Leon Trotski

Waarom marxisten individuele terreur afwijzen


Eerste publicatie: www.lsp-mas.be, met dank aan Geert Cool
Deze versie: Trotski Internet-Archief (marxists.org) november 2003, verzorgd door Maarten Vanheuverswyn


Onze klassevijanden maken er de gewoonte van om te klagen over ons terrorisme. Wat ze hiermee bedoelen is niet erg duidelijk. Ze zouden graag alle activiteiten van het proletariaat, gericht tegen de belangen van hun klassevijanden, als terrorisme betitelen. Een staking is, in hun ogen, de belangrijkste methode van terrorisme. Een stakingsdreiging, de organisatie van een poortblokkade, een economische boycot van een slaven-drijvende baas, een morele boycot van een verrader uit onze eigen gelederen — dit alles en meer wordt door hen terrorisme genoemd. Als terrorisme uitgelegd wordt als willekeurig wat voor actie die de vijand angst inboezemt of geweld aandoet, dan is natuurlijk de complete klassenstrijd niets meer dan terrorisme. De enige vraag die dan nog overblijft, is de vraag of de burgelijke politici het recht hebben om een vloedgolf van morele verontwaardiging over het proletarische terrorisme uit te storten, terwijl hun hele staatsapparaat, met zijn wetten, politie en leger, niets meer dan een werktuig is voor kapitalistische terreur!

Het moet echter gezegd worden, dat wanneer zij ons beschuldigen van terrorisme, ze — al dan niet bewust — proberen om deze term een engere, minder directe betekenis te geven. Het vermoorden van een werkgever, een dreigement om brand te stichten in een fabriek of de eigenaar te vermoorden, een gewapende moordaanslag tegen een minister — dit zijn allemaal terroristische daden in de oorspronkelijke en volledige betekenis.

Echter, iedereen die een beeld heeft van het werkelijke karakter van de internationale sociaaldemocratie zou moeten weten dat zij deze vorm van terrorisme ten allen tijde op de meest onverzoenlijke manier heeft, en zal, veroordelen.

Waarom?

‘Terroriseren’ met de dreiging van een staking, of daadwerkelijk een staking organiseren, is iets wat alleen industriële arbeiders kunnen doen. De sociale betekenis van een staking houdt direct verband met enerzijds de omvang van de onderneming of branche die het treft, en anderzijds de mate waarin de arbeiders die eraan deelnemen georganiseerd, gedisciplineerd, en voorbereid op actie zijn. Dit gaat net zo zeer op voor een politieke staking als voor een economische. Het blijft de strijdmethode die direct voortvloeit uit de betekenis voor de productie van het proletariaat in de moderne samenleving.

Om zich te kunnen ontwikkelen heeft het kapitalistische systeem een parlementaire structuur nodig. Aangezien het niet mogelijk is om het moderne proletariaat op te sluiten in een politiek getto, moet het kapitalisme vroeger of later toestaan dat de arbeiders deel uit maken van het parlementaire systeem. In verkiezingen komt het massa-karakter en de mate van politieke ontwikkeling van het proletariaat — nogmaals, eigenschappen die bepaald zijn door haar sociale positie, en in het bijzonder haar rol in de productie — tot uitdrukking. Zowel in een staking als in verkiezingen hangen de methode, het doel en het resultaat van de strijd altijd af van de sociale positie en kracht van het proletariaat als klasse. Alleen de arbeiders kunnen een staking organiseren. Handwerkers die brodeloos raken door de fabriek, boeren wiens drinkwater vergiftigd is door de fabriek, of het plunderende lompenproletariaat kan machines vernielen, brand stichten in een fabriek of de eigenaar vermoorden.

Slechts de bewuste en georganiseerde arbeidersklasse kan zorgen voor een sterke vertegenwoordiging in het parlement om de proletarische belangen te behartigen. Om echter een hooggeplaatste ambtenaar te vermoorden heb je niet de steun van een georganiseerde massa nodig. Het recept voor explosieven is voor iedereen toegankelijk, en een pistool kan overal verkregen worden. In het eerste geval is er een sociale strijd, waarvan de methoden en middelen noodzakelijkerwijs voortvloeien uit de heersende sociale orde; en in het tweede geval is er een louter mechanische reactie die overal hetzelfde is — zowel in China als in Frankrijk — bijzonder treffend in zijn uiterlijke verschijning (moord, explosies enzovoort) maar absoluut onschadelijk voor zover het het sociale systeem betreft.

Een staking, zelfs een relatief kleine, heeft sociale consequenties: versterking van het zelfvertrouwen van de arbeiders, groei van de vakbond, en niet zelden zelfs een verbetering in de productieve technologie. De moord op een fabriekseigenaar heeft enkel gevolgen voor de politie, of de verandering van eigenaars zonder sociale gevolgen. Of een terroristische aanslag, zelfs een ‘succesvolle’ de heersende klasse in verwarring brengt hangt af van de concrete politieke omstandigheden. In elk geval kan de verwarring slechts kortstondig zijn; de kapitalistische staat is niet gebaseerd op ministers en kan niet met hun geëlimineerd worden. De klassen die het dient zullen altijd nieuwe mensen vinden; het systeem blijft intact en blijft functioneren.

De wanorde die door een terroristische aanslag geschapen wordt in de rijen van de werkende massa is veel groter. Als het voldoende is om je te bewapenen met een pistool om je doel te bereiken, wat heeft de inspanning van de klassenstrijd dan voor zin? Als een vingerhoed met kruit en een klein beetje lood genoeg is om de vijand in zijn nek te schieten, welke noodzaak is er dan voor een klassenorganisatie? Als het zinvol is om hooggeplaatste personen bang te maken met het lawaai van explosies, waar is dan de noodzaak van een partij? Wat hebben bijeenkomsten, massale agitatie en verkiezingen voor doel als het zo eenvoudig mikken is op de regeringsbankjes vanuit de tribune van het parlement?

In onze ogen is individuele terreur ontoelaatbaar, juist omdat het de rol van de bewustwording van de massa’s bagatalliseert, hen doet schikken in hun machteloosheid, en hun blik en hoop doet wenden naar een grote wreker en bevrijder die op zekere dag zal komen en zijn missie zal voltooien. De anarchistische profeten van de ‘propaganda van de daad’ kunnen zoveel praten als ze willen over de verheffende en stimulerende effecten van terroristische actie op de massa’s; theoretische overwegingen en politieke ervaring bewijzen het tegendeel. Hoe effectiever de terroristische acties, hoe groter hun impact, des te meer reduceren zij de belangstelling van de massa’s in hun organisatie en scholing. Maar de rook van de verwarring trekt op, de paniek verdwijnt, de opvolger van de vermoorde minister verschijnt op het toneel, het leven gaat verder op de oude manier, het rad van kapitalistische uitbuiting draait als vroeger; alleen de repressie van de politie wordt wreder en brutaler. En het uiteindelijke resultaat is, dat in plaats van de ontvlamde hoop en kunstmatig aangewakkerde opwinding, apathie en desillusie verschijnt.

De inspanningen van de reactie om een einde te maken aan stakingen en de arbeidersbeweging in het algemeen hebben altijd en overal gefaald. De kapitalistische maatschappij heeft een actief, mobiel en intelligent proletariaat nodig; het kan daarom het proletariaat niet langere tijd aan handen en voeten binden. Aan de andere kant: de anarchistische ‘propaganda van de daad’ heeft telkens weer laten zien dat de staat veel rijker is aan middelen van fysieke destructie en mechanische repressie dan de terroristische groepen.

Als dat zo is, wat zijn de de mogelijkheden van een revolutie? Is deze onmogelijk geworden door de stand van zaken? Geenszins. De revolutie is immers geen simpele optelsom van mechanische middelen. De revolutie kan slechts opkomen uit een verscherping van de klassenstrijd, en het kan slechts overwinnen door de sociale functie van het proleteriaat. De massale politieke staking, de gewapende opstand, de verovering van de staatsmacht — dit alles wordt bepaald door de mate waarin de productie zich heeft ontwikkeld, de opstelling van de krachten van de klasse, het sociale gewicht van het proletariaat, en uiteindelijk de sociale opbouw van het leger, aangezien de gewapende krachten de factor zijn die in een revolutionaire tijd het lot van de staatsmacht bepalen. De sociaaldemocratie is realistisch genoeg om niet te proberen de revolutie te vermijden, die zich ontwikkelt vanuit de bestaande historische omstandigheden; in tegendeel, zij zal deze begroeten. Maar — in tegendeel tot de anarchisten en in directe strijd tegen hen — keurt de sociaaldemocratie alle methoden en middelen af die als doel hebben om kunstmatig de ontwikkeling van de samenleving te beinvloeden, en de onvolgroeide revolutionaire kracht van het proletariaat te maskeren met chemische preperaten.

Terrorisme begint als individuele protestdaden, voordat het een stadium van actiemethode van politieke strijd bereikt. Zo ook in Rusland, het klassieke land van terrorisme. Het afranselen van politieke gevangenen gaf de aanzet aan Vera Zusulich om uitdrukking te geven aan het algemene gevoel van verontwaardiging door een moordaanslag op generaal Trepov. Haar voorbeeld werd geimiteerd in de kringen van de revolutionaire intelligentsia, die geen ondersteuning van de massa’s hadden. Wat begon als een daad van onbezonnen wraak groeide uit tot een compleet systeem in 1879-1881. Het uitbreken van anarchistische moordpartijen in West-Europa en Noord-Amerika was altijd een reactie op een gruweldaad begaan door de overheid — het neerschieten van stakers of executies van politieke tegenstanders. De belangrijkste psychologische bron van terrorisme is altijd het wraakgevoel dat een uitweg zoekt.

Het is niet nodig om lang stil te blijven staan bij het feit, dat de sociaaldemocratie niets gemeen heeft met moraalridders die, als reactie op een willekeurige terroristische actie, plechtige verklaringen afleggen over de ‘absolute waarde’ van het leven. Dat zijn dezelfde mensen die, bij andere gelegenheden, in de naam van andere absolute waarden — bijvoorbeeld, de eer van de natie of het prestige van de monarch — bereid zijn miljoenen mensen in de hel van een oorlogs te storten. Hun nationale held is vandaag de minister die het privébezit de vrije hand geeft; en morgen, als de wanhopige hand van de werkeloze arbeiders zich samenbalt tot een vuist of een een wapen oppakt, beginnen ze met allerlei onzin over de ontoelaatbaarheid van geweld in welke vorm dan ook.

Wat de Eneuchen en Farizeëers van de moraal ook zeggen, het wraakgevoel is gerechtvaardigd. Het siert de arbeidersklasse dat zij niet onverschillig staat ten opzichte van de gebeurtenissen in deze ‘best mogelijke wereld’. Niet het tot zwijgen brengen van het onvervulde gevoel van wraak van de arbeidersklasse, maar in tegendeel het op doen laaien, verdiepen, en richten tegen de daadwerkelijke oorzaken van onrechtvaardigheid en onmenselijkheid — dat is de taak van de sociaaldemocratie. Als we terrorristische daden veroordelen, is dat slechts omdat individuele wraak ons geen genoegdoening verschaft. De rekening die we met het kapitalisme te vereffenen hebben is te groot om gerepresenteerd te worden door een enkele functionaris zoals een minister. Alle misdaden tegen de mensheid te doorgronden, alle onmenselijke behandeling waaraan de menselijke geest en het menselijk lichaam zijn blootgesteld, maar ook de verschillende uitwassen en verschijningsvormen van het bestaande sociale systeem, met als doel om al onze energie te richten op een collectieve strijd tegen dit systeem — dat is de richting waarin het overheersende verlangen naar wraak haar hoogste morele bevrediging kan vinden.