Roestam Effendi

Indonesia en Nederland reiken elkaar de broederhand


Geschreven: 1936
Bron: De Tribune, dagblad van de Communistische Partij Nederland, 1 december 1936
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML: Paul Benschop, voor het Marxists Internet Archive
Contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive

Laatste bewerking: 29 juni 2010


Gezamenlijke strijd tegen oorlog en fascisme!
Komende verkiezingen worden ook een uitspraak over koloniaal beleid!
Indonesia weerbaar!

Twee problemen houden thans de gemoederen in Nederland bezig: het oorlogsgevaar en de fascistische dreiging! Maar ook in Indonesië - ‘het overzeese deel van het Nederlandse rijk’ - staat men voor dezelfde gevaren. Het Nederlandse en Indonesische volk, wier belangen door de eeuwen heen gegroeid en vergroeid zijn, hebben in vele opzichten een belangengemeenschap die hun strijd vaak met elkaar verbindt.

Het zou onjuist zijn het fascistische en het oorlogsgevaar voor Holland en Indonesië los van elkaar te willen zien. De voorstelling, dat, indien Nederland straks in Europa in een oorlog zal zijn gewikkeld, Indonesië in de gegeven omstandigheden buiten alle wapenconflicten zal kunnen blijven, is even dwaas als die andere, namelijk dat indien de Indonesische Archipel door de Pacific-brand wordt geteisterd, het Nederlandse volk nog rustig zijn ochtendkrant kan lezen.
De Nederlandse onafhankelijkheid en de veiligheid van de Nederlandse grenzen worden op dit ogenblik het meest bedreigd door het sterk bewapende fascistische Duitsland. Dit moeten we duidelijk en onbewimpeld vaststellen. Het is bekend, dat Duitsland alleen al uit overwegingen van militair-strategische aard, de Nederlandse en Belgische onschendbaarheid niet zal respecteren.
De gelijkschakeling van Holland met Nazi-Duitsland zou het Derde Rijk niet alleen een militair-strategische basis, maar ook een ongekende bevrijding van zijn koloniale honger verschaffen. De activiteit van de NSB hier te lande en in Indonesië moet dan ook in dit licht worden bezien. Onlangs nog verklaarde Mussert op een bijeenkomst van partijgenoten te Berlijn, dat “de strijd van de NSB om een ‘Imperium’, gaat om een ‘Nederlands Derde Rijk’.”
Deze uitlating, speciaal bestemd voor de Duitse partijgenoten van de NSB in het Derde Rijk, moet het Nederlandse volk toch wel verontrusten. Maar ook de Indonesiërs dienen met dit ‘fascistische ideaal’ rekening te houden.

Voor Indonesië klinkt de fascistische leuze nú al onheilspellend. Afschaffing van de Volksraad, opheffing van alle thans nog bestaande, zij het ook zéér beperkte, rechten van de inheemse bevolking, terug naar het ‘autoritair-centralistische’ gezag, en dergelijke meer. Dit is slechts het voorspel van het door de NSB in Indonesië in te luiden ultra-moderne barbarisme, dat men thans in optima forma in Duitsland ziet uitgestald. Mussert wenst Indonesië een aanhangsel van het Derde Rijk te maken, met al de verschrikkelijke gevolgen van dien. Tegenover deze fascistische dreiging staat de nationale beweging, die om meer vrijheden en democratische rechten van de Indonesische bevolking strijdt, aan de zijde van de Nederlandse werkende massa.
In het Verre Oosten dreigt Indonesië in de Pacific-oorlog te worden betrokken. De oorlogsvoorbereidingen om de Stille Oceaan spreken voor zich zelf. De expansie-honger van het militair-fascistische Japan is een groot gevaar zowel voor het koloniaal kapitaal als voor de inheemsen zelf.
De Indonesiërs, die hun nationale onafhankelijkheid op de Hollandse kolonisators willen veroveren, zullen er wel voor wachten het Japanse paard van Troje in Indonesië binnen te halen. Het Japanse koloniale regime in Korea, Formosa en anderen kan voor hen niet aanlokkelijk zijn! Tegen de Japanse roofverlangens in Indonesië zal het volk zich wel met hand en tand moeten verdedigen.

Als gevolg echter van een eeuwenlange koloniale politiek, die in de afgelopen jaren haar voortzetting vond en vindt in de welbekende politiek van het Kabinet Colijn, is Indonesië in vele opzichten een weerloos land geworden. De onbarmhartige een voortdurende jacht op nationale leiders heeft er niet weinig toe bijgedragen om de gewenste concentratie van nationale volkskrachten tegen te gaan en zodoende het nationale zelfbewustzijn van de Indonesiërs te verlammen.
Het is een plicht voor het democratische Nederland om maatregelen te treffen, zodat Indonesië een weerbaar Indonesië wordt.

Daarom kan en moet het Nederlandse volk de eis van de Indonesische nationale beweging ‘voor de invoering van een volksmilitie’ in het land en ‘voor de openstelling van de verantwoordelijke posten in legervloot- en luchtmacht voor de Indonesiërs te ondersteunen. Dit alles is echter niet voldoende. Het zelfbewustzijn van het Indonesische volk dient ontwikkeld en bevorderd te worden. Daarvoor is nodig de toekenning van de volledige democratische rechten aan het Indonesische volk, aangepast aan de bestaande democratische machtsverhoudingen in het land.

Het Nederlands volk dient zijn uitspraak te doen ‘voor de erkenning van autonomie voor Indonesië’ en ‘voor de toekenning van wetgevende bevoegdheden aan de Volksraad betreffende Indische aangelegenheden’.
De aanstaande verkiezingen zal haar uitspraak doen over de toekomstige politiek van de Nederlandse regering. Maar deze politiek is nauw verbonden aan haar koloniaal beleid.

Deze korte schets laat duidelijk zien dat het Indonesische en het Nederlandse volk grote gemeenschappelijke belangen hebben, waarvoor een gemeenschappelijke strijd noodzakelijk is. Onze partij, de CPN, komt op voor de ondersteuning van de bovenstaande eisen van de nationale beweging in Indonesië: het zijn concrete, logische, voor onmiddellijke verwezenlijking vatbare eisen, die zeker door de brede lagen van de Nederlandse bevolking - van alle categorieën het die met de toekomst van dit land wel menen - onderschreven en toegejuicht worden.
Wij zullen er voor zorgen dat ons massaal en demonstratief verkiezingscongres op de tweede Kerstdag te Amsterdam in de RAI-hal doordrongen wordt van de leuze:

‘Indonesië en Nederland, reiken elkaar de broederhand!’


Zoek knop