Rudolf Boehm

Dwaalsporen

Filosofische en politiek-economische opstellen 1986-1997


Bron: Dwaalsporen, filosofische en politiek-economische opstellen 1986-1997, Kritiek Gent/Imavo Brussel 2000, Eindredactie: Johan Moyaert en Guy Quintelier
Copyright: Onder auteursrecht
HTML en contact: Adrien Verlee voor het Marxists Internet Archive

Laatste bewerking: 29 oktober 2009

Dwaalsporen als pdf


Dankzij Gilberte

Inhoudsopgave


Deel 1: Over natuur en cultuur

1. Het conflict tussen mens en natuur – religieus, filosofisch, wetenschappelijk en technologisch (1989)

2. Natuur en cultuur (1989)

3. Dolen in het dodenrijk (1987)

4. Nietzsche, Heidegger – of is dat metafysica? (1987)

5. Cultuurbarbaren, multicultureel (1993)

6. ‘Words, words, words ...’ (1994)

7. Over een interessant onderwerp (1993)

8. Over twee wetenschappelijke revoluties. Naar aanleiding van het werk van Thomas Kuhn (1997)

9. Het wereldtheater van de theorie en de gevoeligheid van de betrokkenen (1992)

Deel 2: Over het menselijk-zijn

1. Over het menselijk-zijn (1997)

2. Zijn onrecht, wanhoop en dood reeds definitief weggenomen? (1987)

3. Schaamteloze moraal (1986)

4. Het menselijk conflict en het onmenselijk geweld (1993)

5. Oorlog, moraal en conflict (1990)

6. Wat heet nationalisme? (1995)

7. Mijn vrijheid tegen de ander. Het radicaal altruïsme van Emmanuel Levinas (1997)

8. Vrijheid, democratie en socialisme (1990)

9. Lof van het materialisme (1995)

Deel 3: Op de markt

1. Markt, manufactuur en machines als specifieke kenmerken van de moderne economie (1992)

2. ‘De machinerie op zichzelf’. Over liberalisme en marxisme (1992)

3. De OESO en de vooruitgang van de werkloosheid (1994)

4. Het verloren kapitaal. Tien stellingen over werkloosheid (1995)

5. Concurrentie voor beginnelingen (1994)

6. Werkloosheid en het socialistisch alternatief (1993)

7. Naar het einde van de consumptiemaatschappij (1995)

8. De maatschappelijke rijkdom, waar haal je die? (1993)

9. Vraagtekens bij een voortdurende ontwikkeling (1994)

10. Een groen perspectief: het einde van de verarming (1992)

11. Materialisme en kapitalisme. Twee hoofdpunten in de actualiteit van het marxisme (1995)

12. Het marxisme aan het einde van een tijdperk. Hoe eindigt het groot verhaal? (1997)

13. Alexis de Tocqueville of de revolutie als toekomstperspectief (1989)


Woord vooraf

Vrijheid – dat schijnt nog steeds, of meer dan ooit, iedereens grote verzuchting te zijn: ‘vrijheid’ in haar dubbele betekenis van ‘autonomie’, niet in iemand anders dienst te willen staan, en ‘autarkie’, van niemand anders diensten afhankelijk te zijn. Bv. wil men het niet nodig hebben zich in een boekje iets te laten vertellen, men wil het liever weten ‘vanuit zijn buik’. En zeker wil men zich voor niemands kar laten spannen, bv. voor een of ander ‘maatschappelijk project’. Dan is het echter geen wonder dat onze vermeende samenleving in brokstukken uiteenvalt. Want wat is het dan wat de mensen aan elkaar bindt om samen te leven en een maatschappij te vormen, tenzij dit: dat eenieder bereid is zich in de dienst van anderen te stellen (en zodoende aan zijn autonomie te verzaken) en eenieder zich bewust is van zijn eigen belang om een beroep te doen op anderen (en zodoende aan zijn autarkie te verzaken).

Vrijheid kan ook ons ideaal niet zijn om de eenvoudige reden dat onze feitelijke vrijheid vooral betuigd wordt door ons vermogen ons te vergissen. Want de mogelijkheid van zo’n vergissing betuigt op haar beurt dat te midden van onze wereld van natuurwetmatigheden toch iets ervan kan afwijken, namelijk ons – dwalend – menselijk bewustzijn van wat de waarheid is in deze wereld.

Net dezelfde mensen echter die enkel dwepen met iedereens vrijheid willen maar niet geloven dat mensen en hele samenlevingen en ‘culturen’ zich op een dwaalspoor kunnen bevinden. Hoe het met de dingen nu eens staat en welke ‘ontwikkeling’ nu eens heeft plaatsgevonden, beschouwen ze als noodzakelijk, noodlottig en onontkoombaar. Het ligt in de bedoeling van de in deze bundel bijeengebrachte werkstukken alsnog dergelijke dwaalsporen kenbaar te maken – als gevolgen van de vrijheid waartoe we, volgens Sartre, gedoemd zijn.

Het gaat over een beknopte selectie van kortere bijdragen, door de ondergetekende geschreven en op verschillende plaatsen reeds gepubliceerd in de jaren 1986 tot 1997. Ze werden gerangschikt volgens een onderverdeling in drie delen: één deel metafysica (onder de titel ‘Natuur en cultuur’), één deel moraal (onder de titel ‘Het menselijk-zijn’) en één politiek-economisch deel (onder de titel ‘Op de markt’).

Zeker zijn die stukken gekenmerkt door nogal wat herhalingen en overlappingen. Dat is het onvermijdelijk gevolg van het besluit om een bundel samen te stellen, in plaats van een ‘systematisch’ boek te schrijven; en wellicht zijn die overlappingen van nut voor een lezer die samenhangen wil inzien. Ook daarvan afgezien echter is mezelf bij het herlezen van het geheel opgevallen hoeveel bijna ieder stuk ook over de voorgenomen indeling heen samenhangt met andere stukken: economische stukken met metafysische, metafysische met morele, morele met economische. Ik merk dat op, niet zonder enige voldoening; net door een dergelijke samenhang van hun betoog munten ook grotere denkers dan ik uit.

Natuurlijk geloof ik toch van ver niet dat ik op mijn eentje, en enkel door een verzameling van opmerkingen zoals de hier nog eens meegedeelde, de gang van zaken zou kunnen tegenhouden. Daarvoor zou een samenwerking van velen vereist zijn, en van iedereen volgens zijn eigen perspectieven, volgens zijn eigen standpunt en oogpunt. Wat ik pijnlijk vind, is dat bv. de meerderheid van de filosofen, wellicht echter een nog grotere meerderheid van competente wetenschappers wegkruipen in hokjes van onsamenhangende specialiteiten; en dat dan weer ook politici, economisten en vakbondsmensen, uit naam van hun ‘praktische’ problemen, zich ver verheven voelen boven alle loutere filosofische beschouwingen. Uiteraard is filosofie ook niet alles, maar de rest is ‘up to you’.

Gent, 22 september 1999
R.B.


Zoek knop