders.

Scherper dan ooit zal voor de Nederlandse onafhankelijkheid de strijd gevoerd moeten worden tégen de NSB, die de politieke en culturele, de militaire en economische onderwerping wil van Nederland aan Duitsland.

Daarom, eenheid van heel het Nederlandse volk voor onafhankelijkheid en vrede. Mét tegen fascisme en oorlog. Vóór een democratisch parlement en een democratische regering bij déze verkiezingen.”

_______________
[1] Erich Ludendorff (1865-1937) ontleende zijn militaire heldenstatus aan de verovering van de Belgische forten bij Luik en Namen in augustus 1914. Van augustus 1916 tot oktober 1918 leidde hij samen met Paul Von Hindenburg in feite een Duitse militaire junta. In november 1918 vluchtte hij vermomd naar Zweden. Daar schreef hij artikelen en boeken over de Dolkstoot-legende: De civiele Duitse regering van na oktober 1918, waarin ook sociaaldemocraten zaten, had Duitsland verkwanseld bij de onderhandelingen die leidden tot het vernederende Verdrag van Versailles, en had daardoor het Duitse leger in de rug aangevallen. In 1920 naar Duitsland teruggekeerd, nam hij deel aan de mislukte Hitler-Putsch in november 1923, werd vrijgesproken en was van 1924 tot 1928 lid van de Rijksdag voor de nationaalsocialisten. Hitler zocht in 1935 toenadering tot de 70-jarige en woonde diens staatsbegrafenis in december 1937 bij, FdK.
[2] Begin jaren ‘30 richtte Ludendorff de ‘Bund für Gotteserkenntnis’ op, die stelde dat de wereldproblemen veroorzaakt werden door (katholieke) christenen, joden en vrijmetselaars en schreef het boek ‘Das grosse Entsetzen - die Bibel nicht Gottes Wort!’, FdK.
[3] De Spaanse Burgeroorlog begon begin juli 1936 met een nationalistische staatsgreep van militairen, monarchisten en falangisten, gesteund door de Katholieke Kerk. De coup was gericht tegen de gekozen republikeinse regering van liberalen, socialisten, communisten en anarchisten. Het leger in Marokko geleid door de Generaal Franco vroeg op 20 juli om Italiaanse en Duitse militaire en technische hulp. Al op 27 juli startte een vierdaagse Duits-Italiaanse luchtbrug die de Franco-troepen overvloog. In oktober en november 1936 bombardeerden Duitse vliegtuigen samen met Italiaanse bommenwerpers Madrid. En in april 1937 werd de onverdedigde Baskische stad Guernica gebombardeerd door het Duitse Condor Legion voorzien van de Spaans nationalistische kentekens. Pas na de overwinning van Franco in april 1939 werd bekendgemaakt dat het Duitse vliegtuigen betrof. In totaal stuurde Duitsland 17.000 militairen, 600 vliegtuigen, 200 tanks en 1000 kanonnen, FdK.
[4] Hier wordt het Anti-Komintern Pact bedoeld, dat in november 1936 gesloten was tussen Duitsland en Japan, gericht tegen de Sovjet-Unie. En waarbij Italië in januari 1937 zich ook aansloot. De Komintern of Comintern (Communistische of Derde Internationale) werd in maart 1919 te Moskou door de Communistische Partij van de Sovjet-Unie (CPSU) opgericht. De Nederlandse CPH van Wijnkoop sloot zich in 1919 aan bij dit wereldwijde samenwerkingsverband. Stalin hief de Comintern in 1943 op, FdK.
[5] Het trotskisme is een stroming binnen het marxisme/communisme die zich baseert op de revolutionaire theorie van de Rus Leon Trotski (1879-1940). In 1897 werd hij revolutionair sociaaldemocraat en nam in november 1917 deel aan de bolsjewistische staatsgreep onder Lenin als Volkscommissaris voor Buitenlandse Zaken en werd in maart 1918 Volkscommissaris voor Oorlog. Hij organiseerde toen in de burgeroorlog tegen tsaristische ‘Witten’ het Rode Leger, dat in 1921 deze oorlog succesvol voor de CPSU beëindigde. Na de dood van Lenin in 1924 ontstond een machtsstrijd tussen Trotski en Stalin, die met behulp van het partijapparaat won. Begin januari 1925 werd Trotski als Volkscommissaris ontslagen, in november 1927 uit de partij en in 1929 uit Rusland gezet. In dat jaar verscheen zijn boek over zijn idee van een permanente internationale revolutie. In 1938 riep hij in Parijs op voor de oprichting van de ‘Vierde Internationale’. In augustus 1940 werd hij door een stalinistische agent in Mexico vermoord. Zijn Russische aanhangers werden in december 1927 uit de partij gezet. In 1928 gaven een aantal van hen – waaronder Zinovjev en Kamenev – hun ‘fouten’ toe, en werden weer toegelaten in de CPSU. De meeste van zijn aanhangers wijzigden hun positie tussen 1929 en 1934, maar werden alsnog vermoord in de partij- en legerzuiveringen die begonnen in december 1934 met de moord op het stalinistische lid van het Politbureau Kirov. Zinovjev en Kamenev werden in 1936 veroordeeld voor de moord op Kirov in een schijnproces. Een Nederlandse Trotski-aanhanger was Henk Sneevliet (1883-1942), sinds 1912 SDP-lid en in 1914 medeoprichter van de Indische Sociaal-Democratische Vereeniging, de latere ‘Partai Komunis Indonesia’ (PKI). In 1920 werkte hij voor de Comintern in Moskou en in 1921 was hij medeoprichter van Chinese communistische partij in Canton. In 1928 kiest hij voor Trotski, verlaat de CPH en neemt als voorzitter van de vakbond het Nationaal Arbeids Secretariaat deze mee. In 1933 richt hij de Revolutionair Socialistische (Arbeiders) Partij op en wordt hiervoor gekozen in de Tweede Kamer. In 1936 spreekt hij in Barcelona voor de radio van de Partido Obrero de Unificación Marxista (POUM). Dit is naast een meningsverschil over het NAS, voor Trotski in 1937 aanleiding om met Sneevliet te breken. De RSAP verliest bij de verkiezingen van 1937 haar enige kamerzetel. FdK.


Zoek knop