Henk Sneevliet

Spartacus Ontwaakt!

Het Derde Front marcheert


Geschreven: 28 februari 1941
Bron: brochure “De Rode Geus” ‘Nergenshuizen’, Holland, onder de schuilnaam Baanbreker — fotokopieën bezorgd door Dick de Winter
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive

Laatste bewerking: 14 mei 2010


Verwant:
De terreur als systeem
Tegen fascisme, kapitalisme en oorlog
Klassenstrijd en fascisme

Negen maanden Duitse overheersing

Op 14 mei 1940 kwam na het gruwelijk bombardement van de Duitsers, waarvan Rotterdam het slachtoffer is geworden, de capitulatie van dit land voor de Duitse overweldigers tot stand. De overmacht van de aanvaller besliste het feit in vijf dagen.

Oranje en de regering hadden bijtijds de vlucht naar Engeland genomen en lieten het Nederlandse volk in wanhoop, radeloosheid en paniek achter. Onbeschrijflijke tonelen speelden zich af, toen velen probeerden op hun beurt weg te komen. In de paniek, die losbarstte, kwamen vele zelfmoordgevallen voor. Denderend overdonderend trokken de Duitse troepen het land door.

Men hoorde al heel gauw, dat de beruchte Gestapo haar werkzaamheid had aangevangen. Arrestaties in verschillende richting vonden plaats. Blijkbaar brachten de Gestapobeambten een lijst van namen mee van degenen die onmiddellijk van hun vrijheid beroofd moesten worden.

Men zag een paar weken later bij velen de bestaande paniek plaats maken voor een gevoel van opluchting: “Het is nogal meegevallen. De nieuwe autoriteiten leggen gematigdheid aan den dag. Wij zullen ons bij de nieuwe orde van zaken aanpassen.”

Wat was er gebeurd? De Führer had zijn Oostenrijkse handlanger Seyss-Inquart als rijkscommissaris naar Holland gezonden. Op 29 mei aanvaardde de man, die voor de hoge en ongetwijfeld lonende post geroepen werd zijn ambt met een toespraak, waarin de volgende zinsneden de bijzondere aandacht trokken:

“Wil komen niet hier om een volkskarakter in het nauw te brengen en te vernielen en om aan een land de vrijheid te ontnemen.
Wij willen dit land en zijn bevolking noch imperialistisch in het nauw drijven, noch aan dit land en zijn volk onze politieke overtuiging opdringen.”

Het klonk geruststellend. De Nederlandse dagbladpers klampte zich vast aan deze gelegenheidsfrasen. Waren het slechts gelegenheidsfrasen of was er sprake van de toepassing van een tactiek om tijd te winnen voor het uitstippelen van een vaste gedragslijn? Zeker is, dat met eenvoudige kunstgrepen een forse stoot in de richting van veler aanpassing werd gegeven. Het door de Duitsers in het leven geroepen toezicht op de dagbladpers heeft al heel gauw de uitkomst opgeleverd, dat over de gehele linie – met slechts zeer enkele uitzonderingen – die pers dienstbaar gemaakt werd aan Duitse belangen, zoals trouwens ook door de omroepverenigingen geschiedde. Een brochure verscheen van de hand van Dr. Colijn, die sterke aanwijzingen inhield, dat de aanpassing ook hem besmette, al is het hem later gelukt, beter dan aan andere representanten van het vroegere regime, zichzelf terug te vinden en dus maar niet alles aan te nemen, wat door de vreemde overheerser werd gewenst. De oude burgerlijke partijen zetten hun normale activiteit stop.

Na twee maanden vielen de belangrijke beslissingen, die de grootste vakcentrale, het NVV, in handen speelde van de NSB’er Woudenberg en die Rost van Tonningen tot gevolmachtigde voor de socialistische beweging maakte. Het NVV werd op deze manier in dienst gesteld van het nationaalsocialistische Arbeidsfront. Het verdient de aandacht, dat het de leider van de Troelstrabeweging Paul Kiès is geweest (reeds tussen 10 en 14 mei in het Hoornse geïnterneerdenkamp naar de NSB overgelopen), die in het “Nationale Dagblad” het denkbeeld opperde het gehele NVV om te schakelen naar het Arbeidsfront!

De heer Woudenberg slaagde er in het overgrote deel van de gesalarieerde functionarissen van het NVV aan zijn doel dienstbaar te maken. De heer Rost van Tonningen kondigde op 20 juli de ontbinding van de RSAP en CPN af en trachtte de SDAP op dezelfde wijze voor het nationaalsocialisme te gebruiken als Woudenberg met het NVV deed. Hij slaagde slechts ten dele. Succes boekte hij bij de kopstukken van de VARA en bij een aantal geëmployeerden van de Arbeiderspers. Hij ving bot bij de voorzitter Vorrink van de SDAP en het merendeel der oude leiders. Slechts een klein contingent gelukszoekers (Tj. vd. Zee, v. Dok, vd. Bilt ea.) koos de weg die Paul Kiès reeds gekozen had en stichtte de Ned.-Soc.-Werkgemeenschap, die zonder onderbreking het werk voor het socialisme wilde voortzetten en daarom proclameerde dat de successen ven Hitler-Duitsland in de oorlog aantoonden, dat het socialisme zich langs andere banen zou verwezenlijken dan vroeger was gedacht.

Omdat de SDAP in het verleden zo gaarne pochte op haar sterke binding met het Nederlandse volk, op het vierde deel van dat volk, dat met die partij sympathiseerde, is het zeker niet overbodig er op te wijzen, dat deze grote partij na de Duitse bezetting tot een volkomen bankroet is gekomen. Vorrink, die weigerde in dienst van Rost van Tonningen te gaan, schiep de onmogelijke toestand; waarin zijn partij elke activiteit stopzette tot weer betere dagen voor de democratie zouden aanbreken Zijn eigen radeloosheid bleek wel sterk uit deze figuur, dat hij aan de leiding van de VARA verraad ten laste legde, doch de sociaaldemocratische bestuurders van de moderne vakbeweging aanried om onder Woudenberg soortgelijk werk te doen, als de voormannen van de VARA voor Rost van Tonningen deden.

De maatregelen, die reeds in juli door de Duitse overheerser tegen de socialistische arbeidersbeweging genomen waren, deden niet alleen de betekenis uitkomen van de verzekering van Seyss-Inquart van 29 mei, dat niet aan een land de vrijheid ontnomen zou worden, maar tevens, dat de NSB onder de aanwezige nationaalsocialistische groepen uitverkoren werd voor politieke winst door de Duitse bezetting. Toch verkondigde de Rijkscommissaris op 25 juli, alsof er niets gebeurd was:

“Wat nu de politieke wilsvorming betreft, zo herhaal ik, dat wij niet in dit land gekomen zijn om het Nederlandse volkskarakter te onderdrukken of het onze wereldbeschouwing op te dringen, integendeel.”

Die fluwelen smoesjes werden zo mooi gevonden, dat men op 30 september in het maandblad van de RK. Staatspartij in een artikel van oud-minister Verschuur kon lezen:

“Men begreep dat de wijze waarop en de omstandigheden waaronder zij, (de woorden van de Rijkscommissaris) gesproken werden, deze woorden maakten tot een grondslag, waarop het Nederlandse volk en de bezettende macht met wederzijds respect hun verhouding konden opbouwen.”

Toen dit geschreven werd, gebruikte de NSB al twee maanden lang het NVV als haar jachtterrein en was de partij, die vertegenwoordigd was in een coalitiekabinet, waarin ook katholieke ministers zaten, naar haar ondergang gevoerd, enerzijds door de manoeuvres van Rost van Tonningen, anderzijds door de besluiteloosheid van Vorrink en de zijnen. Oud-Excellentie Verschuur negeerde de feiten en toonde slechts duidelijk aan hoe weinig van zulke elementen verwacht kon worden voor een forse bestrijding van het fascisme.

Weer enige maanden later, na een reis van vakbewegingsbestuurders naar Duitsland, was het de voorman van de katholieke vakbeweging de Bruijn, die zich liet gebruiken voor reclame ten behoeve van het Duitse nationaalsocialisme en de daardoor in Duitsland geschapen arbeidsverhoudingen!

De aanpassing ging bij vele vooraanstaanden van het publieke leven vlot in zijn werk, wordt in verschillende toonaard ook gediend door twee politieke formaties, die zich in het openbaar konden vertonen, nl. het Nationale Front van Arnold Meijer en de Nederlandse Unie van het bekende driemanschap, dat mag doen alsof het scherp stelling neemt tegen het nationaalsocialisme, maar ondertussen wezenlijke diensten aan de overheerser bewijst.

Nederland kolonie van de Duitse overweldiger. Slechts weinige Nederlanders weten precies in welke mate aanwezige voorraden zijn weggeroofd, welke enorme lasten op de schouders van het Nederlandse staatshuishouden zijn geladen. Maar iedere Nederlander heeft begrip van de groeiende tekorten bij de voorziening in de behoeften van het Nederlandse volk. Dat leert de ervaring van elke dag, zo goed als dagelijks het knellende juk van de prijsstijgingen steeds sterker wordt gevoeld. De Duitse heerser beschikt over een korps van karakterloze huurlingen, die ons, in ruil van aan hen toebedeelde gunsten, in helle kleuren de schone toekomst afschilderen, die ons wacht na de Duitse overwinning op Engeland. Behalve rasechte nationaalsocialisten zijn er nog anderen in dit land, die persoonlijk voordeel trekken van de tegenwoordige toestand. Voordeel in de vorm van aanstelling op goedlonende posten. Voordelen in nog andere vormen. Zo nu en dan komt een enkele maatregel tot stand, die door een groep belanghebbenden als voordeel gezien wordt.

Doch reeds heeft de eerste Hollandse oorlogswinter zoveel bittere ervaringen aan de brede massa gebracht, dat de druk van de vreemde overheerser steeds zwaarder gevoeld wordt, waarbij nog komt, dat de verstikking van de vrijheid van meningsuiting ondragelijk wordt; dat het aantal willekeurige arrestaties zich voortdurend uitbreidt; dat het opleggen van “zoengelden” in enige gemeenten grote ergernis wekt; dat het uitspreken van dikwijls zware vonnissen bij voorgekomen overtredingen veler verontwaardiging gaande maakt.

Lang genoeg is Holland nu kolonie geweest om het ontstaan mogelijk te maken van een wijdverbreide verbittering tegen het regime dat na 14 mei 1940 is ingevoerd. De in lijnrechte strijd met de mooie praatjes van Seyss-Inquart over dit land gebrachte pestilentie van het antisemitisme is tenslotte de factor geworden, die massaverzet tegen de vreemde onderdrukker en zijn Hollandse knechten deed ontbranden. Tengevolge hiervan is de massale stakingsbeweging ontstaan, waarvan wij op 25 en 26 februari getuigen zijn geweest. Zij heeft sterke hoop gewekt in de harten van alle strijders voor het socialisme in dit land. Zij heeft nieuw vertrouwen geschonken in de wedergeboorte van de daadkracht der arbeidersklasse.

De naziterreur en de Jodenvervolging

Het is moeilijk te begrijpen, dat zoveel intellectuelen in de burgerlijke wereld en voorlichters van de publieke opinie werkelijk onder de indruk zouden komen van de goedkope frasen, die in dienst van de Duitse overheerser en door de Rijkscommissaris ten beste zijn gegeven in het belang van een vlotte aanpassing.

Revolutionaire socialisten hebben nooit op de kaart gezet van samenwerking der arbeidersbeweging met de burgerlijke partijen in de strijd tegen het fascisme. Men kan van distels geen vijgen maken. Men kan geen hoge verwachting koesteren van antifascistische daadkracht in het burgerlijke kamp. In Holland is na 1933 herhaaldelijk door aanhangers van burgerlijke partijen met dankbaarheid gewag gemaakt van het feit, dat de dictatuur van Hitler een overwinning van de sociale omwenteling heeft voorkomen. Zowel in Italië als in Duitsland werden fascistische dictaturen geschapen om de opmars van de socialistische arbeidersbeweging naar het socialisme te beletten. Bij het dreigen van dat gevaar ontstaat massadesertie uit het burgerlijke kamp naar het fascisme.

Het gehele Duitse volk heeft van dichtbij de methoden van de naziterreur leren kennen, die eerst is toegepast om de socialistische arbeidersbeweging te vernietigen. Het heeft verder de uitspattingen van het antisemitisme waargenomen, waartoe de propaganda van het nationaalsocialisme voert. Die ervaringen, die in de gehele wereld bekend zijn geworden, stemmen volkomen overeen met uitspraken, die door Rauschning in zijn tweede populaire boekje, dat kort voor de meidagen ook in Hollandse vertaling verscheen, aan Hitler zelf worden toegeschreven. (blz. 73-74 en 78-79):

“Wreedheid maakt indruk. Wreedheid en brute kracht. De eenvoudige man in de straat heeft alleen eerbied voor brute kracht en hardheid. Trouwens de vrouwen ook, vrouwen en kinderen. Ze hebben een gezonde angst nodig. Ze willen bang zijn voor iets.
De terreur is het doelmatigste instrument dat er bestaat. Het is mijn plicht elk middel te gebruiken om het Duitse volk in hardheid op te voeden en voor te bereiden op oorlog.”

Hoezeer Hitler daarbij ook het Jodendom in het oog had, komt naar voren op blz. 78-79:

“De Joden waren de beste bescherming voor Duitsland. Zij waren het onderpand, dat hem garandeerde, dat het buitenland hem zijn gang zou laten gaan. Als de democratieën hun boycot niet stop zouden zetten, zou hij de Duitse Joden zoveel van hun bezit af nemen als de schade bedroeg, die de boycot aan Duitsland kostte. U zult zien hoe snel ze daarginds ophouden met hun anti-Duitse propaganda.
Streicher heeft mij voorgesteld om in de volgende oorlog de Joden voor onze aanvalcolonnes uit te drijven. Dat zou de beste bescherming voor onze soldaten zijn. Ik zal er eens over denken.”

De gehele praktijk van de NSDAP van Hitler is in overeenstemming met die gedachten. Herhaaldelijk deden zich gedurende diens dictatuur gebeurtenissen voor, die een golf van verontwaardiging over de gehele wereld deden gaan. In dit opzicht roept het nationaalsocialisme sterk de herinnering wakker aan de grofste daden van wreedheid en willekeur, die in de loop der tijden door de zwarte reactie begaan zijn.

De naziterreur, die zich na januari 1933 het eerst aan de arbeidersbeweging vergreep, waarmee aan de wensen voldaan werd van de grootkapitalistische begunstigers, die de beweging van Hitler in haar opkomst had en die in juni 1934 op bloedige wijze oppositionele elementen uit de eigen partij heeft omgebracht, die sedert 1933 het gehele Duitse Rijk onbewoonbaar maakt voor het Jodendom, is gedurende de tegenwoordige oorlog naar door de Duitse overweldigers bezette gebieden overgebracht. De geestverwanten van Hitler moeten op dit terrein hun bruikbaarheid tonen, willen zij de bescherming van de Duitse meesters deelachtig blijven. In dit opzicht is de ontwikkeling van de NSB leerzaam geweest.

Het antisemitisme moest in zijn scherpste vormen door Mussert geslikt worden. Wij hebben niet alleen na 14 mei vele gevallen van bekering tot het nationaalsocialisme meegemaakt, van lieden die vóór die datum tot de bestrijders van het fascisme gerekend willen worden. Tot kort voor de meidagen hebben Friese arbeiders uit de mond van de beruchte Paul Kiès vernomen, dat hij het nationaalsocialisme tot in de hel zou vervolgen, Dit belette hem niet om op grond van de Duitse overweldiging van dit land plotseling over stag te gaan.

In de NSB zelf hadden we in de afgelopen negen maanden met een radicale zwenking naar het Duitse antisemitisme te maken. Als leider van het vroegere “Zwarte Front” wraakte Arnold Meijer meermalen de slappe houding van Mussert tegenover de Joden.

Datzelfde gebeurde door de NSNAP van Rappard. Mussert moest ondervinden dat hij zelfs als “Jodenknecht” gebrandmerkt werd door Streicher. Hij had heel had wat goed te maken op dit terrein. Hij deed zijn best. De leiding van de NSB leerde sedert 14 mei de door de Duitsers gewenste methoden van ophitsing tegen de Joden aan. Het blijkt geregeld uit de “Misthoorn”, die in dienst van de NSB staat. Het blijkt uit tal van artikelen uit “Volk en Vaderland” en “Het Nationale Dagblad”.

Wanneer aan Mussert in het begin van januari (volgens zijn lijfblad van 12 januari) de hoge eer te beurt is gevallen in München de gast te zijn van Hess en Himmler, wanneer besprekingen hebben plaats gevonden met deze hoogwaardigheidsbekleders van Hitler in tegenwoordigheid van de Rijkscommissaris, dan kan er niet aan getwijfeld worden, dat de verscherping van het NSB optreden tegen de Joden in Holland daar in München gelast is en onder hoge bescherming van de bezettingsautoriteiten heeft plaats gevonden.

Met de steun van zijn Duitse chefs heeft Mussert de beschikking over een kennel met afgerichte bloedhonden gekregen. In de praktijk moesten zijn SS en SA hun bruikbaarheid aantonen. Dit is eerst op bescheiden schaal in verschillende plaatsen van het land geschied, om vervolgens grotere afmetingen aan te nemen in Amsterdam tussen 9 en 12 februari.

Aan de misdadige provocaties en overvallen van Joden zijn enige elkaar snel opvolgende maatregelen vooraf gegaan, die met medewerking en op last van de Rijkscommissaris zijn genomen: de uitstoting van Joden uit het overheidspersoneel, het verbod voor Joden om bioscopen te bezoeken, het sluiten van vele andere ontspanningslokalen voor de Joden en de registratie, die in gang is gezet en in de gegeven verhoudingen duidelijk het karakter van vernedering der Joodse bevolking heeft.

Bij het overplanten van het Duitse nationaalsocialisme naar Holland, is er de nauwste samenwerking tussen de Duitse machthebbers en hun Hollandse knechten. Als het de verdienste van de socialistische arbeidersbeweging door de jaren heen geweest is zich solidair te betonen met de slachtoffers van vervolging en onderdrukking, dan hebben strijdbare socialisten uit de arbeidersklasse slechts hun plicht gedaan, wanneer zij tot daadwerkelijke solidariteit met de vervolgde Hollandse Joden zijn gekomen.

De twee uitbarstingen van antisemitisme

Schrik, afgrijzen, verbittering en haat worstelen om de voorrang in de uitingen van hen, die ooggetuigen zijn geweest van de afschuwelijke uitbarstingen in Amsterdam en elders.

De lafheid van de provocatie van 9 februari en volgende dagen komt zo goed als geheel voor rekening van de NSB. De tocht door de Jodenbuurt werd uitsluitend ondernomen door haar Afweer. Doch die tocht werd aanvaard met het veilige gevoel, dat men van straffeloosheid verzekerd was, dat men op die wijze in de geest handelde van de kopstukken der NSDAP en dat men op directe hulp van de bezettingsautoriteiten kon rekenen. Zonder die hulp zouden er zeker vele “Koots”, geweest zijn. Ook met die hulp zijn de aanvallers met bebloede koppen afgeslagen. Zowel de Duitse politie als de Hollandse nationaalsocialisten weten precies dat dertig Joden de afweerman Koot gelyncht hebben.

Het “Nationale Dagblad” kwam met een bericht uit Den Haag (17 febr.) volgens hetwelk “tien gewapende souteneurs” de NSB’er Polderman bewusteloos sloegen en hem op de tramrails legden. Onweerstaanbaar werden proleten uit andere delen van de stad naar de Jodenbuurt getrokken om de zwakken, de Joden, te helpen. Dit gebeurde niet omdat het Joden betrof, maar dit gebeurde in de eerste plaats omdat de helden van de NSB het ruwst zijn te keer gegaan in straten waar de grootste armoe is. De redactie van het “Nationale Dagblad” is met 3 afdrukken gekomen van politiefoto’s, genomen van jonge Joden, die gegrepen werden. Die foto’s tonen aan dat de “socialistische” bestrijders van de plutocratie zich in de eerste plaats vergrepen aan de arme Joden. Zodra het feit bekend werd; zijn “plutocraten” van de eilanden en van de Jordaan, mannen en vrouwen, naar het slagveld getrokken om de bloedhonden van Mussert onschadelijk te maken.

Toen de Duitsers zelf, de rabauwen van de Grüne Polizei, twee weken later op de Jodenbuurt losgelaten werden, was er natuurlijk ook sprake van lafheid in die zin, dat de kerels heel goed wisten, dat de Jodenbuurt niet over een arsenaal beschikt, toegerust met de wapens, waarmee de aanvallers komen. Aan twee vooraanstaande Joden, de plutocraat Asscher en Prof. Cohen werd de trieste rol toebedeeld, hun rasgenoten in twee vergaderingen toe te spreken en hen op te roepen wapens in te leveren, rustig en ordelijk te zijn. Beide heren hebben dat karwei opgeknapt. Er zijn dagbladen geweest als de Nieuwe Rotterdammer, waarin de staf gebroken is over het “onwaardig optreden” van degenen die verzet boden tegen de provocerende nationaalsocialisten. Het stempel van karakterloosheid is zowel op dergelijke voorlichters van de publieke opinie, als op de voorgangers van de Joodse bevolking, Asscher en Cohen, gedrukt. Zij zijn de tegenvoeters van die Leidse professor Cleveringa, die het ontslag aan een paar collega’s beantwoordde met de in brede kringen bekende redevoering, die hem zijn arrestatie bezorgd heeft. Die Leidse professor was een hogepriester van de waarheid, Asscher en Cohen stelden zich in dienst van de leugen. Hun taak werd, hun eigen rasgenoten weerloos over te leveren aan de nieuwe uitbarsting, die van Duitse zijde komen zou.

Ooggetuigen hebben ons een nauwkeurig verslag gebracht van de beestachtigheden die door de Duitse ordebewaarders zijn gepleegd. Volgens Hitler moest het Duitse volk door de opvoeding van het nationaalsocialisme hard worden, om voorbereid te zijn op de oorlog, die nu gaande is. De beestachtige hardheid van de uitvoerders der opdracht, die het willekeurig arresteren van honderden jonge Joden inhield, heeft aangetoond dat de keurkorpsen, waarmee de nationaalsocialistische machthebbers hun positie handhaven, uit wrede beestmensen bestaan.

Welke menselijke kwaliteiten waren nog aanwezig bij de lieden van de Grüne Polizei – officieren en manschappen, die op 22 en 23 februari hun jacht op jonge Joden bedreven hebben? Ongevoelig voor alle uitingen van radeloosheid en onbeschrijfelijke angst bij vrouwen en jonge meisjes, die hun zonen, hun broers, hun verloofden uit de huizen en op straat zagen wegslepen; een sadistisch mishandelen van ouderen en jongeren; dezelfde mensonterende methoden van vernedering, die in de koloniale geschiedenis van alle landen, welke zg. beschavingsarbeid onder gekleurde volken gingen verrichten, geboekstaafd zijn en die aan het beruchte woord “tropenkoller” zijn betekenis hebben gegeven, zijn nu toegepast in de straten van Amsterdam. Onvergetelijke indrukken hebben zich bij vele ooggetuigen vastgelegd, die eenmaal nog vruchten zullen dragen. Tenslotte beschikt het Duitse nationaalsocialisme niet over de middelen om aan de historische gerechtigheid te ontkomen.

Twee dagen na deze demonstratie van Duitse nazicultuur heeft de commissaris-generaal voor het veiligheidswezen, de hogere SS en politiechef Rauter een bekendmaking doen aanplakken, waarin de arrestatie van 400 jonge Joden en hun overbrenging naar een Duits concentratiekamp werd toegeschreven aan een aanval op een Duitse patrouille van de veiligheidspolitie in de nacht van 19 op 20 februari. Die aanval zou in een Joods lokaal geschied zijn, waar een geheime vergadering plaats vond. Dat zou ergens in de van Woustraat gebeurd zijn!

De patrouille werd “overgoten” met een bijtende en giftige vloeistof en er werd door de Joodse misdadigers ook nog geschoten! De heren onderschatten werkelijk de hersencapaciteit van de “dummen Holländer”, als zij menen dat zulke verhaaltjes in ernst genomen worden.

Op hun wijze hadden Amsterdamse arbeiders voor een passend antwoord gezorgd op de Jodenjacht van de Grüne Polizei en wel op de dag, waarop Herr Rauter zijn “bekendmaking” liet aanplakken. Dit antwoord bestond uit de politieke massastaking, die op 25 februari uitbrak.

Proteststaking en massastaking

Op de scheepswerven in Amsterdam-Noord liep reeds kort na de aanval van de NSB op de Jodenbuurt het gerucht, dat de Duitsers een aantal jonge metaalbewerkers van die werven zouden verplichten om naar Duitsland te gaan. Een oproep tot vrijwillige aanmelding had zeer magere resultaten. Slechts meelopers van de NSB gaven aan die oproep gehoor en hun aantal was onvoldoende voor de Duitse autoriteiten. Het dreigende gevaar van opvordering van de benodigde arbeidskrachten, dus toepassing van hetzelfde middel dat bij het annexeren van voorraden op grote schaal gebruikt is, wekte verzet onder de arbeiders op de werven. Zij kwamen tot het besluit, dat bij doorzetting van de Duitse plannen alle arbeiders in staking zouden gaan.

Reeds op maandag 17 februari kregen de werfarbeiders de gelegenheid hun voornemen in de daad om te zetten. In vier grote bedrijven werd de staking een feit en vierentwintig uur later was met deze directe actie het doel bereikt. De Duitse autoriteiten moesten er van afzien om door dwang de beschikking over de arbeidskrachten, die zij wensten, te verkrijgen. Zij hebben het niet aangedurfd om de jonge metaalbewerkers weg te voeren naar Duitsland. Het werd hun duidelijk gemaakt dat daarmee slechts het lamleggen van voor de Duitsers zelf belangrijke bedrijven, bereikt kon worden.

Een solidariteitsstaking! Het ging niet om materiële voordelen. Arbeiders van de meest uiteenlopende richting, die jarenlang tot geen gezamenlijke actie waren gekomen, stelden zich op de bres voor de bedreigde maats.

Op die 17e februari is de strijd van het Derde Front in Nederland werkelijkheid geworden. Toen op deze actie de razzia is gevolgd van de Duitse politie, die de gevangenneming van 400 Joden ten doel had, bleek voor het Amsterdamse proletariaat het ogenblik gekomen te zijn om de solidariteitsstaking, de proteststaking tegen bruut geweld, waarmee geheel Amsterdam zich bezig hield, af te kondigen. Wij worden bij deze ontwikkeling herinnerd aan de grootste stakingsbeweging die het Nederlandse proletariaat in 1903 heeft gekend.

Naarmate in de loop van maandag 24 februari in de bedrijven meer bijzonderheden bekend werden over de uitspattingen van de Duitse politie tegenover de Joden, in die mate groeide de wil van de arbeiders om naar het stakingswapen te grijpen.

Toen de eerste berichten ons bereikt hebben: de reiniging staakt, de waterleiding staakt, de tram staakt, de grote bedrijven in Noord staken allen, reeds ziet men overal de winkels bestormen om zich wat voorraad te verschaffen, – hebben zelfs wij aan de juistheid van deze informatie getwijfeld. Wij wisten, dat het zo komen zou, maar hadden er geen begrip van dat het tempo van de ontwikkeling zo snel zou kunnen zijn.

In oorlogstijd wordt het Derde Front overal geboren en toont het zijn bestaan in massaverzet der arbeiders

De beide imperialistische fronten pogen tevergeefs dat verzet te onderdrukken. Het ontwaakt spontaan, het laat zich overal gelden waar de afschuwelijke gevolgen van de oorlog zich sterk openbaren.

Tientallen jaren ondergraving van de kracht der massa door het reformisme, dat een afkeer had van Spartacus, van de oude onmisbare vormen van strijd der arbeidersklasse, hebben die kracht niet kunnen doden. Die kracht is onverwoestbaar.

De heersers van Engeland en Duitsland brengen slechts mededelingen over moeilijkheden, die hun tegenstander in de productie ondervindt. Daarom krijgen wij in de Nederlandse dagbladpers nog enkele informaties over loonacties in Engeland en stakingen in Amerika.

Maar niets wordt ons van Duitse kant verteld over mijnwerkersactie in Tsjecho-Slowakije, over het verzet van Franse arbeiders in de bezette gebieden. Wij zijn afgesloten van de wereld, doch het Derde Front heeft zich gevormd en groeit.

Gelukkig dat wij bij het Nederlandse proletariaat lang sluimerende krachten zien ontwaken en richting geven aan grote daden van de arbeiders. Sedert 25 februari is het zo, dat waarschijnlijk

de machtigste uiting van proletarisch verzet, die tot dusver is voorgekomen, van Amsterdamse proleten afkomstig is.

Het woord van het Derde Front is in de laatste weken op directe wijze tot de arbeiders gesproken. Parolen zijn uitgegeven. Tegenover het brute machtsvertoon van de Duitse heersers en hun Hollandse vrienden is de noodzakelijkheid aangegeven van de vorming van stoottroepen in de arbeidersbuurten.

Tot de arbeiders in de fabrieken is gezegd: beantwoordt iedere daad van tirannie met staking, verlaat de werven en de werken, stroomt uit de fabrieken. En in enkele dagen tijd is dit woord vlees geworden en heeft het

de gestalte van de politieke massastaking van Amsterdams overheidspersoneel, van duizenden arbeiders uit de vrije bedrijven van kantoorbedienden en winkelpersoneel aangenomen.

Dit wonder beleven wij na 9 maanden bezetting. Terwijl langs de landwegen van Holland in de buurt van Amsterdam opgejaagde Joden met handkarren de vlucht nemen om bij familie in de provincie onder te duiken – geen plutocraten, maar armoejoden – beleven de duizenden, die de strijd opnamen met de daad, het oude woord:

“Proletariërs aller landen verenigt u, gij hebt slechts uw ketenen te verliezen, gij kunt een wereld winnen.”

De vonken, die van het aambeeld van Spartacus spatten, bereiken de fabrieken in de Zaanstreek, in Hilversum en elders. Zij laaien op tot hoge vuren:

“Gans het raderwerk staat stil.

Als uw machtige arm het wil.”

Niemand kent de kracht, die in deze beweging is opgesloten. Iedereen begrijpt dat de klassevijand in de gehele wereld machtig is. Maar iedereen begrijpt ook, dat diezelfde vijand in oorlogstijd buitengewoon trefbaar is. Arbeiders, die in Duitsland te werk gesteld zijn, en uit verschillende streken komen, rapporteren bij hun bezoek aan Holland: zeker de helft van de bevolking moet van het Hitler-regime niets hebben. Voor wie de gezichten leest van Duitse proleten in uniform, die hier opgehoopt zijn, voor het grote avontuur dat Hitler en zijn generale staf willen ondernemen, bespeurt bij vele ouderen, maar ook bij jongeren, de geweldige angst voor dit avontuur. Als het zover is, zullen honderdduizenden de verdrinkingsdood in de Noordzee en in het Kanaal ondergaan. Andere honderdduizenden, die Engeland zouden bereiken, zullen omkomen, terwijl zij hun klassegenoten in Engeland zullen trachten te verdelgen Hoogtijdagen voor de dood zijn op komst. Engelse en Duitse vrouwen en moeders zullen in rouw worden gedompeld.

Het grote avontuur werpt zijn schaduw vooruit. In de harten van vele Duitse proleten in uniform moet er nu felle bewogenheid zijn, als zij Spartacus zien gaan door de straten van Amsterdam en andere steden.

Moeilijk voor de deelnemende arbeiders is zeker het juiste inzicht in de aanwezige machtsverhoudingen, het begrip dat de macht van de klassevijand door een enkele massale staking in dit land, niet gebroken zal worden. Maar hoe ontzaglijk moeilijk is op dit ogenblik de beslissing voor de Duitse bezettingsautoriteiten en Hollandse adviseurs. Zij gaan nog voort met arrestaties naar alle kanten. Maar zij kunnen niet verhinderen dat de geest van Spartacus thans binnendringt in de harten van vele Duitse proleten, die aan zichzelf de vraag voorleggen op welke wijze en op welke tijden zij op hun eigen manier zullen demonstreren, dat Spartacus niet vernietigd kon worden door de dwangmethoden van de naziterreur.

Wij beleven grote dagen en sterker dan ooit, moeten wij er diep van doordrongen zijn, dat wij scherp de richtlijnen moeten aangeven, waarlangs de dadendrang van de proletarische massa zich zal voortbewegen.

Prachtig waren de uitbarsting en de snelle verbreiding van de massastaking, prachtig was niet minder de gesloten terugkeer in de bedrijven. Aan de officiële waarheid over de “incidenten te Amsterdam”, waarmee het ANP op last van de Duitsers gekomen is, behoeft geen woord verspild te worden. Dit document maakte dezelfde indruk als des heren Rauters “bekendmaking”.

Doel en strategie van het Derde Front

De doeleinden van het Derde Front zijn duidelijk. Al is de mislukking van de Tweede Internationale gedurende de Eerste Wereldoorlog en het verdere bankroet van diezelfde Internationale, zowel als de Moskouse Internationale sedert september 1939, duidelijk gedemonstreerd, zodat de wedergeboorte van de klassebeweging der arbeiders op internationale basis op de dagorde staat, niet vergeefs is geweest de lange periode van socialistische propaganda onder de arbeiders.

Om de oude, onvervalste, niet verwaterde beginselen gaat het. Zij hielden in, dat de kapitalistische orde vernietigd moest worden om de bevrijding der mensheid van de gruwelen van de oorlog te kunnen bereiken.

Daarom kunnen de doeleinden van het Engelse en Duitse imperialisme nooit de doeleinden zijn van het wereldproletariaat. Toen Hitler en Stalin elkaar in 1939 hebben gevonden, heeft de totalitaire pers van Rusland en Duitsland de staatsmanskunst der beide dictators bezongen. Gezegd werd, dat de nieuwe verstandhouding niet alleen gold voor de periode van oorlog, doch haar heilzame werking ook zou blijken na het sluiten van de vrede. Gezegd is later van Duitse kant – op grond van duidelijke feiten – dat in het nieuwe Europa van de Duitsers de internationale betrekkingen, die thans tussen Duitsland en Rusland bestaan, als voorbeeld zouden dienen voor geheel Europa.

Het Derde Front registreerde de moorden op revolutionairen, die door Hitler en Stalin bedreven werden. Het Derde Front registreerde de totalitaire opvoeding in beide landen, de vernietiging van de mens in de mens.

Het socialisme van het Derde Front is niet het socialisme van Stalin of Hitler

De beide grote grondleggers van de socialistische beweging, Marx en Engels, spraken in hun dagen over: “De expansieve kracht van de democratische ideeën en de dorst naar de vrijheid, die de mens ingeschapen is.” Daarvan vindt men niets hij het socialisme van Stalin en bij dat van Hitler. Als Duitse nazi’s op hun “vrijheid” pochen, dan weet de overgrote meerderheid van het Duitse volk dat die vrijheid naziterreur, de volle gevangenis, het concentratiekamp, de verstikking van alle kritiek in het openbare leven is. En als de volgelingen van Stalin juichen over de democratische grondwet van Rusland, dan weten alle denkende arbeiders, dat de Russische praktijk die van de sluipmoord der GPOe is, zowel als van de volksverdomming voor het overgrote deel van 190 miljoen Russen.

Dat is niet het socialisme, dat voor het Derde Front geldt. Het is zeker een ander socialisme, dat aan de massa de kracht tot handelen geeft, van die massa een politieke factor van de eerste rang maakt.

De Engelse overwinning, dus de Engelse vrede, d.w.z. handhaving van de koloniale heerschappij over honderden miljoenen gekleurden. De Engelse vrede kan niet anders brengen dan nieuwe uitbuiting van de gekleurde en blanke massa, dan nieuwe bewapening voor de volgende grote afrekening, dan frases in een leugenachtige krachteloze democratie, die daarom frases blijven, omdat de gevolgen van de tegenwoordige oorlog van die aard zullen zijn, dat onveranderlijke handhaving van de voorrechten der bezittende klasse algemene verhoging van het levenspeil der brede massa zullen uitsluiten. De heren van de Londense City hebben in het verleden de kunst verstaan van het Britse wereldrijk een gemeen-schap te maken, waarin de scherpste tegenstellingen tussen weelde en armoede werden gevonden. Zij gebruiken thans de diensten van een Bevin van de Labour partij, van de arbeiders, en zijn gul met schone beloften. Zij denken er niet aan om via de democratie tot de inrichting van een socialistische gemeenschap te komen.

En de Duitse overwinning? De Duitse vrede? Het Hitleriaanse nationaalsocialisme zal blijven zwetsen over het geluk, de welvaart, de vrede, die aan Duitse arbeiders gebracht wordt, over de ondeelbaarheid der volkse eenheid, doch in het overwinnende Duitsland zal de geest van het Pruisische barbaarse militarisme sterker tot ontwikkeling worden gebracht dan ooit. In Duitse koloniën zullen zwarten en bruinen aan de lijve ondervinden, dat het Duitse nationaalsocialisme niet voor hen bestemd is. Europa zal onbewoonbaar worden voor vrije, de vrijheid minnende geesten. Een zat en vol gevreten parasietendom van het Göring-type, zal onbeperkte heerschappij uitoefenen over de Duitsers in Duitsland, de volkeren in Europa wier economie en politiek in dienst van het Duitse imperialisme zullen gesteld worden en de gekleurde volkeren, die onder de hiel van de sultan van Berchtesgaden moeten leven.

Het Derde Front eist de vrede, het verafschuwt de massaslachting van de oorlog, het wil de vrede van Hitler en Churchill niet, het wil zijn eigen socialistische vrede

De doeleinden van het Derde Front zijn zeker idealistisch. Dit idealisme wordt verkondigd in een tijd, die rijp is voor de socialistische inrichting van productie en verdeling van goederen. Geen onderdrukte klasse kan de macht der heersers breken zonder een levend idealisme. Daarom was de karakterloze aanvaarding van de verbanning van de Internationale uit de Hollandse ether lafheid en misdaad tegenover het proletariaat.

Grote, bereikbare idealen leveren de enige bron, waaruit de kracht geput kan worden voor het volharden in de zware strijd voor de socialistische verwezenlijking. Ouderen, denkt terug aan jullie beste jaren, toen het idealisme aan jullie de energie gaf tegen de stroom op te roeien. Het is de oude misleiding als reeds bij zoveel veertigjarigen de neiging geconstateerd wordt om de leugen van de heersers tot de hunne te maken, dat de verbetering van de maatschappij met de verbetering van de individuen moet beginnen. Die sport is door alle eeuwen heen bedreven en maakt het tot vandaag mogelijk, “dat de mens wolf voor zijn medemens is.”

Het Derde Front is het front van het proletarisch socialisme, van de proletarische klassenstrijd en van het Internationalisme

Het laat niet toe, dat zijn doeleinden onzuiver worden gemaakt. Het laat niet toe, dat de proletarische klasse zich voor doeleinden van de vijand laat gebruiken.

De tijden zijn rijp om te oogsten

Tijdens de massaslachting van de Eerste Wereldoorlog gaf Spartacus aan de arbeiders en boeren van Rusland de kracht, de macht der oude heersers te breken, een in de geschiedenis nog onbekend experiment te ondernemen.

Het is niet waar, dat de revolutie van het proletariaat veroordeeld is, omdat op de overwinning de ontaarding is gevolgd. Zij, die zo redeneren, slikken met dat valse argument de kapitalistische orde met haar leugen, haar loonslavernij, haar onderdrukking, die door de tijden heen verschillende vormen aannamen, doch die bestendigd bleven.

De oorlog omvat de wereld. In alle direct en indirect bij de oorlog betrokken landen, komt thans het Derde Front tot stand.

De Internationale van het proletariaat is dood, de nieuwe Internationale gaat leven

Daaraan werken in alle landen arbeiders mee door hun daden. Het is onherroepelijk: de Tweede en de Derde Internationale behoren tot het verleden.

De klassekracht van de arbeiders zal gedurende de strijd tegen de thans woedende oorlog in een nieuwe internationale worden samengevat

De grote daad van de Russische Revolutie maakte de oprichting van de Derde Internationale mogelijk. Grote proletarische daden van deze tijd zullen het nieuwe verband scheppen, nadat het leiderschap van Stalin voor de Moskouse Internationale de smadelijke ondergang in het bloed van echte revolutionairen en in het vuil van het bederf der Russische bureaucratie heeft gebracht. De richtlijnen vinden voor de alom aanwezige dadendrang der arbeiders, daar komt het op aan.

Bij spontane uitingen van kracht de beperktheid van de werking van die uitingen blijven zien. Strijdende de nieuwe organen voor de strijd scheppen. Onverbiddelijk is het zo, dat kracht en inzicht met elkaar verbonden moeten zijn om voorwaarts te kunnen gaan.

De comités in de bedrijven kunnen nu werkelijkheid worden

Zo werd in een bewogen tijd gedurende de eerste oorlog de shopstewardsbeweging van Engeland geboren. Zo werd in een roerige periode van de Spaanse arbeidersbeweging de Allianza Obrera geschapen. Door de wil van de arbeiders zelf, omdat het parool kwam op de juiste tijd.

Jawel, door waanwijze bureaucraten van de vakbeweging, die nu in de schaduw van Woudenberg mogen leven, is de comitévorming in de bedrijven hardnekkig bestreden. Die bureaucratie onderkende de ontwikkeling van het naoorlogse kapitalisme evenmin als de sociaalpatriotten, die gedurende de Eerste Wereldoorlog knechten werden van hun bourgeoisie en haar generale staven.

Het geweldige stuk strijd dat zich nu afspeelt in Amsterdam en in andere steden heeft zeker de kracht om het aanzijn te geven aan de comités in de grote bedrijven, die het parool voor nieuwe actie zullen uitgeven wanneer, hetzij de verhoudingen in de bedrijven dan wel nieuwe uitspattingen van machtsmisbruik nieuwe directe actie noodzakelijk zullen maken.

Onder de hiel van de Duitse overheerser zullen zulke comités geen normaal leven kennen. Vergaderingen zijn er alleen voor de groeperingen, in wier werkzaamheid die overheerser voordeel ziet. Er zal geen sprake zijn van een wijd vertakte pers van het Derde Front. Maar er zal sprake zijn van doeltreffende illegale voorlichting, van illegaal beraad, die de stoot tot nieuwe demonstraties van massakracht zullen geven

Wijl de massabeweging van 25 februari zo zuiver manifestatie van solidariteit is, zou het gevaar kunnen ontstaan directe, op materiële doeleinden gerichte acties der arbeiders in werkverschaffingen, op vliegvelden, in bedrijven, te onderschatten en zelfs af te wijzen. Wij hebben allen van Rosa Luxemburg kunnen leren, dat in tijden van grote bewogenheid stakingen van arbeiders voor de meest uiteenlopende doeleinden uitbreken. Wij hebben dat kunnen leren uit haar meesterlijk geschrift, dat de gebeurtenissen uit de eerste jaren van deze eeuw in Rusland ter kennis heeft gebracht van de internationale beweging. Wij hebben het opnieuw kunnen leren in de heldentijd van de Spaanse arbeidersbeweging, die begon met het machtige verzet der mijnwerkers van Asturië in oktober 1934 en die tot volle ontplooiing is gekomen, nadat Alfonso was afgedankt, de republiek was uitgeroepen, wier democratie geen oplossing aan uitgezogen proleten en arme boeren heeft gebracht. In die gedenkwaardige tijd, die uitmondde in de Spaanse burgeroorlog, hebben Spaanse arbeiders tal van stakingen gevoerd voor economische doeleinden, voor politieke doeleinden, voor pure solidariteit.

De kracht, waarmee de Spaanse arbeiders streden, schonk aan de wereldbeweging der arbeiders het besef dat de terreur van het fascisme niet gedwee behoeft te worden aanvaard, dat massastrijd tegen die terreur mogelijk was. De strijd der Spaanse arbeiders tegen de generaals is door verschillende factoren op een bittere nederlaag uitgelopen,

doch ook die Spaanse arbeiders hebben met hun voorbeeld grote diensten aan de komende ontwikkeling der klassebeweging bewezen

Aanvallen, voorwaarts gaan, de vijand geen kans geven op een bloedige verstikking van de aanwezige kracht, daarom gaat het nu. Ook nu zullen tegenslagen en nederlagen niet uitblijven; nog zijn vandaag de machtsverhoudingen ongunstig voor het proletariaat. Doch dat in de strijd op leven en dood, die de imperialisten van Duitsland en Engeland tegen elkaar voeren het tijdstip zal aanbreken, waarop zich de arbeiders van dit en van andere landen, die in de fabrieken, die op de schepen, die in uniform, zich de lessen zullen herinneren van Lenin, van Rosa Luxemburg en Liebknecht, dat staat bij ons onomstotelijk vast.

Lezers, kameraden. Steunt het werk van het Derde Front, neemt plaats in het gelid. Helpt ons de lectuur, die van ons uitgaat, verbreiden

Spartacus is Ontwaakt!

Het Derde Front marcheert!

28 februari 1941


Zoek knop