Jasper Schaaf

De dialectisch-materialistische filosofie van
Joseph Dietzgen



Bron: De dialectisch-materialistische filosofie van Joseph Dietzgen, Kok Agora, Kampen, 1993
Opmerking: De voetnoten zijn hernummerd vanwege technische redenen
Deze versie: Met dank aan Jasper Schaaf (papieren versie nog verkrijgbaar)
HTML en contact: Adrien Verlee voor het Marxists Internet Archive

Laatste bewerking: 15 november 2009

De dialectisch-materialistische filosofie van Joseph Dietzgen als pdf


Kaft van het Dietzgen-boek van Jasper Schaaf


- Alles betwijfelen en alles geloven zijn twee even gemakkelijke oplossingen, die ons beide ontslaan van nadenken. - Henri Poincaré[1]

- Die Philosophie, zur Zeit Jacob Böhmes noch reiner Schuster, macht einen Fortschritt, wenn sie die Gestalt des Lohgerbers annimmt! - Friedrich Engels[2]


Inhoudsopgave


Voorwoord

Deel I

De dialectisch-materialistische filosofie van Joseph Dietzgen. Introductie

1 Inleiding

1.1 Joseph Dietzgen, propagandist van het revolutionaire marxisme. Beknopte levensschets
1.2 Een eerste schets van J. Dietzgens filosofie
1.3 Een zestal centrale vragen over de filosofie van J. Dietzgen
1.4 Door J. Dietzgen gekende werken van Feuerbach, Marx en Engels

2 Moeilijkheden bij het beoordelen van J. Dietzgens filosofie

2.1 J. Dietzgen als dialectisch materialist
2.2 J. Dietzgen en de dialectiek
2.3 Agnosticisme, inductivisme en de werkzaamheid van het verstand
2.4 De begrippen kwantiteit en kwaliteit
2.5 Causaliteit
2.6 J. Dietzgens ontologisch waarheidsbegrip
2.7 Herhaling als didactisch middel

3 Proletarische ‘Logik’ versus burgerlijke ideologie

3.1 De politieke kleur van J. Dietzgens denken
3.2 De arbeidersfilosoof Joseph Dietzgen

4 De historische grondslag van J. Dietzgens denken

4.1 ‘Das Akquisit der Philosophie’
4.2 Een van Hegel onafhankelijke ‘herontdekking’ van de materialistische dialectiek
4.3 In hoeverre kan J. Dietzgens filosofie spinozistisch worden begrepen?

Deel II

De dialectisch-materialistische filosofie van Joseph Dietzgen. Kennistheorie en ontologie

5 Dialectische ontologie als vrucht van de kennistheoretische beschouwingen

5.1 J. Dietzgens standpunt over de eenheid van de wereld
5.1.1 Verscheidenheid en eenheid als het bijzondere en algemene
5.1.2 De wereld in haar eenheid begrepen
5.1.3 De ontwikkeling van het dialectisch denken bij J. Dietzgen in de dialectiek van het algemene en het bijzondere
5.2 Hoe J. Dietzgen het transcendentaal idealisme en de agnosticistische kennistheorie bekritiseert
5.2.1 J. Dietzgen en de filosofie van Kant
5.2.2 De kritiek op neokantianisme en agnosticisme als impuls tot het ontwikkelen van een materialistische ontologie
5.2.3 De ontwikkeling van het dialectisch denken bij J. Dietzgen in zijn kritiek op de beperking van het verstand
5.3 Hoe de materialist J. Dietzgen andere materialisten bekritiseert
5.3.1 J. Dietzgens intellectuele worsteling met materialistische opvattingen
5.3.2 De ontwikkeling van het dialectisch denken bij J. Dietzgen in zijn reflectie op de tegenspraak tussen idealisme en materialisme

6 J. Dietzgen over de betekenis van het vraagstuk van de verhouding van zijn en bewustzijn.

Zijn bijdrage tot opheldering van dit vraagstuk

6.1 De verhouding van zijn en bewustzijn
6.2 J. Dietzgens opvatting van het begrip materie
6.3 De veronderstelde weerspiegelingsopvatting in het werk van J. Dietzgen
6.4 J. Dietzgens waarheidsbegrip
6.5 Kennis als begripsmatige indeling van de werkelijkheid
6.6 J. Dietzgens standpunt over ‘aangeboren’ kennis, of hoe het vraagstuk van de verhouding van materie en bewustzijn ook kan worden benaderd

Deel III

Joseph Dietzgen, Ludwig Feuerbach, Karl Marx en Friedrich Engels

7 De filosofie van J. Dietzgen belicht in verhouding tot die van Feuerbach en Marx

7.1 De terminologie van Feuerbach en J. Dietzgen
7.2 De filosofie van Ludwig Feuerbach of: De filosofische onthulling van het wezen van de schijn
7.3 De begrippen bijzonder en algemeen in Feuerbachs filosofie
7.4 De betekenis van Feuerbachs werk voor J. Dietzgens filosofie
7.5 J. Dietzgens denken is niet zonder meer een ‘marxistische filosofie’ te noemen
7.6 Een tussentijdse balans. De positie van J. Dietzgens filosofie in verhouding tot het denken van Feuerbach, Marx en Engels
7.7 Problematische begripsontwikkeling in J. Dietzgens betoog
7.7.1 Concretisering als moment van een dialectische kentheorie
7.7.2 Objectieve bepaaldheid van de subjectiviteit
7.7.3 De rol van de negativiteit in de werkelijkheid en in het kenproces
7.7.4 Nawoord

Deel IV

J. Dietzgens filosofie als praktische ideologie van de arbeidersklasse en als filosofie van het wetenschappelijk socialisme

8 Moraal en theologie als ideologisch vraagstuk

8.1 Ethiek in ‘Das Wesen der menschlichen Kopfarbeit’
8.2 De ethiek van de vooruitgang
8.3 Het vrijheidsbegrip in J. Dietzgens werk
8.4 Politiek-filosofische religiekritiek

9 De betekenis van Marx’ economisch werk voor J. Dietzgens filosofie

9.1 Marx’ economisch werk filosofisch begrepen
9.2 Marx’ ‘Kapital’ verdedigd
9.3 Joseph Dietzgen versus Henry George: ‘Das Kapital’ verdedigd, de filosofie verklaard

10 J. Dietzgens politieke ideeën en de verdediging van het marxisme binnen de Duitse en Amerikaanse arbeidersbeweging

10.1 De toekomst van de sociaaldemocratie
10.2 J. Dietzgen en de ideeën van Ferdinand Lassalle onder de Duitse arbeiders
10.3 De opgave om een weg te vinden tussenreformisme en anarchisme
10.4 J. Dietzgen over Dühring
10.5 Joseph Dietzgen: propagandist van het marxisme

11 De filosofie van Dietzgen, dietzgenisme en marxisme

11.1 De problematische grondslag van de socialistische beweging
11.2 Het dietzgenistisch revisionisme van E. Dietzgen en E. Untermann
11.3 De filosofie van J. Dietzgen als raadselachtig probleem
11.4 Het werk van J. Dietzgen in het ‘Hollandse marxisme’
11.5 A. Pannekoeks Dietzgen-interpretatie
11.6 H. Roland Holst en W. Wolda over Dietzgens werk
11.7 Enkele andere Nederlandse auteurs over J. Dietzgens werk
11.8 J. Dietzgens werk en Lenins ‘Materialisme en empiriocriticisme’

12 Nabeschouwing

J. Dietzgens filosofie en de actualiteit van een politieke discussie over kennistheorie en metafysica

Literatuur

Zusammenfassung

Summary

_______________
[1] H. Poincaré, Wetenschap en hypothese, Meppel, Amsterdam 1979, p. 30.
[2] K. Marx, F. Engels, Werke (MEW), Bd. 31, Berlin 1974, p. 388, Brief aan Marx, 26 nov. 1867.


Zoek knop