Ernest Mandel

Mao is dood


Geschreven: 1976
Deze versie: Rood 8ste jaargang, nr. 37, 15 september 1976, p. 8
Transcriptie: Ernest Mandel Internet Archief: www.ernestmandel.org
HTML: Fréderic, voor het Marxists Internet Archive, augustus 2005


Mao betekent in de eerste plaats de overwinning van de derde Chinese revolutie, de omverwerping van de macht van de burgerij en de grootgrondbezitters in het meest bevolkte land ter wereld, het breken van de omsingeling van de USSR door de imperialistische landen, de fundamentele verandering van de krachtsverhoudingen op wereldschaal. Hoezeer wij ook gekant zijn tegen het bureaucratisch regime dat op dit ogenblik heerst in China, wij moeten de rol van Mao in de geschiedenis van de 20ste eeuw beoordelen in de eerste plaats in functie van zijn verhouding met de fundamentele klassen in de hedendaagse wereld.

De overwinning van de derde revolutie — waarvan hij de voornaamste bewerker was — is de belangrijkste gebeurtenis van de 20ste eeuw, na de oktoberrevolutie in Rusland in 1917. China is niet om het even welk land. Het is een land dat eens het rijkste en meest ontwikkelde land ter wereld was, en waarin het wanbeheer van het buitenlandse kapitalisme vanaf de 19de eeuw de overgang tot de vorming van een autonome imperialistische macht heeft afgeremd.

Tientallen miljoenen arme boeren en ambachtslui werden jarenlang onderworpen aan een regime van miserie, onderdrukking en vernedering. Dit gaf aanleiding tot de opstanden van Tall-Ping en Boxer en de revoluties van 1911 en 1925/27. Maar deze revoltes konden geen politieke gevolgen hebben totdat het proletariaat machtig genoeg was om de politieke en organisatorische leiding van de agrarische revolutie op zich te nemen. De greep van het imperialisme breken, het land moderniseren, de boeren bevrijden van het juk van de grootgrondbezitters en woekeraars, dit alles kon slechts gebeuren nadat het proletariaat de hegemonie had veroverd in de schoot van de Chinese revolutie, en de democratisch-burgerlijke revolutie overging in de socialistische revolutie met de instelling van de dictatuur van het proletariaat.

De tweede Chinese revolutie kende een tragische afloop in 1927 omdat Stalin de jonge communistische partij opdracht gaf zich politiek te onderwerpen aan de burgerlijke Kwomintang van Tchang Kai Tchek. De derde Chinese revolutie overwon omdat Mao — ondanks verkeerde teksten zoals bv. in de “Nieuwe Democratie” — in de praktijk weigerde het volksbevrijdingsleger te onderwerpen, en de boerenopstanden op te offeren op het altaar van een coalitieregering met de burgerij.

De derde Chinese revolutie liep uit op de oprichting van de Chinese Volksrepubliek, een arbeidersstaat, waardoor het Chinese volk een onafhankelijke natie op wereldvlak is geworden, ontworteld aan de uithongering en de armoede. Wat achteraf ook is gebeurd, de historische rol die Mao heeft gespeeld in de overwinning van de socialistische revolutie in China, blijft bestaan.

De derde Chinese revolutie was geen “normale” socialistische revolutie. Zij greep plaats na een lange, verwoestende oorlog van het Japanse imperialisme tegen China, met als gevolgen een economisch verval en het uiteenvallen van het stadsproletariaat. Dit objectief feit, samen met de bewuste oriëntatie van Mao om de strijd van het stadsproletariaat te verstikken, heeft als gevolg gehad, dat tijdens de derde Chinese revolutie de arbeidersklasse geen autonome rol heeft kunnen spelen. De leiding van het revolutionair proces was in handen van een in sterke mate gebureaucratiseerde KP die de ontwikkeling van arbeidersraden in China heeft belet. De Chinese revolutie was van in den beginne een gebureaucratiseerde revolutie.

Mao is noch Lenin, noch Stalin, juist omdat hij een revolutie heeft geleid en geen contra-revolutie, maar de revolutie die hij leidde was in haar organisatievorm geen authentiek proletarische revolutie, alhoewel zij er wel de historische inhoud van bevatte: de vernietiging van de macht van de burgerij, van de burgerlijke staat.

Maar als Mao noch Lenin, noch Stalin was, dan vertoont zijn regime toch sterke overeenkomsten met het stalinisme van Rusland: de verstikking van de proletarische democratie, de afwezigheid van het beheer van de bedrijven door de arbeiders, de pragmatische vervorming van het marxisme, de personencultus van Mao, de materiële voorrechten van de bureaucratie. Als we deze fenomenen enkel verklaren door de achterlijkheid van China — wat zeker één van de wortels van de bureaucratisering is — dan onderschatten we het belang van de subjectieve factor, en de dynamiek van de massabeweging in de Volksrepubliek China.

Het is daar dat de werkelijke tragedie schuilt van de ouder wordende Mao. Hij was ongerust over de gevolgen van de bureaucratisering van de partij en de depolitisering van de massa’s. Hij werd in de minderheid gezet in de leiding van de partij en richtte zich dan tot de massa’s boven het partij-apparaat uit. Dit was het begin van de culturele revolutie, die gemeenschappelijke trekken vertoonde met de jeugdradicalisatie in de rest van de wereld. Zij barstte los onder de slogan: “In laatste analyse komen de lessen uit de geschiedenis hierop neer: de opstand is gerechtvaardigd”.

Maar toen de massamobilisaties meer en meer ontsnapten aan de maoïstische controle en aanleiding gaven tot het ontstaan van linkse oppositiestromingen die de arbeiders op hun hand kregen, gooide Mao het roer om en verenigde zich opnieuw met de meerderheid van het apparaat. De “rode garden” werden opnieuw tot discipline getracht. De regel was nu: “Elke opstand is gerechtvaardigd, behalve de opstand tegen de gedachte van Mao Zedong”.

De rechtse draai op binnenlands vlak liep uit op een nog meer uitgesproken rechtse draai op het vlak van de buitenlandse politiek. Nadat ze de Russiscne leiders hun gebrek aan steun aan revolutionaire bewegingen en hun teveel aan toegevingen aan het imperialisme hadden verweten, ontdekte de Chinese leiding het bestaan van het “sociaalimperialisme” in de USSR van de twee “supermachten” op hetzelfde niveau en tenslotte van het “jonge” sovjet-imperialisme dat agressiever en dus gevaarlijker was.

Herinneren we ook aan het cynisch verraad van de revolutionaire bewegingen in Ceylon, in Soedan, in Ethiopië, de steun aan de Iranese beul, de uitgestoken hand naar de Europese imperialisten om hun legers te versterken tegen de USSR.

Het sino-sovjet geschil waarvoor de kroechtchevistische bureaucratie de zwaarste verantwoordelijkheid draagt door de beslissing alle economische en militaire hulp aan de Volksrepubliek China stop te zetten, en de culturele revolutie, hebben een werkelijke aantrekkingspool gevormd voor een deel van de nieuwe voorhoede op wereldschaal. Het maoïsme verscheen als een links alternatief t.o.v. de officiële communistische partijen, dat in zich een soort “vrijheidsidee” droeg. Het einde van de culturele revolutie, de rechtse draai van de buitenlandse politiek van China, de omvorming van de maoïstische organisaties in neo-stalinistische sekten hebben dit beeld bezoedeld. Mao is gestorven op het ogenblik dat het maoïsme over heel de wereld in verval is.

Mao laat een Chinese volksrepubliek in volle beroering achter. In tegenstelling tot de USSR in de jaren ‘40 en ‘50, zijn de massa’s niet gedemoraliseerd, noch passief.

De interbureaucratische strijd voor de opvolging zal niet gebeuren zonder tussenkomst van deze massa’s. De crisis van het maoïsme staat daarom voor de deur. Zij zal uitlopen op de overwinning van de antibureaucratische politieke revolutie, waardoor de macht zal worden uitgeoefend door de Chinese arbeiders en boeren wat de verworvenheden van de grote Chinese revolutie zal verstevigen en onoverwinnelijk maken.