Karl Kautsky

De oorsprong van het christendom



Bron: Van Looy, Amsterdam, 1912
Vertaling: Herman Gorter
Oorspronkelijke titel: Der Ursprung des Christentums
Deze versie: spelling en matige modernisering van het Nederlands – Bijbelcitaten in het verouderde Nederlands gelaten tot behoud van de nuance
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee voor het Marxists Internet Archive


Verwant:
De kerk en het socialisme
Sociaaldemocratie, godsdienst en kerk
God en de Staat
Bloed en Purper
Kunst en Religie
Het belang en de methodes van antireligieuze propaganda
Waarom ik vrijzinnig ben?
Een overgang tot het socialisme
Het wezen van het christendom
Het joodse vraagstuk
Het wezen van de menselijke hoofdarbeid
Socialisme en godsdienst
Over de houding van de arbeiderspartij tegenover godsdienst

Inhoudsopgave


I. De persoonlijkheid van Jezus

1. De heidense bronnen
2. De christelijke bronnen
3. De strijd om het Jezusbeeld

II. De maatschappij ten tijde van de Romeinse keizers

1. De slavenarbeid

a. Het grondbezit
b. De slavernij in het huis
c. De slavernij in de warenproductie
d. De technische minderwaardigheid als gevolg van de slavernij
e. De economische ondergang

2. Het wezen van de staat

a. Staat en handel
b. Patriciërs en plebejers
c. De Romeinse staat
d. De woeker
e. Het absolutisme

3. Het denken en voelen onder de Romeinse keizers

a. De onbestendigheid
b. De lichtgelovigheid
c. Leugenachtigheid
d. Menselijkheid
e. De internationaliteit
f. Godsdienstigheid
g. Monotheïsme

III. Het jodendom

1. Israël

a. Semitische volksverhuizingen
b. Palestina
c. De godsvoorstelling bij het oude Israël
d. Handel en filosofie
e. Handel en nationaliteit
f. De volkerenstaat Kanaän
g. De klassenstrijd in Israël
h. De ondergang van Israël
i. De eerste verwoesting van Jeruzalem

2. Het jodendom sedert de ballingschap

a. De ballingschap
b. De joodse diaspora
c. De joodse propaganda
d. De jodenhaat
e. Jeruzalem
f. De Sadduceeërs
g. De farizeeërs
h. De zeloten
i. De essenen

IV. Het begin van het christendom

1. De oudchristelijke gemeente

a. Het proletarisch karakter der gemeente
b. Klassenhaat
c. Communisme
d. Tegenwerpingen tegen het communisme
e. De verachting van de arbeid
f. De verwoesting van het gezin

2. Het christelijk messiasbegrip

a. De komst van het rijk Gods
b. De afstamming van Jezus
c. De oproerigheid van Jezus
d. De opstanding van de gekruisigde
e. De internationale verlosser

3. Geschriften van de joden en van de heidenen

a. De bekering onder de heidenen
b. De tegenstelling tussen joden en christenen
c. De lijdensgeschiedenis van Christus

4. De ontwikkeling van de gemeentelijke organisaties

a. Proletariërs en slaven
b. De ondergang van het communisme
c. De apostelen, profeten en leraren
d. De bisschop
e. Het kloosterwezen

5. Christendom en sociaaldemocratie



Zoek knop