Friedrich Engels

Over de relaties tussen de Ierse secties en de Britse Federale Raad


Geschreven: rond 14 mei 1872
Bron: Tegen het reformisme, Uitgeverij Progres, Moskou 1990. Een bundel teksten (extracten) rond het thema reformisme
Vertaling: Uitgeverij Progres
Deze versie: Spelling - Voetnoten zijn niet overgenomen
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, januari 2009

Laatste bewerking: 24 januari 2009


Aantekeningen van de redevoering tijdens de bijeenkomst van de Generale Raad op 14 mei 1872

Mijnheer Engels zei, dat het eigenlijke doel van onderhavig voorstel hierin berust, dat de Ierse secties onder de jurisdictie van de Britse Federale Raad komen te vallen — een situatie, waarmee de Ierse secties nooit zullen instemmen en de Generale Raad heeft recht noch macht om hun deze op te dringen. Overeenkomstig de Statuten en het Reglement heeft de Generale Raad niet het recht de ene of andere sectie of afdeling te dwingen tot erkenning van de jurisdictie van wat voor federale raad dan ook. Zonder twijfel heeft de Generale Raad, alvorens de toetreding van een nieuwe sectie, die onder wat voor jurisdictie dan ook valt, goed te keuren of af te wijzen, de plicht om de mening van deze raad te vernemen. Engels wijst erop, dat de Ierse secties in Engeland niet méér tot de jurisdictie van de Britse federale raad behoren dan de aldaar aanwezige Franse, Duitse of Italiaanse secties. De Ieren vormen in alle opzichten een eigen, losstaande natie en het feit, dat zij Engels spreken, kan hun het algemeen geldende recht op een zelfstandige nationale organisatie binnen de Internationale niet ontnemen.

Mijnheer Hales sprak over de relaties tussen Engeland en Ierland zodanig alsof deze een heel idyllisch karakter droegen, ongeveer als de relaties die tussen Engeland en Frankrijk bestonden tijdens de Krimoorlog, toen de heersende klassen van deze twee landen elkaar onvermoeibaar ophemelden en alles een volmaakte harmonie ademde. Maar hier staan de zaken er geheel anders voor. We staan voor de Engelse verovering en 700-jarige onderdrukking van Ierland, en zolang deze onderdrukking voortduurt, zou het een belediging voor de Ierse arbeiders zijn om van hen ondergeschiktheid aan de Britse Federale Raad te eisen. Ierland is in relatie tot Engeland niet gelijkgerechtigd; deze situatie is analoog aan die van Polen met betrekking tot Rusland. Wat zou men niet zeggen, indien de Generale Raad de Poolse secties aanspoorde om het leiderschap van de Russische federale raad in Petersburg te erkennen en de secties in Pruisisch Polen, in Noord-Sleeswijk of de Elzas — van de federale raad in Berlijn? Immers, deze eis tegenover de Ierse secties houdt in wezen hetzelfde in. Indien de leden van de Internationale die tot een overheersende natie behoren de natie, die ze hebben veroverd en die in ondergeschikte positie blijft, aansporen om hun eigen nationaliteit en positie te vergeten, ‘de nationale geschillen af te werpen’ enz., dan is dat geen internationalisme, maar niets anders dan het prediken van onderwerping aan de tirannie, een poging de heerschappij van de veroveraar te rechtvaardigen en te bestendigen onder de dekmantel van internationalisme. Dit zou slechts de toch al teveel onder de Engelse arbeiders gangbare voorstelling versterken, dat zij wezens van een hogere orde zijn dan de Ieren en in dezelfde mate een aristocratie zijn, waarin de meest aan lager wal geraakte blanken in staten met slavernij zich aristocraten tegenover de negers beschouwen.

In gevallen als met Ierland dient het ware internationalisme onvoorwaardelijk uit te gaan van een zelfstandige nationale organisatie. De Ieren, net als andere onderdrukte naties, kunnen alleen lid worden van de Associatie met gelijke rechten als de vertegenwoordigers van de heersende natie en in oppositie tegen de knechting. Daarom is het bestaan van Ierse secties niet alleen gerechtvaardigd, maar zij zijn zelfs verplicht in de inleiding tot hun statuten te verklaren, dat hun eerste en meest dringende opgave als Ieren berust in het verwerven van hun nationale onafhankelijkheid. Het antagonisme tussen de Ierse en Engelse arbeiders is altijd een van de machtigste middelen geweest, waarmee de klassenheerschappij in Engeland overeind werd gehouden. Het herinnert aan het tafereel, toen Fergus O’Connor en de Engelse chartisten door de Ieren werden weggejaagd uit de Hall of Science in Manchester. Nu hebben voor het eerst de Engelse en Ierse arbeiders de gelegenheid gekregen om in samenwerking en overeenkomst hun gezamenlijke vrijmaking na te streven — zulke resultaten heeft tot nu toe nog niet één beweging in Engeland bereikt. En ze hadden het zowat bereikt, toen we geprest werden de Ieren de les te lezen en hun te verklaren, dat ze geen eigen beweging op touw moesten zetten, maar zich moesten voegen naar de leiding van de Engelse raad! Maar dat betekent toch dat de onderdrukking van de Ieren door de Engelsen ook in de Internationale wordt geïntroduceerd.

Als de makers van onderhavig voorstel zo vervuld zijn van het ware internationalisme, laten zij dat dan aantonen door de Britse Federale Raad in Dublin te laten zetelen en zich te onderschikken aan een raad, samengesteld uit Ieren.

Wat de zogeheten botsingen tussen de Ierse en Engelse secties betreft, deze waren veroorzaakt doordat leden van de Britse Federale Raad probeerden zich te mengen in de zaken van de Ierse secties en deze te dwingen om af te zien van hun specifieke karakter en het leiderschap van de Britse raad te erkennen.

Bovendien zijn de Ierse secties in Engeland niet los te zien van de Ierse secties in Ierland; het is toch ontoelaatbaar, dat sommige Ieren worden bestuurd door de Londense Federale Raad en andere door die in Dublin. De Ierse secties in Engeland zijn onze steunpunten voor het werken met de Ierse arbeiders in Ierland. Sinds ze in gunstige omstandigheden verkeren, hebben ze grote successen behaald en de propaganda en de organisatie van de beweging in Ierland kan alleen met hun hulp worden gerealiseerd. Moeten we soms onze eigen steunpunten bewust verwoesten en het enige middel vernietigen, waarmee de invloed van de Internationale over heel Ierland kan worden gevestigd? We moeten immers niet vergeten dat de Ierse secties (en geef ze eens ongelijk) nooit zouden instemmen om af te zien van hun speciale nationale organisatie en zich te onderschikken aan de Britse raad. Aldus gaat het om het volgende: geven we de Ieren vrijheid in hun handelen of moeten we ze uit de Associatie stoten? Als het ingediende voorstel was aangenomen door de Raad, dan zou de Ierse arbeiders letterlijk het volgende moeten worden verklaard: na de heerschappij over Ierland door de Engelse aristocratie, na de heerschappij over Ierland door de Engelse bourgeoisie moeten ze nu klaar staan voor de instelling van de heerschappij over Ierland door de Engelse arbeidersklasse.

Vertaald uit het Engels


Zoek knop